Einde van de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge corona en de oorlog in Oekraïne

Van 

Ondernemingen die vanaf 1 juli 2022 nog steeds geconfronteerd worden met een gebrek aan werk als gevolg van de coronapandemie of de oorlog in Oekraïne, zullen een beroep moeten doen op de klassieke procedures van economische werkloosheid voor arbeiders en bedienden aangezien de vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht definitief afloopt op 30 juni 2022. Wel zullen er voorlopig nog een aantal versoepelingen gelden en zal in bepaalde gevallen de klassieke procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht moeten worden toegepast.


De vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht als gevolg van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne loopt definitief af op 30 juni 2022. Bijgevolg zullen ondernemingen die nog steeds moeilijkheden ondervinden om hun personeel tewerk te stellen omdat zij als gevolg van deze situaties nog steeds geconfronteerd worden met een gebrek aan werk, de klassieke procedures voor tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders en bedienden moeten respecteren. Wij verwijzen hiervoor naar ons eerder artikel hieromtrent.

Toch hebben de regering en de RVA beslist dat er voorlopig wel nog een aantal versoepelingen gelden. Het betreft enerzijds een aantal versoepelingen die ook tijdens de vereenvoudigde procedure van toepassing waren en anderzijds een aantal versoepelingen die van toepassing zijn op de klassieke procedures van economische werkloosheid voor arbeiders en bedienden.

Daarnaast zal er in een aantal gevallen nog steeds sprake zijn van een overmachtssituatie (bvb. wanneer een werknemer in quarantaine moet omwille van corona en niet kan telewerken). In deze situaties zal nu de klassieke procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht moeten worden toegepast.

1. Versoepelingen ook van toepassing tijdens de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht

Blijft van toepassing:

  • de vrijstelling van wachttijd voor de werknemers (net zoals dat voor de andere vormen van tijdelijke werkloosheid het geval is). Deze vrijstelling zou definitief zijn;
  • de vrijstelling van het gebruik van een controlekaart C3.2A (en inschrijving in het validatieboek) door de werknemers en dus afgifte ervan door de werkgever tot 31/12/2022;
  • de vrijstelling voor de werkgever om een ASR scenario 2 te verrichten. De werkgever zal dus enkel op het einde van de maand een ASR scenario 5 moeten verrichten en dit tot 31/12/2022.

Alle andere regels die voorzien waren tijdens de vereenvoudigde procedure zullen niet langer gelden vanaf 1 juli 2022. Concreet betekent dit voor de werknemers die op economische werkloosheid zullen worden geplaatst (of tijdelijk werkloos zullen worden gesteld wegens “gewone overmacht” zoals hierna besproken in punt 3), dat zij niet langer zullen genieten van het supplement van 6,10 euro per dag werkloosheid ten laste van de RVA. Zij zullen vanaf 1 juli 2022 enkel recht hebben op het supplement per dag tijdelijke werkloosheid voorzien voor economische werkloosheid (of, indien van toepassing, voor tijdelijke werkloosheid wegens "gewone" overmacht). Zij zullen opnieuw terugvallen op een tijdelijke werkloosheidsuitkering gelijk aan 65% van hun gemiddelde begrensde loon (i.p.v. 70%) en ook de vermindering van het percentage bedrijfsvoorheffing van 26,75 % naar 15 % zal niet langer van toepassing zijn.

2. Versoepelingen van toepassing op de klassieke procedures van economische werkloosheid voor arbeiders en bedienden

Zowel voor de economische werkloosheid voor arbeiders als voor bedienden

  • tot 31/12/2022 moet de voorafgaandelijke elektronische mededeling t.a.v. de RVA slechts 3 dagen op voorhand (en geen 7 dagen op voorhand) worden verstuurd;
  • tot 31/12/2022 moet de voorafgaandelijke kennisgeving aan de arbeiders/bedienden zelf en eventueel aan de ondernemingsraad of, bij gebrek, aan de vakbondsafvaardiging ook slechts 3 dagen op voorhand en geen 7 dagen op voorhand worden verstuurd.

Indien op niveau van de sector een KB in een kortere mededelingstermijn voorziet dan 3 dagen, dan is die van toepassing. 

Alle andere regels die voorzien zijn in de klassieke procedure van economische werkloosheid, blijven wel van toepassing vanaf 1 juli 2022 (zoals bvb. de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag via de portaalsite van de sociale zekerheid aan de RVA).

Enkel voor de economische werkloosheid voor arbeiders

In principe kan de werkgever de arbeider tijdelijk werkloos stellen gedurende:

  • maximum 4 opeenvolgende weken ingeval van een volledige schorsing met vervolgens een verplichte werkweek alvorens een nieuwe werkloosheidsperiode kan aanvangen;
  • maximum 3 opeenvolgende maanden in geval van een gedeeltelijke schorsing in een regeling van minder dan 3 arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken met vervolgens een verplichte werkweek alvorens een nieuwe werkloosheidsperiode kan aanvangen.

Indien er in het Paritair Comité een afwijkende sectorale regeling bestaat die langere termijnen voorziet dan deze hierboven voorzien, dan blijven deze langere termijnen van toepassing.

Tot 31/12/2022 geldt er een versoepeling voor wat betreft de regeling van de verplichte werkweek. De werkgever kan:

  • na 4 weken volledige schorsing, een week werkhervatting invoeren
  • of na 8 weken volledige schorsing, twee weken werkhervatting invoeren
  • of na 12 weken volledige schorsing, drie weken werkhervatting invoeren.

Opgelet! De door de werkgever aangevraagde schorsingsduur in de voorafgaande mededeling verstuurd naar de RVA kan echter nooit meer bedragen dan 4 weken! De werkgever kan wel na afloop van de regeling onmiddellijk aansluitend een nieuwe regeling aanvragen. 

Enkel voor de economische werkloosheid voor bedienden

De klassieke procedure

Opdat tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden mogelijk is, moet de onderneming voldoen aan de definitie van “onderneming in moeilijkheden”.  Dat is het geval wanneer één van de volgende voorwaarden vervuld is:

  • daling van minimum 10% van de omzet of de productie in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling, vergeleken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat;
  • tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders van ten minste 10% van het globaal aantal aan de RSZ aangegeven dagen tijdens het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van aanvraag;
  • daling van minimum 10 % van de bestellingen in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling, vergeleken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat;
  • erkenning door de Minister van Werk.

De werkgever moet een werkloosheidsformulier C106 A  aan de RVA overmaken waarin hij aantoont dat hij één van deze voorwaarden vervult. Hij moet dit formulier in principe per aangetekend schrijven overmaken aan de dienst "Tijdelijke werkloosheid" van het werkloosheidsbureau dat bevoegd is voor de plaats waar zijn maatschappelijke zetel gevestigd is en dit ten minste 14 dagen vóór de eerste kennisgeving aan de bedienden van de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen.

Daarnaast moet de werkgever in principe ook gebonden zijn door een cao of een ondernemingsplan wanneer hij voor zijn bedienden tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen wenst aan te vragen. Tot 30 juni 2023 kunnen werkgevers zich ook beroepen op de CAO nr. 159 van de NAR die het mogelijk maakt om bedienden tijdelijk werkloos wegens economische redenen te plaatsen zonder dat daarvoor een cao of een ondernemingsplan nodig is. 

De versoepelingen

Indien de werkgever zich beroept op een substantiële daling van minimum 10% van de omzet, de productie of de bestellingen, dan kan hij de daling van de omzet, de productie of de bestellingen in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling van economische werkloosheid bedienden vergelijken met het corresponderende kwartaal van de laatste drie kalenderjaren (dus 2021, 2020 alsook 2019) en dus niet enkel met het corresponderende kwartaal van de laatste twee kalenderjaren.

Indien de werkgever zich beroept op de tijdelijke werkloosheid voor arbeiders van ten minste 10% van het globaal aantal aan de RSZ aangegeven dagen tijdens het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van aanvraag, dan mag hij daarvoor niet alleen de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen maar ook de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht als gevolg van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne in aanmerking nemen.

Gelet op bovenstaande versoepelingen om aan de definitie van onderneming in moeilijkheden te beantwoorden, stelt de RVA een formulier C106A-OVERGANGSREGELING ter beschikking vanaf 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022.

Dit formulier C106A-OVERGANGSREGELING moet in principe ten minste 14 dagen vóór verzending van de eerste mededeling schorsing bedienden werkgebrek aangetekend of per e-mail verstuurd worden naar:

  • ofwel de dienst Tijdelijke Werkloosheid van het bevoegde RVA-kantoor indien de onderneming zich beroept op een cao (CAO nr. 159 van de NAR, een sectorale cao of een ondernemings-cao);
  • ofwel de algemene Directie Collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO indien de onderneming zich beroept op een ondernemingsplan.

De RVA heeft bevestigd dat zij een soepele indieningstermijn zal aanvaarden (lees: een kortere indieningstermijn dan 14 dagen).

In principe kan de werkgever slechts ten vroegste 14 dagen na verzending van het formulier C106A aan de RVA, een elektronische mededeling "schorsing bedienden ingevolge werkgebrek" versturen. De RVA aanvaardt nu dat de werkgever de voorafgaande mededeling schorsing bedienden werkgebrek al kan versturen zodra de RVA de werkgever in kennis heeft gesteld dat de preliminaire voorwaarden om te voldoen aan de definitie van onderneming in moeilijkheden aanvaard zijn.

Het formulier C106A of C106A-OVERGANGSREGELING moet niet meer worden verstuurd indien de werkgever in het verleden al bewezen heeft dat hij aan de definitie van onderneming in moeilijkheden voldoet en de cao of het ondernemingsplan waarop hij zich beroept nog van toepassing is.

3. Wanneer kan de klassieke procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden toegepast?

Er is nog steeds sprake van een overmachtssituatie in de volgende gevallen:

  • de werknemer heeft corona en moet in quarantaine maar kan niet telewerken (op voorwaarde dat hij niet arbeidsongeschikt is);
  • tot 31/12/2022 heeft de werknemer het recht om afwezig te zijn op het werk wanneer hij moet instaan voor de opvang van een kind dat met hem samenwoont en dat niet naar het kinderdagverblijf, de school of een centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan omdat:
    • het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang van personen met een handicap (gedeeltelijk of volledig) gesloten is door een maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken;
    • het kind zelf in quarantaine of in isolatie moet om de verspreiding van het coronavirus te beperken.

In deze gevallen kan de klassieke procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden toegepast. Dat wil zeggen dat de werkgever een elektronische mededeling tijdelijke werkloosheid wegens overmacht moet versturen naar de RVA, samen met de nodige bewijsstukken waaruit de overmacht blijkt ( quarantaineattest, attest opvang kind sluiting corona, attest opvang kind quarantaine corona …).

 

Bron: www.rva.be