Arbeidsdeal: Jaarlijks opleidingsplan

article image Van 

Werkgevers die 20 of meer werknemers tewerkstellen moeten jaarlijks een opleidingsplan opmaken.

De wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober 2022 is verschenen in het BS van 10 november 2022. Deze wet moet de maatregelen uitvoeren waartoe de regering heeft beslist in het kader van de arbeidsdeal.

Naast het toekennen van een individueel opleidingsrecht moeten werkgevers uit de privésector ook een jaarlijks opleidingsplan maken als zij 20 of meer werknemers in dienst hebben, dit in tegenstelling tot het individueel opleidingsrecht dat ook geldt voor ondernemingen met minstens 10 werknemers.

Wij lichten deze maatregel hierna toe.

1. Ondernemingen die 20 of meer werknemers tewerkstellen

Om na te gaan of de onderneming 20 of meer werknemers tewerkstelt, mag volgens de FOD WASO dezelfde berekeningswijze gebruikt worden als voor het recht op opleiding.

2. Informatieplicht

Jaarlijks, vóór 31 maart, moet via dit opleidingsplan, op papier of elektronisch, aan de werknemers van de onderneming een overzicht bezorgd worden van de opleidingen die aan bod kunnen komen en de doelgroepen waarvoor de verschillende opleidingen bestemd zijn. Het plan moet minimaal de formele en informele opleidingen bevatten waarvan sprake in het kader van het individuele opleidingsrecht en uitleggen op welke wijze het bijdraagt aan de investeringen in het individuele opleidingsrecht.

De werkgever is vrij om de opleidingen te bepalen, maar de arbeidsdeal vraagt wel bijzondere aandacht voor werknemers die bijzondere noden kunnen hebben op vlak van opleidingen omtrent skills en competenties. Denk daarbij aan risicogroepen, oudere werknemers (van minstens 50 jaar oud), werknemers met een handicap en werknemers tewerkgesteld in knelpuntberoepen.

De arbeidsdeal vraagt daarnaast ook bijzondere aandacht aan de genderdimensie: De werkgever is volledig vrij in de wijze waarop hij het opleidingsplan opstelt. Rekening houden met de genderdimensie slaat dat kwantitatief op het gegeven dat er wordt naar gestreefd dat er geen ongelijke behandeling naar gender of ongelijke kansen zijn naar gender in het uitgestippelde opleidingsbeleid van het opleidingsplan. Kwalitatief kan het betekenen dat in het opleidingsaanbod aandacht wordt besteed aan vorming met betrekking tot  gendergelijkheid, preventie van discriminatie, etc.

De Arbeidsdeal voorziet ook de mogelijkheid voor de sectoren om via cao eventueel zelf de inhoud en voorwaarden te bepalen waaraan het opleidingsplan op ondernemingsniveau zou moeten voldoen. Deze cao moet dan wel neergelegd worden uiterlijk op 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de voorwaarden van het plan moeten worden toegepast. Voor het jaar 2023 is dit uitzonderlijk vastgelegd op 30 november 2022. Cao’s afgesloten voor een onbepaalde duur in toepassing van de interprofessionele opleidingsdoelstellingen zoals bepaald in de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, blijven van toepassing indien zij beantwoorden aan de voorwaarden voorzien door de de nieuwe reglementering inzake recht op opleiding en het opmaken van een opleidingsplan.

3. Sociaal overleg

Bij het opmaken van dit plan moet de werkgever ook het intern sociaal overleg respecteren: het opleidingsplan moet dus voorafgaandelijk voorgelegd worden aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, ten minste vijftien dagen voor de vergadering die wordt gepland met het oog op het onderzoeken ervan. De ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart. Als er geen ondernemingsraad noch vakbondsafvaardiging in de onderneming is, legt de werkgever het opleidingsplan voor aan de werknemers tegen uiterlijk 15 maart.

4. Het plan

Dit opleidingsplan kent een minimale duurtijd van één jaar. Een plan kan voor meerdere jaren gelden op voorwaarde dat de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging of, als er geen afvaardiging is, rechtstreeks de werknemers daarmee akkoord zijn.

Volgens de FOD WASO kan het opleidingsplan met terugwerkende kracht in werking treden : de datum van inwerkingtreding kan 1 januari 2023 zijn als het sociaal overleg uiterlijk op 15 maart 2023 heeft plaatsgehad en het plan uiterlijk 31 maart 2023 wordt overgemaakt aan de werknemers en de FOD WASO.

De werkgever moet binnen de maand na de inwerkingtreding van het opleidingsplan op elektronische wijze een afschrift daarvan aan de aangewezen ambtenaar verzenden. Een koninklijk besluit moet wel de inwerkingtreding van deze verplichting vastleggen alsmede de nadere regels en voorwaarden waaronder deze verzending dient te gebeuren.

Het opleidingsplan wordt vervolgens bewaard in de onderneming.  De werknemers en hun vertegenwoordigers hebben op eenvoudige vraag toegang tot het opleidingsplan.

5. Inwerkingtreding

Deze maatregel treedt in werking op 1 september 2022. Dit betekent dat een eerste concreet opleidingsplan pas op 15 maart 2023 moet klaar zijn voor bespreking.