Bedrijfswagen: belastbaar voordeel van valse hybrides wordt in 2020 verhoogd

Van 
96960

In geval van kosteloos privégebruik van bepaalde hybridewagens aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2018 zal vanaf 1 januari 2020 een hoger voordeel van alle aard aangerekend worden.

Hybride wagens worden aangedreven door een verbrandingsmotor (benzine of diesel) én een elektrische motor.

1. Huidige toestand

Tot nu toe moest, voor de berekening van het belastbare voordeel, de CO2-coëfficiënt van de verbrandingsmotor (benzine of diesel) in aanmerking worden genomen.

2. Opmerkelijke afwijking

Er werd evenwel vastgesteld dat de CO2-uitstoot die aan bepaalde hybridevoertuigen wordt toegeschreven ver onder de werkelijke uitstoot ligt ten gevolge van het eigenlijk verbruik, omdat de energiecapaciteit van de elektrische batterij onvoldoende is.

Indien de elektrische batterij van een hybride voertuig niet wordt herladen of indien het herladen van de batterij slechts een beperkte autonomie toelaat, wordt bijna uitsluitend de aandrijving via brandstof gebruikt, en amper tot nooit de aandrijving via de elektrische batterij.

De CO2-uitstoot die voor dergelijke voertuigen in aanmerking wordt genomen bij het berekenen van het voordeel van alle aard (VAA) ligt dus ver onder de actuele CO2-uitstoot, voortvloeiend uit het werkelijke gebruik.

Een dergelijke afwijking brengt mee dat voor “valse hybrides” een lager voordeel berekend wordt dan voor eenzelfde type voertuig dat uitsluitend door brandstof wordt aangedreven, terwijl de werkelijke CO2-uitstoot van beide voertuigen geen verschil in berekening van het voordeel kan verantwoorden.

3. Nieuwe regel op 1 januari 2020

3.1. Voor welk voertuig?

De wetgever heeft beslist om de bestaande regeling voor de forfaitaire berekening van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van welbepaalde ter beschikking gestelde hybridevoertuigen aan te passen.

Die nieuwe forfaitaire berekening voor 'valse hybrides' is evenwel enkel van toepassing op:

  • de plug-in hybrides of oplaadbare hybridevoertuigen;
  • aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2018. Als datum van aankoop geldt niet noodzakelijk het moment waarop de belastingplichtige economisch eigenaar wordt van de wagen. Ook het moment waarop de wagen wordt besteld (maar nog niet geleverd wordt) kan hiervoor in aanmerking komen. Wat betreft de wagens die worden geleased of gehuurd, zal gekeken worden naar de datum van de afsluiting van het lease- of huurcontract;
  • uitgerust met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht;
  • of met een uitstoot van meer dan 50 gram CO2 per kilometer.

Er was initieel voorzien dat deze nieuwe maatregel enkel zou gelden voor vanaf 1 januari 2018 aangekochte oplaadbare hybridevoertuigen. Om een ongelijke fiscale behandeling van een oplaadbaar hybridevoertuig te vermijden, breidt men het toepassingsgebied nu uit tot wagens die de werkgever vanaf 1 januari 2018 huurt of least.

3.2. Welke CO2-uitstoot?

Voor de forfaitaire berekening van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde 'valse hybride', is de in aanmerking te nemen CO2-uitstoot gelijk aan deze van het overeenstemmende voertuig dat voorzien is van een motor die uitsluitend gebruik maakt van dezelfde brandstof.

Het voordeel van alle aard dat resulteert uit de gratis persoonlijke terbeschikkingstelling van een “valse hybride” door de werkgever wordt bijgevolg berekend abstractie makend van de elektrische batterij, en dus met een CO2-uitstoot die volledig is gebaseerd op de aandrijving via brandstof.

Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat dat uitsluitend voorzien is van een motor die gebruik maakt van dezelfde brandstof, wordt de uitstootwaarde vermenigvuldigd met 2,5. Deze coëfficiënt van 2,5 werd voorzien om te voorkomen dat er een juridisch vacuüm ontstaat, zo er voor een valse hybride geen overeenstemmend voertuig bestaat dat voorzien is van een motor die uitsluitend dezelfde brandstof gebruikt.

Tabel

Elektrische batterij van de hybride wagen

CO2 voor de berekening van het VAA

≥ 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht en ≤ 50 g/km CO2

CO2 van de hybride wagen

< 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht of > 50 g/km CO2

CO2 van de overeenstemmende niet-hybride wagen

CO2 van de hybride wagen x 2,5

3.3. Hoe het overeenstemmende voertuig kennen?

3.3.1. Begrip

Onder overeenstemmend voertuig verstaat men het voertuig dat op basis van het gelijkvormigheidsattest:

  • voorzien is van een motor die uitsluitend gebruikmaakt van dezelfde fossiele brandstof (COC, rubriek nr. 26);
  • hetzelfde merk heeft (COC, rubriek nr.  0.1.);
  • hetzelfde model heeft (COC, rubriek nr. 0.2.1.);
  • hetzelfde koetswerktype heeft (COC, rubriek nr. 38);
  • een zekere verhouding op het gebied van vermogen heeft (COC, rubriek nr. 27.1.).

Als meerdere voertuigen als overeenstemmend voertuig kunnen worden gekwalificeerd, dan wordt het voertuig met de hoogste CO2-uitstoot als overeenstemmend voertuig gekwalificeerd.

3.3.2. Kennis van de informatie

De COC-gegevens zijn niet publiek en gecentraliseerd beschikbaar.

Daarom is de autofabrikant of de auto-invoerder verplicht:

  • het overeenstemmend voertuig te bepalen van ieder hybridevoertuig zoals bepaald in punt 3.1;
  • deze informatie alsook de nodige technische gegevens over te maken aan de FOD Financiën:
    - voor voertuigen die vanaf 1 januari 2020 op de markt worden gebracht: de informatie moet onmiddellijk worden overgemaakt;
    - voor voertuigen die op 31 december 2019 al op de markt waren: de informatie moet voor 20 april 2020 worden overgemaakt.

3.3.3. Lijst

Op de website van de FOD Financiën zal een lijst met overeenstemmende voertuigen worden gepubliceerd en dit louter ter informatie.

4. En het standpunt van de RSZ?

De RSZ heeft bevestigd da er geen enkele wijziging is. De CO2-uitstoot van de verbrandingsmotor (benzine of diesel) moet altijd worden gebruikt voor de berekening van de patronale solidariteitsbijdrage.

Aangeslotenen van Group S worden binnenkort gecontacteerd teneinde de nieuwe regel voor de betrokken voertuigen correct te kunnen toepassen.

Bronnen: Wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting, BS 29 december 2017, art. 7. Wet van 2 mei 2019 houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I, BS 15 mei 2019, art. 42. Circulaire 2019/C/56 over de voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gestelde 'valse hybride', 28 juni 2019; KB van 5 september 2019 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van het begrip overeenstemmend voertuig, BS 17 september 2019.