Opsplitsing van ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand: het is zover!

Van 
94341

Het koninklijk besluit dat een grotere flexibiliteit bij het opnemen van thematisch verlof mogelijk maakt, is verschenen. De eerste aanvragen kunnen vanaf 1 juni 2019 worden ingediend.

Tot nu toe waren de volgende regels van toepassing:

  • ouderschapsverlof: dit verlof kan worden genomen per periode van minimum 1 maand/maximum 4 maanden (volledige schorsing), minimum 2 maanden/maximum 8 maanden (1/2 prestatievermindering), minimum 5 maanden/maximum 20 maanden (1/5 prestatievermindering) of minimum 10 maanden/maximum 40 maanden (1/10 prestatievermindering vanaf 1 juni 2019);
  • verlof voor medische bijstand: dit verlof moet worden genomen per periode van minimum 1 maand en maximum 3 maanden (volledige schorsing, 1/2 of 1/5 prestatievermindering) en dit gedurende 12, 24 of 48 maanden al naargelang de omstandigheden.

Om te beantwoorden aan nieuwe gezinsbehoeften werd een zekere flexibiliteit ingevoerd. De basisprincipes van de nieuwe, flexibelere combinaties werden opgenomen in een wet die op 6 oktober 2018 in werking is getreden. Voor de toepassing van deze maatregelen moest echter nog worden gewacht op een koninklijk besluit. Dit besluit is nu verschenen.

1. Opsplitsing van ouderschapsverlof

1.1. In welke gevallen?

1.1.1. Voltijds ouderschapsverlof

In geval van voltijds ouderschapsverlof (volledige schorsing) kan de werknemer het verlof in weken opsplitsen (in plaats van minimum 1 maand).

Met andere woorden: de periode van 4 maanden kan volledig of gedeeltelijk worden opgesplitst in periodes van een week of een veelvoud ervan.

Het is perfect mogelijk om de verschillende vormen van ouderschapsverlof te combineren. Men moet gewoon rekening houden met het volgende:

  • als de werknemer zijn verlof opsplitst in weken: vier maanden schorsing is gelijk aan 16 weken;
  • als de werknemer van vorm van ouderschapsverlof verandert na een opsplitsing in weken: vier weken schorsing is gelijk aan een maand schorsing.

1.1.2. Halftijds ouderschapsverlof

In geval van halftijds ouderschapsverlof kan de werknemer het verlof in maanden opsplitsen (in plaats van minimum twee maanden).

1.2. Akkoord van de werkgever

In beide voornoemde gevallen van opsplitsing is het akkoord van de werkgever vereist. De RVA gaat ervan uit dat de werkgever zijn akkoord heeft gegeven door ondertekening van het aanvraagformulier.

In geval van weigering moet de werkgever zijn beslissing schriftelijk aan de werknemer meedelen binnen een maand na de schriftelijke aanvraag van de werknemer.

Opgelet! Het akkoord van de werkgever is niet vereist:

  • als het resterend gedeelte minder dan vier weken bedraagt ingevolge een opsplitsing in weken;
  • als het resterend gedeelte één maand bedraagt ingevolge de opsplitsing in maanden van het halftijds ouderschapsverlof.

1.3. Recht op uitstel

In het kader van de bestaande vormen van ouderschapsverlof kan de werkgever de uitoefening van het recht op ouderschapsverlof uitstellen om gerechtvaardigde redenen in verband met het functioneren van de onderneming. In geval van gegrond uitstel gaat het ouderschapsverlof in ieder geval in uiterlijk 6 maanden na de maand waarin het gemotiveerde uitstel plaatshad.

Deze mogelijkheid tot uitstel is niet mogelijk voor in weken opgesplitst voltijds ouderschapsverlof noch voor in maanden opgesplitst halftijds ouderschapsverlof aangezien hiervoor al het akkoord van de werkgever vereist is.

Opgelet! Als het akkoord van de werkgever niet vereist is (zie hoger 1.2.: in geval van saldo), wordt recht op uitstel mogelijk.

1.4. Aanvraag opsplitsing: periode/blok

Als de werknemer een traditionele vorm van ouderschapsverlof aanvraagt, dan kan hij dit enkel doen voor één ononderbroken periode (bijvoorbeeld 15 maanden 1/5 vermindering).

Als de werknemer zijn ouderschapsverlof (volledige schorsing) in weken opsplitst, kan elke aanvraag betrekking hebben op verschillende niet-opeenvolgende periodes van een week of een veelvoud ervan, op voorwaarde dat de aangevraagde weken gespreid zijn over een periode van maximum drie maanden. De werknemer moet begin- en einddatum van elke periode vermelden in de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever.

Voorbeeld: één aanvraag die betrekking heeft op de periode van 5/8/2019 tot 18/08/2019 (2 weken) en de periode van 2/9/2019 tot 15/09/2019 (2 weken).

De werknemer moet voor zijn aanvraag bij de RVA voor elke periode een nieuw aanvraagformulier indienen, hij kan immers slechts één periode per formulier aanvragen.

In geval van halftijds ouderschapsverlof mag elke aanvraag enkel betrekking hebben op een ononderbroken periode.

2. Opsplitsing van verlof voor medische bijstand

2.1. Opsplitsing van de minimumperiode in geval van voltijds verlof

De minimumperiode van één maand kan worden ingekort tot een week, twee weken of drie weken (volledige schorsing).

2.2. Akkoord van de werkgever

Als de minimale schorsingsperiode wordt opgesplitst, dan is het akkoord van de werkgever vereist. De RVA gaat ervan uit dat de werkgever zijn akkoord heeft gegeven door ondertekening van het aanvraagformulier.

In geval van weigering moet de werkgever zijn beslissing schriftelijk aan de werknemer meedelen binnen twee werkdagen na de schriftelijke aanvraag van de werknemer.

Opgelet! Het akkoord van de werkgever is niet vereist als het resterend gedeelte van de volledige schorsing minder bedraagt dan de minimumperiode van één maand ingevolge een opsplitsing in weken.

2.3. Recht op uitstel

De werkgever kan het recht op verlof voor medische bijstand met een week (7 dagen) uitstellen. Hij moet de werknemer hiervan op de hoogte brengen binnen twee werkdagen na de schriftelijke kennisgeving van de werknemer. Uitstel is enkel mogelijk om redenen die verband houden met de goede werking van de onderneming.

Deze mogelijkheid tot uitstel is niet mogelijk voor in weken opgesplitst voltijds verlof voor medische bijstand aangezien hiervoor al het akkoord van de werkgever vereist is.

Opgelet! Als het akkoord van de werkgever niet vereist is (zie hoger 2.2.: in geval van saldo), wordt recht op uitstel mogelijk.

3. Uitkeringen

Het bedrag van de wekelijkse onderbrekingsuitkering is gelijk aan het maandbedrag gedeeld door 26 en vermenigvuldigd met het aantal dagen verlof.

4. Inwerkingtreding

Vanaf 1 juni 2019 heeft een werknemer de mogelijkheid een aanvraag tot splitsing van  ouderschapsverlof of verlof voor medische bijstand bij zijn werkgever in te dienen.

De datum van de schriftelijke kennisgeving kan bijgevolg niet voor 1 juni 2019 liggen.

Bron: Koninklijk besluit van 5 mei 2019 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de thematische verloven, BS 22 mei 2019.