Coronavirus: premie om de verschuldigde sociale bijdragen voor het 3e kwartaal 2020 te compenseren voor toeleveranciers van werkgevers die moesten sluiten

article image Van 

De toeleveranciers van werkgevers die begin november moesten sluiten of zwaar zijn getroffen door de coronamaatregelen zullen een premie ontvangen om de verschuldigde sociale bijdragen voor het 3e kwartaal 2020 te compenseren. Vergeet niet om de aanvraag in te dienen bij de RSZ uiterlijk tegen 15/02/2021!

Context

Een premie om de verschuldigde sociale bijdragen voor het 3e kwartaal 2020 te compenseren voor werkgevers die moesten sluiten wordt toegekend om de liquiditeitsproblemen van deze werkgevers te verlichten en de tewerkstelling maximaal te behouden.

Een gelijkaardige maatregel wordt nu ook voorzien voor de toeleveranciers van werkgevers die begin november moesten sluiten,

Voor welke werkgevers?

Algemene voorwaarden voor alle toeleveranciers

Tot de privésector behoren

Deze maatregel is van toepassing op werkgevers uit de privésector.

Toeleveranciers zijn

Omzet die voor tenminste 20% resulteerde uit goederen en/of diensten geleverd aan bedrijven die verplicht moesten sluiten

De werkgevers die van deze maatregel kunnen genieten (toeleveranciers) zijn werkgevers die kunnen aantonen dat:

  • 20% van hun omzet in 2019 is gebaseerd op activiteiten die goederen en/of diensten leveren aan werkgevers die begin november moesten sluiten.

    • NB : een onderneming die haar activiteiten in 2020 hebben aangevat moet deze voorwaarde voor 2020 navullen.

Ter herinnering: de bedrijven die moesten sluiten behoren tot de volgende sectoren:

  • inrichtingen die behoren tot de horeca (PC 302) en andere eet- en drankgelegenheden

    • met uitzondering van eet- en drinkgelegenheden en grootkeukens voor verblijf-, school-, leef- en werkgemeenschappen;
  • discotheken, dancings;
  • ondernemingen die tot de evenementensector behoren;
  • ondernemingen die tot de sector van de uitvoerende kunsten behoren;
  • uitbaters van kermisattracties;
  • pret- en dierenparken, historische sites en monumenten en musea;
  • ondernemingen die tot de sector van de filmvertoning behoren;
  • ondernemingen die tot de sportsector behoren;
  • ondernemingen die tot de toeristische sector behoren, enkel voor de activiteiten die vallen onder reisbureaus;
  • casino's;
  • welzijnscentra;
  • autorijscholen;
  • ondernemingen die tot de kappers- en schoonheidszorgsectoren behoren;
  • tatoeage- en piercingsalons;
  • ondernemingen die tot  de sector van de dierenverzorging behoren;
  • garages en handel in voertuigen en de carwash bedrijven op voorwaarde dat deze moesten sluiten voor het publiek;
  • sommige ondernemingen die tot de kleinhandel behoren;
  • ondernemingen die behoren tot de sector van de buitenschoolse opleiding en de verenigingen, op voorwaarde dat ze moesten sluiten voor het publiek.

Voor meer bijzonderheden over de betrokken werkgeverscategorieën en NACE-codes verwijzen we u naar de website van de RSZ: Premie voor de compensatie van RSZ-bijdragen van het derde kwartaal 2020 - coronamaatregel (24/12/2020)

Rechtstreeks verband tussen de toeleverancier en de onderneming die moest sluiten

Er moet een rechtstreeks verband bestaan tussen de toeleverancier en de onderneming die verplicht moest sluiten. Werkgevers die leveren aan toeleveranciers van een onderneming die verplicht heeft moeten sluiten, kunnen deze maatregel niet genieten.

  • Voorbeeld: een bedrijf A, een restaurant, moest sluiten op basis van de KB van 28/10/2020. Werkgever B levert groenten en fruit aan A. B heeft zelf een contract met een bedrijf C, een tuinder, om alle groenten en fruit te kunnen aanbieden die nodig zijn voor de werking van A. B zal van de maatregel kunnen profiteren, maar C niet, aangezien deze laatste geen rechtstreeks verband met A heeft.

Actief zijn aan het eind van het 3e kwartaal 2020

De werkgever moet nog actief zijn aan het eind van het 3e kwartaal 2020 – namelijk op 30.09.2020 – om deze premie te ontvangen.

Bijkomende voorwaarden in verband met de categorie van de toeleverancier

Als de werkgever kan bewijzen dat hij aan de algemene voorwaarden voldoet, moet hij nog een bijkomende voorwaarde naleven.

Deze bijkomende voorwaarde varieert afhankelijk van de categorie waartoe de werkgever behoort.

Er zijn drie categorieën te onderscheiden:

  • BTW-plichtige werkgevers die een periodieke BTW-aangifte indienen
  • BTW-plichtige werkgevers die geen periodieke BTW-aangifte indienen
  • Werkgevers die niet BTW-plichtig zijn

Categorie 1: BTW-plichtige werkgevers die een periodieke BTW-aangifte indienen

Deze werkgevers kunnen aanspraak maken op de maatregel als ze aan de volgende voorwaarde voldoen (in aanvulling op de algemene voorwaarden – zie hierboven):

  • een effectieve daling van minstens 65% van de omzet (resulterend uit verrichtingen die in kader 2 moeten worden opgenomen van de periodieke BTW-aangiften):

    • in het 2e kwartaal 2020 ten opzichte van de 2e kwartaal 2019 of van de 1e kwartaal 2020 OF
    • in het 4de kwartaal 2020 ten opzichte van de 4e kwartaal 2019 of van de 3e kwartaal 2020.

Samengevat:

De werkgever moet de daling van 65% van zijn omzet bewijzen op…

 K2020/2 ten opzichte van K2019/2

OF K2020/2 ten opzichte van K2020/1

OF K2020/4 ten opzichte van K2019/4

OF K2020/4 ten opzichte van K2020/3

Categorie 2: BTW-plichtige werkgevers die geen periodieke BTW-aangifte indienen

Deze werkgevers kunnen aanspraak maken op de maatregel als ze aan de volgende voorwaarde voldoen (in aanvulling op de algemene voorwaarden – zie hierboven):

  • een effectieve daling van minstens 65% van de bij de RSZ aangegeven loonmassa:

    • in het 2e kwartaal 2020 ten opzichte van het 2e kwartaal 2019 of het 1e kwartaal 2020, OF
    •  in het 4e kwartaal 2020 ten opzichte van het 4e kwartaal 2019 of het 3e kwartaal 2020.

Samengevat:

De werkgever moet een daling van 65 % van zijn loonmassa bewijzen op...

 K2020/2 ten opzichte van K2019/2

OF K2020/2 ten opzichte van K2020/1

OF K2020/4 ten opzichte van K2019/4

OF K2020/4 ten opzichte van K2020/3

Categorie 3: werkgevers die niet BTW-plichtig zijn

Deze werkgevers kunnen aanspraak maken op de maatregel als ze aan de volgende voorwaarde voldoen (in aanvulling op de algemene voorwaarden – zie hierboven):

  • een effectieve daling van minstens 65% van de bij de RSZ aangegeven loonmassa

    • in het 2de kwartaal 2020 ten opzichte van het 2e kwartaal 2019 of het 1e kwartaal 2020, OF
    •  in het 4e kwartaal 2020 ten opzichte van het 4e kwartaal 2019 of het 3e kwartaal 2020.

Samengevat:

De werkgever moet een daling van 65 % van zijn loonmassa bewijzen op...

 K2020/2 ten opzichte van K2019/2

OF K2020/2 ten opzichte van K2020/1

OF K2020/4 ten opzichte van K2019/4

OF K2020/4 ten opzichte van K2020/3

Procedure

Aanvraag van de premie via een online tool

De RSZ stelt een online tool ter beschikking van de werkgevers om hun aanvraag in te dienen.

De werkgever moet via de online tool een aanvraag indienen om van de maatregel te kunnen genieten.

Een aanvraag is mogelijk tot 15/02/2021.

Wij raden u aan het bewijs te bewaren dat u wel degelijk aan de voorwaarden van de maatregel voldoet (minimaal 20% van de omzet = gegenereerd door de levering van goederen en/of diensten aan bedrijven die hebben moeten sluiten; etc.).

Belang van de e-box

Werkgevers die, na de aanvraag via de online tool, kunnen genieten van de compensatiepremie, worden hiervan op elektronisch wijze in kennis gesteld via hun e-box.

Werkgevers zonder e-box zullen deze bevestiging per post ontvangen.

Bedrag van de premie

Berekening in meerdere stappen

1. Berekening van het bedrag op basis van de gegevens van het 1ste kwartaal 2020 (eerste berekening)

De RSZ zal eerst de premie berekenen op basis van

  • het bedrag van de netto patronale basisbijdrage van het 1e kwartaal 2020 (met inbegrip van de loonmatigingsbijdrage) en,
  • de patronale solidariteitsbijdrage verschuldigd voor studenten in het 1e kwartaal 2020 (=gedeelte ten laste van de werkgever, namelijk 5,42%).

2. Voorlopige berekening van de premie op basis van de gegevens van het 3e kwartaal 2020 (tweede berekening)

De RSZ zal de premie berekenen op basis van:

  • het bedrag van de netto patronale basisbijdrage van het 3e kwartaal 2020 (met inbegrip van de loonmatigingsbijdrage) en,
  • de patronale solidariteitsbijdrage verschuldigd voor studenten in het 3e kwartaal 2020 (=gedeelte ten laste van de werkgever, namelijk 5,42%).

3. Definitieve berekening van de premie (het hoogste bedrag wordt in aanmerking genomen)

De RSZ zal het bedrag van het 1e kwartaal 2020 (eerste berekening) en het bedrag van het 3e kwartaal 2020 (tweede berekening) vergelijken.

De definitieve premie komt overeen met het hoogste bedrag.

Toelichting

De netto patronale basisbijdrage

De premie komt overeen met de netto patronale basisbijdrage. We moeten dus twee punten toelichten.

  • Sommige bijzondere bijdragen komen (die geen basisbijdragen zijn) komen niet in aanmerking:

    • bijdragen voor jaarlijkse vakantie,
    • de bijzondere bijdrage voor de arbeidsongevallen,
    • de bijdrage voor het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen,
    • de bijdrage voor een Fonds voor Bestaanszekerheid,
    • de bijzondere bijdrage voor flexijobs,
    • etc.
  • Het gaat over de netto patronale bijdrage, dus zonder de bestaande verminderingen van sociale bijdragen (structurele verminderingen en/of doelgroepverminderingen)

Eenmalige premie

De premie wordt éénmaal toegekend, zelfs als de werkgever aantoont dat hij een daling van zijn omzet of van zijn loonmassa op alle kwartalen heeft gekend (zie ook hieronder de bijkomende voorwaarden naargelang van de categorie van de toeleverancier).

De werkgever kan op verschillende kwartalen bewijzen dat hij aan de voorwaarden voldoet, maar hij mag niet meermaals de premie krijgen zelf als hij deze voorwaarden op alle kwartalen vervult.

En als de werkgever in aanmerking komt voor de compensatiepremie voor toeleveranciers en ook voor de premie voor de ondernemingen die begin november moesten sluiten?

Het is mogelijk dat een werkgever aan de voorwaarden voor de twee premies voldoet:

In dit geval worden de bedragen van beide premies vergeleken. Als de compensatiepremie voor de toeleveranciers hoger is, dan wordt het surplus aan de werkgever toegekend (er is geen 2e premie).

Aanwending van de premie

Daling van de omzet of van de loonmassa van de 2e kwartaal 2021

De premie zal in eerste instantie worden aangewend om de bijdragen voor het 1e kwartaal 2021  en vervolgens om de eventuele oudere verschuldigde bedragen te betalen. Indien er na toerekening een saldo overblijft, kan de werkgever om de uitbetaling ervan verzoeken.  Wanneer de werkgever niet om uitbetaling verzoekt, zal het saldo worden aangewend voor de eerstvolgende bedragen die aan de RSZ verschuldigd zijn.

Daling van de omzet of van de loonmassa van de 4e kwartaal 2020

De premie zal in eerste instantie worden aangewend om de bijdragen voor het 2e kwartaal 2021  en vervolgens om de eventuele oudere verschuldigde bedragen te betalen. Indien er na toerekening een saldo overblijft, kan de werkgever om de uitbetaling ervan verzoeken.  Wanneer de werkgever niet om uitbetaling verzoekt, zal het saldo worden aangewend voor de eerstvolgende bedragen die aan de RSZ verschuldigd zijn.

Bron:

-Tussentijdse instructies van de RSZ voor het 4e kwartaal 2020: Premie voor de compensatie van de RSZ-bijdragen van het derde kwartaal 2020-toeleveranciers - toeleveranciers update 25/01/2021-coronamaatregel (25.01.2021)

- KB van 16 december 2020 tot uitvoering van artikel 15 van de wet van 24 november 2020 met het oog op steunmaatregelen in het kader van de Covid-19 pandemie, B.S. 21 december 2021