Coronavirus: studentenuren geneutraliseerd in de zorgsector en het onderwijs (UPDATE)

article image Van 

De uren die tijdens het 4e kwartaal 2020 en het 1e kwartaal 2021 als student worden gepresteerd, worden in de zorgsector en het onderwijs geneutraliseerd voor het contingent van 475 uur met solidariteitsbijdrage.

102233

De uren die tijdens het 4e kwartaal 2020 en het 1e kwartaal 2021 als student worden gepresteerd, worden in de zorgsector en het onderwijs geneutraliseerd voor het contingent van 475 uur met solidariteitsbijdrage.

Context

Bij de tewerkstelling van een student kan u onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld van de betaling van gewone socialezekerheidsbijdragen. In dat geval is enkel een solidariteitsbijdrage van  8,14% verschuldigd (5,43% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student).

Een van de voorwaarden om de voordelige RSZ-regeling te genieten is het feit dat de student niet meer dan 475 uur mag presteren tijdens het kalenderjaar.

Wegens de gezondheidscrisis veroorzaakt door COVID-19 is er in bepaalde sectoren een toenemende behoefte aan arbeidskrachten. Er werden dan ook extra maatregelen genomen met betrekking tot de grens van 475 uur per kalenderjaar voor studentenarbeid in bepaalde sectoren (de wetttekst is gepublieerd).

Bedoelde werkgevers?

Deze maatregel is uitsluitend van toepassing in de zorgsector en het onderwijs.

Voor de zorgsector betreft het meer bepaald studenten die in de volgende sectoren worden tewerkgesteld:

  • PC 318 (gezins- en bejaardenhulp - werkgeverscategorie 211 en 611)
  • PC 319 (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten - werkgeverscategorie 062, 162, 462 en 962)
  • PC 330 (gezondheidsinrichtingen en -diensten - werkgeverscategorie 025, 125, 311, 330, 422, 430, 511, 512, 522, 711, 722, 735, 812, 822, 830 en 911)
  • PC 331 (Vlaamse welzijns- en gezondheidssector - werkgeverscategorie 122 en 322)
  • PC 332 (Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector -- werkgeverscategorie 022 en 222)
  • openbare zorginstellingen met volgende NACE-codes:
    • 86101 - algemene ziekenhuizen, muv geriatrische en gespecialiseerde ziekenhuizen
    • 86102 - geriatrische ziekenhuizen
    • 86103 - gespecialiseerde ziekenhuizen
    • 86104 - psychiatrische ziekenhuizen
    • 86109 - overige hospitalisatiediensten
    • 86901 - activiteiten medische laboratoria
    • 86903 - ziekenvervoer
    • 86906 - verpleegkundige activiteiten
    • 87101 - rust- en verzorgingstehuizen
    • 87109 - overige verpleeginstellingen  met huisvesting
    • 87301 - rusthuizen voor ouderen.

In tegenstelling tot de maatregel die in het 2e kwartaal 2020 van toepassing was (zie ons vorig artikel: "Coronavirus: 'studenturen' geneutraliseerd voor het 2e kwartaal 2020"), geldt deze maatregel dus niet voor alle sectoren.

Welke maatregel?

Neutralisering van studentenuren

In voornoemde sectoren komen studentenuren die tijdens het 4e kwartaal 2020 en het 1e kwartaal 2021 worden gepresteerd niet in aanmerking voor de berekening van het contingent van 475 uur per kalenderjaar met solidariteitsbijdrage.

In de praktijk:

  • een student die zijn contingent van 475 uur heeft opgebruikt in de voorafgaande kwartalen van 2020 of voor wie de uren voor het 4e kwartaal 2020 al volledig gereserveerd zijn, kan voor het 4e kwartaal nog altijd met solidariteitsbijdrage worden aangegeven (dus bovenop het contingent van 475 uur);
  • het contingent studenturen wordt vanaf 13 november 2020 aangepast voor de betrokken sectoren;
  • de gewone aangifteregels blijven gelden: Dimona 'STU' gevolgd door een DmfA-aangifte met de gepresteerde uren.

Beperking?

Deze maatregel geldt enkel voor:

  •  het 4e kwartaal 2020 en het 1e kwartaal 2021 (1 oktober 2020 - 31 maart 2021) en;
  •  de zorgsector en het onderwijs.

Wat op fiscaal vlak?

De fiscus sluit zich bij de RSZ aan. Er moet geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden op deze uren.

 

Bron:

- Tussentijdse instructies van de RSZ: "Uitbreiding studentenarbeid 4-2020 en 1-2021 in sommige sectoren – coronamaatregel"

- Wet van van 4 novembre 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19 pandemie, B.S. van 13 november 2020

 - Koninklijk besluit van 30 november 2020 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen voor studentenarbeid, BS 9 december 2020