Beslag en overdracht: vatbaar gedeelte vanaf 1/10/2021

Van 

Op 1/10/2021 stopt de toepassing van de tijdelijke verhoging van de niet voor beslag en overdracht vatbare schijven van inkomsten uit arbeid of vervangingsinkomsten van particulieren.


In het kader van de coronamaatregelen werden de niet voor beslag en overdracht vatbare schijven van inkomsten uit arbeid of vervangingsinkomsten van particulieren tijdelijk verhoogd tot 30 september 2021. Deze tijdelijke verhoging wordt niet verlengd. Vanaf 1 oktober worden dus opnieuw de bedragen van toepassing die op 1 januari 2021 werden geïndexeerd. 

Het nieuwe niet voor beslag en overdracht vatbare gedeelte is van toepassing op elke betaling van 1 oktober tot 31 december 2021 van een inkomen uit arbeid of een vervangingsinkomen dat voor beslag/overdracht in aanmerking komt.

Wat is het voor beslag/overdracht vatbare gedeelte van inkomsten uit arbeid vanaf 1/10/2021?

Vanaf 1 oktober 2021 wordt het deel van de inkomsten uit arbeid dat in aanmerking komt voor beslag of overdracht, bepaald aan de hand van de volgende loonschijven en -grenzen:

Nettoloongrenzen

Voor beslag of overdracht vatbaar gedeelte

Op het loongedeelte onder of gelijk aan € 1.149 

€ 0 

Op het loongedeelte tussen € 1.149,01 en € 1.235 

20 % (= max. € 17,2)

Op het loongedeelte tussen € 1.235,01 en € 1.362 

30 % (= max. € 38,1)

Op het loongedeelte tussen € 1.362,01 en € 1.490

40 % (= max. € 51,2)

Op het loongedeelte boven € 1.490

alles

 

Bijgevolg kan een werknemer met een nettomaandloon van meer dan € 1.490 vanaf 1 oktober 2021 in geval van beslag of overdracht alleszins een bedrag van € 1.383,5 overhouden: boven dit bedrag is alles vatbaar voor beslag of overdracht. 

Als de werknemer naast zijn maandloon sociale uitkeringen (ook vervangingsinkomsten genoemd) ontvangt, dan worden deze uitkeringen bij het loon gevoegd en zijn bovenvermelde loonschijven en -grenzen op dit gecumuleerde bedrag van toepassing. Onder sociale uitkeringen verstaat men bijvoorbeeld werkloosheidsuitkeringen of uitkeringen betaald door een fonds voor bestaanszekerheid, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, enz.

Wat is het voor beslag/overdracht vatbare gedeelte van sociale uitkeringen vanaf 1/10/2021?

Als de werknemer daarentegen ten laste van zijn werkgever enkel inkomsten ontvangt die als ‘sociale uitkeringen’ worden bestempeld, dan wordt het voor beslag en overdracht vatbare gedeelte van deze inkomsten vanaf 1 oktober 2021 bepaald op basis van de volgende loonschijven en -grenzen: 

Nettoloongrenzen

Voor beslag of overdracht vatbaar gedeelte

Op het loongedeelte onder of gelijk aan € 1.149 

€ 0 

Op het loongedeelte tussen € 1.149,01 en € 1.235 

20 % (= max. € 17,2)

Op het loongedeelte tussen € 1.235,01 en € 1.490

40 % (= max. € 102)

Op het loongedeelte boven € 1.490

alles

   

 

Als het nettobedrag van dit vervangingsinkomen dus € 1.490 overschrijdt, dan ontvangt de werknemer met een beslag/overdracht alleszins € 1.370,8, hetzij minder dan als het om een ‘gewoon’ arbeidsinkomen zou gaan.

Welke verhoging per kind ten laste is op deze gedeelten van toepassing vanaf 1/10/2021?

Vanaf 1 oktober 2021 worden deze bedragen verhoogd met € 71 per kind ten laste.

 

Wettelijke referentie:

Koninklijk besluit van 10 december 2020 tot uitvoering van artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek (BS van 17 december 2020)