Compensatie van de kosten van de gelijkstelling van overmacht voor jaarlijkse vakantie

article image Van 

Voor bepaalde werkgevers compenseert de RSZ de extra kosten met betrekking tot de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in het kader van de wetgeving jaarlijkse vakantie via de verschuldigde basiswerkgeversbijdragen voor het 2e kwartaal 2021.

Context

De dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht COVID-19 worden voortaan gelijkgesteld in het kader van de wetgeving inzake jaarlijkse vakantie en dit tot 31 december 2020. We verwijzen u hiervoor naar ons vorige artikel: "Coronavirus: gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor de vakantierechten (update)."

De gelijkstelling van overmacht op het vlak van jaarlijkse vakantie houdt extra kosten in voor de werkgevers die de jaarlijkse vakantie van bedienden moeten financieren.

Er werd aan de sociale zekerheid dan ook een budget toegekend om deze extra kosten voor de gelijkstelling van overmacht voor de jaarlijkse vakantie van bedienden te compenseren.

Welk type compensatie?

De compensatie neemt de vorm aan van een premie op het bedrag van de bijdragen die voor het 2e kwartaal 2021 aan de RSZ verschuldigd zijn. Het ongebruikte krediet kan worden  overgedragen naar de volgende kwartalen van 2021 voor zover er bijdragen verschuldigd zijn.

Op wie heeft de maatregel betrekking?

Om de maatregel te kunnen genieten, moeten werkgevers meerdere cumulatieve voorwaarden vervullen.

In het tweede kwartaal 2020 werknemers tewerkstellen die onderworpen zijn aan de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie

Om aanspraak te kunnen maken op de compensatie moeten de werkgevers werknemers tewerkstellen bedoeld in titel III van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.

De reglementering inzake jaarlijkse vakantie is van toepassing op alle personen die aan het Belgische socialezekerheidsstelsel voor werknemers onderworpen zijn.
Onder personen die aan de sociale zekerheid onderworpen zijn, verstaat men personen  aangeworven met een arbeidsovereenkomst in ruime zin, ongeacht het soort overeenkomst en de aard van het werk.

Naast gewone werknemers vallen dus ook andere personen onder de wetten inzake jaarlijkse vakantie. Bij wijze van voorbeeld denken we aan:

  • leerlingen 'middenstand', industriële leerlingen en stagiairs in opleiding tot ondernemingshoofd;
  • studenten met een arbeidsovereenkomst voor studenten van wie het loon aan de gewone socialezekerheidsbijdragen onderworpen is (vanaf het 476e werkuur in het kalenderjaar of als de werkgever geen DIMONA STU IN heeft ingediend of te laat heeft ingediend);
  • stagiairs met een beroepsinlevingsovereenkomst die beantwoorden aan de definitie van leerling in het kader van een alternerende opleiding (zie de 6 criteria voor alternerend leren);
  • enz.

Werknemers tewerkstellen in het 2e kwartaal 2021

Voor werkgevers die in het 2e kwartaal 2021 nog altijd personeel tewerkstellen, brengt de RSZ het bedrag van de toegekende compensatie in mindering van de verschuldigde basiswerkgeversbijdragen.

Een zeker percentage aan dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de COVID-19-pandemie hebben aangegeven

Op basis van het percentage aan aangegeven dagen tijdelijke werkloosheid worden de werkgevers in 4 categorieën gerangschikt.

Hoe hoger het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de COVID-19-pandemie, hoe hoger de compensatie.

 

Gemiddeld percentage tijdelijke werkloosheid COVID-19 tijdens het 2e kwartaal 2020 Compensatie 
< 10% Geen compensatie
> of =10% et < 20% Compensatie van 33%
> of =20% et < 50% Compensatie van 66%
> of = 50% Compensatie van 100%

Wat is het bedrag van de compensatie?

Globaal bedrag voor alle werkgevers

Er wordt een globaal bedrag van 93 582 741 euro voorzien ter compensatie van de kosten van de gelijkstelling tot 31 december 2020 van de periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona voor de jaarlijkse vakantie in het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de bedienden.

Het globale ter beschikking gestelde budget wordt verdeeld onder de betrokken werkgevers op basis van het toegekende gewicht aan elk van de werkgevers.

Individueel bedrag per werkgever

Elke werkgever ontvangt op individuele basis een deel van het globale bedrag berekend op basis van de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de                      COVID-19-pandemie die hernomen zijn in de multifunctionele kwartaalaangifte (Dmfa) van het 2e kwartaal 2020.

Via een complexe berekeningsformule berekent de RSZ het aandeel van elke werkgever.

Voor uw perfecte informatie,wordt de compensatie (C) van elke werkgever als volgt berkend:

C = (A / T) * E, waarbij:  
•    A = (het resultaat van het gemiddelde percentage berekend op basis van de globale prestatiebreuken van de bedienden tijdens het tweede kwartaal 2020) x (de som van globale prestatiebreuken voor het tweede, derde en vierde kwartaal 2020. Dit resultaat wordt afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond);
•    T = de som van alle resultaten (A) van alle werkgevers;
•    E = het globale bedrag voor alle werkgevers.

En wat voor arbeiders?

De jaarlijkse vakantie van arbeiders wordt betaald door de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie  (RJV).
Aan de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie wordt voor het jaar 2021 een toelage toegekend (zelfde budgettaire enveloppe als voor de bedienden) ter compensatie van de kosten van de gelijkstelling tot 31 december 2020 van de periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona voor de jaarlijkse vakantie in het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders.
 
Bron:
•    Artikel 34 tot 39 van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, BS van 30 december 2020.