Ontslag door de werknemer: maximale opzeggingstermijn van 13 weken

Van 

Een wet van 20 maart 2023 stelt dat de maximale opzeggingstermijn van een werknemer die vóór 1 januari 2014 in dienst getreden is, voortaan niet meer dan 13 weken mag bedragen wanneer de werknemer ontslag neemt. Dit plafond zal zowel voor arbeiders als voor bedienden gelden. Ten slotte wordt de bijzondere bepaling die een maximale opzeggingstermijn van 4,5 maand of 6 maanden voorziet voor hogere bedienden, afgeschaft.


Het eenheidsstatuut dat de opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden vanaf 1 januari 2014 harmoniseerde, gaf aanleiding tot interpretatieverschillen over de maximumduur van de opzeggingstermijn die de werknemers in acht moeten nemen wanneer ze zelf ontslag nemen. Dit heeft een tussenkomst van de wetgever noodzakelijk gemaakt via deze wet.

1. Probleemstelling

Voor elke werknemer die vóór 1 januari 2014 in dienst was, verloopt de berekening van de opzeggingstermijn in twee stappen: de opzeggingstermijn berekend op basis van de tot die datum verworven anciënniteit (deel 1) moet worden opgeteld bij de opzeggingstermijn berekend op basis van de na die datum verworven anciënniteit (deel 2).

1.1 Plafond van 13 weken

Het eenheidsstatuut voorzag een maximale opzeggingstermijn van 13 weken (som van de delen 1 en 2) in geval van ontslag door de werknemer.

In de praktijk heeft de wettekst geleid tot onzekerheid over de toepassing van dit plafond op arbeiders, met name door de oorspronkelijk (veel) kortere opzeggingstermijnen die op hen van toepassing waren toen deze bepaling onder het eenheidsstatuut (2014) werd ingevoerd.

1.2 Hogere bedienden 

De berekening van de opzeggingstermijn van de zogenaamde "hogere” bedienden waarvan de jaarlijkse bezoldiging op 31 december 2013 bepaalde grenzen overschreed, verschilt van de termijn die van toepassing is voor andere werknemers (zie punt 1.1 hierboven). 

Voor deel 1 van de berekening wordt de opzeggingstermijn vastgesteld op 1,5 maand per schijf van 5 jaar begonnen anciënniteit.

Voor deze bedienden, geldt namelijk een bijzondere bepaling wat betreft de maximale opzeggingstermijn. Volgende termijnen zijn van toepassing op hogere bedienden:

Jaarlijkse bezoldiging van de hogere bediende (op 31 december 2013) bedraagt

Maximale opzeggingstermijn

...minstens 32.254 euro

4,5 maand

...minstens 64.508 euro

6 maand

Hierdoor moeten deze bedienden in sommige gevallen een opzeggingstermijn van meer dan 13 weken respecteren indien ze ontslag nemen.

2. Nieuwe wet

Voor de berekening van de opzeggingstermijn op basis van de verworven anciënniteit, zal er geen onderscheid meer gemaakt moeten worden tussen deel 1 (vóór 2014) en deel 2 (na 2014) voor een werknemer in dienst getreden vóór 2014 die ontslag neemt.

2.1 Absoluut plafond van 13 weken

Het is uitdrukkelijk voorzien in de wet dat de opzeggingstermijn niet langer mag zijn dan 13 weken wanneer deze door de werknemer wordt gegeven, ongeacht of hij bediende of arbeider is. Deze regel geldt dus ongeacht het statuut van de werknemer. 

2.2 Bijzondere bepaling afgeschaft

De toepassing van de bijzondere bepaling voor hogere bedienden vormt een verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden, dat strijdig werd verklaard met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. De nieuwe wet wil dit verschil in behandeling dus wegwerken.

Het plafond van 13 weken zal voor alle werknemers gelden, zonder onderscheid in behandeling tussen arbeiders en bedienden (hogere of niet).

3. Inwerkingtreding

Deze wet werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 28 april 2023 en zal in werking treden zes maanden na publicatie, dus op 28 oktober 2023.

De wet zal van toepassing zijn op opzeggingstermijnen betekend vanaf 28 oktober 2023.

In het algemeen wordt een opzegging door de werknemer ofwel persoonlijk afgegeven met een ontvangstbevestiging van de werkgever, ofwel opgestuurd per aangetekende brief door de werknemer: in het eerste geval wordt de opzegging geacht te zijn betekend op de dag waarop de ontslagbrief werd afgegeven. In het tweede geval wordt de opzegging geacht te zijn betekend op de derde werkdag na de datum van verzending van de aangetekende brief. Dit betekent dat de opzeggingen die vóór de inwerkingtreding zijn betekend, de oude regels blijven volgen.

 

Bron: Wet van 20 maart 2023 tot wijziging van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen voor wat de aanpassing van de wettelijke maximale opzeggingstermijnen in geval van opzegging door de werknemer betreft, B.S. 28 april 2023.

 

Opgelet:

Ingevolge een opmerking van de Raad van State, heeft deze wet niet enkel alinea 4 afgeschaft, maar eveneens (en per vergissing) alinea 3 van artikel 68 van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden wat betreft de opzeggingstermijnen en de carenzdag alsook de begeleidingsmaatregelen wat betreft de aanpassing van de maximale wettelijke opzeggingstermijnen.

Deze alinea 3 voorziet in een opzeggingstermijn van 1 maand per verworven jaar anciënniteit vóór 2014 die een jaarloon van meer dan 32.254 EUR genoot op 31 december 2013 (cf. toepassing van de zgn. Claeys-formule). De afschaffing van deze alinea zal dus aanleiding geven tot tal van discussies, onenigheden en betwistingen wat betreft de redelijke opzeggingstermijn die in dat geval in acht moet genomen worden.

Voortgaand op de inlichtingen van het VBO, was deze wijziging dus onbedoeld doorgevoerd. Het ongewenste gevolg van deze afschaffing zou ertoe geleid hebben dat het vastleggen van de duur van een redelijke opzeggingstermijn van de hogere bedienden een akkoord met de werkgever veronderstelde. Bij gebrek aan akkoord, zou de rechter over deze vraag beslissen, zonder echter dat de duur van de opzeggingstermijn minder zou kunnen bedragen dan 3 maanden per periode van 5 jaar anciënniteit.

Deze wijziging in de nieuwe wet zou dus ongedaan moeten worden gemaakt door middel van een nieuwe wet. We houden u hiervan op de hoogte.