330 Uitrol IFIC voor Vlaamse pc330-zorgvoorzieningen (o.m. de rusthuizen)

04.12.2018

Op 1 mei 2018 kreeg het grootste deel van de medewerkers van de federale pc330-zorgsectoren (*) één of meerdere nieuwe sectorale referentiefuncties toegewezen (de ‘IFIC-functies’). Daarnaast genieten sommige van deze medewerkers inmiddels ook een nieuw minimum sectorbarema, het ‘IFIC-barema’, mede bepaald door de toegewezen sectorale referentiefunctie(s).(*) Voor Group S betroffen dit voornamelijk de wijkgezondheidscentra en de thuisverpleging (niet te verwarren met de niet-verpleegkundige thuiszorg, die onder het pc318 valt).

Op 8 juni spraken de sociale partners af om deze sectorale referentiefuncties en bijhorende IFIC-barema’s eveneens uit te rollen naar de Vlaamse pc330-zorgsectoren. In dit bericht gaan we dieper in op deze uitbreiding.

  1. Vlaamse pc330-voorzieningen: over welke werkgevers gaat het?

Volgende werkgevers vallen onder het toepassingsgebied en moeten dus actie ondernemen: de werkgevers ressorterend onder het paritair comité 330,

  1. voor de voorzieningen erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap

EN

  1. voor zover deze voorzieningen behoren tot de volgende deelsectoren van het pc 330:

    1. de residentiële ouderenzorg (o.m. de rusthuizen en assistentiewoningen).
    2. de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT). Hiervan heeft Group S vooralsnog geen klanten in portefeuille.
    3. de initiatieven van beschut wonen (IBW). Hiervan heeft Group S vooralsnog geen klanten in portefeuille.
    4. de ‘categorale’ ziekenhuizen. Hiervan heeft Group S vooralsnog geen klanten in portefeuille.
    5. de autonome revalidatiecentra. Hiervan heeft Group S vooralsnog geen klanten in portefeuille.

 

Vallen dus niet onder de uitbreiding van IFIC, onder meer:

  • De publieke zorgvoorzieningen, zelfs indien Vlaams. Een Vlaams ocmw-rusthuis zal de nieuwe sectorale referentiefuncties en bijhorende IFIC-barema’s dus (nog?) niet moeten toepassen. Bij twijfel wordt best juridisch advies ingewonnen.
  • De uitbreiding is eveneens niet van toepassing op de niet-Vlaamse zorgvoorzieningen. Bijgevolg geen wijzigingen voor bijvoorbeeld de rusthuizen die door de Franstalige of Duitstalige gemeenschap erkend zijn.

Deze voorzieningen moeten dus geen actie ondernemen. Voor hen blijft vooralsnog alles bij het houden. Hun sectorale functieclassificatie en sectorbarema’s blijven ongewijzigd.

 

  1. Wat moeten de werkgever doen? Wat doet Group S?

De werkgevers

De werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen, moeten

  1. aan het overgrote deel van hun werknemers de correcte nieuwe sectorale referentiefunctie(s) toekennen. De werkgevers volgen hierbij een welbepaalde eenmalige toekenningsprocedure.
  2. Daarenboven moeten zij, normaliter vanaf 1 oktober 2019, de medewerkers minstens verlonen volgens het op hen van toepassing zijnde IFIC-barema (met uitzondering van de medewerkers die kunnen kiezen om niet in de IFIC-barema’s te stappen, en ook daadwerkelijk gekozen hebben voor deze opting-out). Het van toepassing zijnde IFIC-barema wordt mede bepaald door de toegekende sectorale referentiefunctie(s).

Group S

De sociale secretariaten werd geen rol toebedeeld tijdens de procedure voor toekenning van de nieuwe sectorale referentiefunctie(s).
Voor bijstand en ondersteuning kunnen werkgevers terecht bij de vzw IFIC, die over de nodige expertise ter zake beschikt. De contactgegevens vindt u hier: https://www.if-ic.org/nl/contact-opnemen

De sociale secretariaten moeten uiteraard wel, op basis van de instructies & informatie verschaft door de werkgever, een correcte verloning van de medewerkers nastreven. Group S werkt aan vereiste loontechnische ingrepen. Er is sowieso nog enige tijd. Normaliter zullen de eerste IFIC-barema’s pas betaald worden vanaf oktober 2019 (onder voorbehoud. De hiervoor vereiste cao is nog in opmaak). Nuttig om aan te stippen: in tegenstelling tot de IFIC-implementatie voor de federale zorgsectoren, zal de uitrol naar de Vlaamse pc330-zorgsectoren niet gepaard gaan met een retroactieve loonregularisatie.

 

  1. De eenmalige toekenningsprocedure voor de sectorale referentiefuncties

De sector-cao die voorziet in de verplichte eenmalige procedure bedoeld om de nieuwe sectorale referentiefunctie(s) toe te kennen aan individuele werknemers werd eindelijk neergelegd en geregistreerd op 28 november 2018 (= de ‘implementatie-cao’).

Als bijlage deze cao.
We vernamen dat de sociale partners een wijziging beogen inzake de uitsluiting van het leidinggevend personeel (art. 1§2 van de cao). We wachten nog op een formeel bericht ter zake.

Hier vindt u een overzicht van de verschillende stappen in de procedure, hun deadline en de verwijzingen naar de cao-tekst.
De procedure vatte aan op 3 september 2018 (aanduiding van de procesverantwoordelijke). De kennisgeving aan de individuele werknemers van de aan hen toegewezen sectorale referentiefunctie(s) gebeurt op 23 april 2019.

De toekenningsprocedure is eenmalig. Ze moet enkel toegepast worden voor de werknemers die voor 24 april 2019 in dienst treden. Voor de werknemers die op 24 april 2019 of later in dienst treden, is geen toekenningsprocedure van toepassing. Voor hen geldt dus de algemene regel: de werkgever is verantwoordelijk voor een verloning die minstens overeenstemt met het toepasselijk barema.  

Alle betrokken werkgevers werden reeds op de hoogte gebracht van de toekenningsprocedure middels een schrijven van de vzw IFIC.

 

  1. De nieuwe loonschalen: de ‘IFIC-barema’s

De hoogte en de berekeningswijze van de IFIC-barema’s moet nog geformaliseerd worden, in een tweede sector-cao (de ‘loon-cao’). Voor zover wij weten circuleert hiervan nog geen ontwerp (*).
In de wandelgangen vernamen we evenwel dat de cao hoogstwaarschijnlijk grote gelijkenissen zal tonen met haar bestaand equivalent voor de federale zorgsectoren. Meer informatie over deze loon-cao voor de federale zorgsectoren vindt u in ons bericht van 1 maart 2018.

(*) Net zoals bij de federale zorgsectoren zal implementatie voor de Vlaamse pc330-zorgsectoren dus eveneens geïntroduceerd worden middels twee sector-caos: één cao de implementatie-cao - die voorziet in de eenmalige toekenningsprocedure van de sectorale referentiefuncties, en een tweede cao nog in opmaak die voorziet in de vaststelling van de IFIC-baremas.

Informeel vernamen we evenwel dat de loon-cao voor de Vlaamse pc330-zorgsectoren eventueel toch – minstens - op volgende punten zal verschillen met deze voor de federale pc330-zorgsectoren:
- de incorporatie van een berekeningswijze voor deeltijders;
- mogelijks ook een verschillend delta-percentage (dus niet de 18,25% die vandaag geldt voor de federale pc330-zorgsectoren).

Normaliter wordt de loon-cao pas gefinaliseerd nadat de eenmalige toekenningsprocedure is afgewerkt (deze toekenningsprocedure gaat immers gepaard met een rapporteringsplicht, naar de vzw IFIC toe, die deze gegevens zal gebruiken om een delta-percentage te berekenen, rekening houdend met het totale beschikbare budget).

Net zoals bij de federale pc330-zorgsectoren zal de IFIC-implementatie plaatsvinden in verschillende fasen (waarbij elke nieuwe fase normaliter gepaard gaat met een verhoging van het delta-percentage). De introductie van een nieuwe fase is normaliter afhankelijk van de terbeschikkingstelling, door de Vlaamse overheid, van bijkomende recurrente budgetten. Een timing van nieuwe fases bestaat niet.

 

Bron: collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2018 betreffende de procedures voor de invoering van een nieuwe sectorale functieclassificatie alsook voor de rapportering aan de vzw if-ic, registratienummer 149229/CO/330.

Betreffende sector(en) :