Coronavirus: werknemer in SWT en werkhervatting in een vitale sector

Van 

Elke werkloze in SWT heeft de mogelijkheid om het werk tijdelijk te hervatten in een vitale sector en daarbij (een deel) van zijn werkloosheidsuitkeringen te behouden.


Als een werkloze met bedrijfstoeslag het werk tijdelijk hervat in een vitale sector, dan kan hij een deel van zijn werkloosheidsuitkeringen behouden.

Vitale sectoren zijn sectoren die een zeer groot tekort aan werknemers tellen:

  • PC 144: landbouw, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever.
  • PC 145: tuinbouw met uitzondering van de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen.
  • PC 146: bosbouwbedrijf.
  • PC 322: uitzendarbeid in deze sectoren.

Opmerking: er werd dergelijke maatregelen voorzien wanneer een werkloze met bedrijfstoeslag het werk tijdelijk hervat in de zorgsector, het onderwijs, contactopsporingscentra en vaccinatiecentrum (zie ons artikel ter zake).

1. Bedrijfstoeslag en werkhervatting bij een ANDERE werkgever

De werknemer in SWT behoudt 75% van zijn werkloosheidsuitkering. De berekeningsformule wordt in het koninklijk besluit toegelicht.

Als de tijdelijke werkhervatting bij een andere werkgever plaatsheeft, dan is de algemene regeling van toepassing op de bedrijfstoeslag die wordt betaald door de werkgever die de werknemer in SWT heeft geplaatst: verplichte voortzetting van de betaling van de bedrijfstoeslag en van de sociale en fiscale vrijstelling ('hervatting type 1').

In geval van werkhervatting bij een andere werkgever verandert er niets ten opzichte van de regeling die in dit geval al bestond.

Geldigheidsduur: 1 april 2020 – 30 september 2021.

2. Bedrijfstoeslag en werkhervatting bij DEZELFDE werkgever

De werknemer in SWT behoudt 75% van zijn werkloosheidsuitkering. De berekeningsformule wordt in het koninklijk besluit toegelicht.

Als de tijdelijke werkhervatting plaatsheeft bij de werkgever die de werknemer in SWT heeft geplaatst (dezelfde werkgever), dan is er geen enkele verplichting om de bedrijfstoeslag door te betalen.

Als de werkgever in dit geval de betaling ervan toch wenst voort te zetten, wordt de sociale en fiscale regeling uitzonderlijk gewijzigd:

  • normaal: de doorbetaalde bedrijfstoeslag is onderworpen aan gewone sociale zekerheidsbijdragen en normale bedrijfsvoorheffing (zoals loon) (‘hervatting type 2’);
  • coronaperiode (april-augustus 2020): de bedrijfstoeslag wordt uitzonderlijk en tijdelijk vrijgesteld van sociale bijdragen en belasting (zie ons artikel van 29 april 2020) (en tijdelijk beschouwd als (‘hervatting type 1’).

In geval van werkhervatting bij dezelfde werkgever werden de regels voor april en mei 2020 gewijzigd.

Geldigheidsduur: 1 april 2020 – 31 augustus 2020.

Dus, sinds 1 september 2020, als een SWT-er het werk hervat bij zijn ex-werkgever, verliest hij zijn werkloosheidsuitkering tijdens de werkhervatting. Als de werkgever de bedrijfstoeslag toch verder betaalt, is die toeslag onderworpen aan gewone sociale zekerheidsbijdragen en normale bedrijfsvoorheffing (zoals loon).

Bronnen: Koninklijk besluit van 23 april 2020 tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, BS 30 april 2020. Verlengingen: KB van 4 juni 2020, BS 10 juni 2020 ; KB van 15 juli 2020, BS 17 juli 2020 ; KB van 13 september 2020, BS 17 september 2020 ; KB van 13 december 2020, BS 18 januari 2021, KB van 2 mei 2021, BS 7 mei 2021. KB van 11 juli 2021, BS 19 juli 2021.