Betaalde sportbeoefenaars : minimumloon voor het seizoen 2021 - 2022

Van 

Het minimumbedrag voor betaalde sportbeoefenaars op 1 juli 2021.


Een KB van 11 mei 2021 (BS 28 mei 2021) bepaalt het minimumbedrag van het loon dat een sportbeoefenaar moet verdienen om onderworpen te zijn aan de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.

Deze wet is ook van toepassing op voetbaltrainers, voetbalscheidsrechters evenals op trainers in het basketbal, het volleybal en het wielrennen op voorwaarde dat het loon van deze personen het voornoemd minimbedrag bereikt.

Voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 bedraagt het minimumloon 10.824 EUR. 

Het bedrag van 10.824 EUR dient ook om uit te maken of de sportbeoefenaar al dan niet onder de wet van 24 februari 1978 op de betaalde sportbeoefenaars valt en derhalve onder het nationaal paritair Comité voor de Sport, PC. 223.

Opgelet, het PC 223 voorziet ook een gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen voor de werknemers die normale voltijdse arbeidsprestaties verrichten. Het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen bedraagt het dubbele van het loonbedrag dat wordt vermeld in het koninklijk besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd. De evolutie van het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen kan u consulteren onder het hfdst.0403.

Ditzelfde bedrag heeft ook een invloed op het sociale zekerheidsstelsel van de sportbeoefenaar:

  1. Een betaalde sportbeoefenaar is, zonder de mogelijkheid om het tegendeel te beweren, onderworpen aan het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers. Zijn sportclub moet hem dus aangeven aan het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers. Van zodra hij dit (absoluut) bedrag bereikt moet hij, eventueel met terugwerkende kracht voor het lopend seizoen, onderworpen worden aan het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers.
  2. Een sportbeoefenaar die geen "betaalde sportbeoefenaar" is omdat hij niet meer verdient dan het vooropgestelde jaarbedrag waarvan sprake in punt 1° hierboven, zal ook aan aan het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers moeten aangegeven worden indien hij werknemer is, m.a.w. indien kan aangetoond worden dat hij werkt in uitvoering van een arbeidsovereenkomst gesloten met een werkgever.

Verwar dit bedrag niet met het bedrag dat men in aanmerking neemt voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen. Indien het bruto maandloon van de sportbeoefenaar meer bedraagt dan 2.425,64 EUR (vanaf 1 juli 2021) bedraagt, moeten de bijdragen op dit plafond worden berekend, zoniet op het werkelijk verdiende loon.