Fiscale vrijstelling sociaal passief: spreiding over vijf jaar

Van 
93450

De wet van 26 december 2013 inzake het eenheidsstatuut introduceerde in 2014 een belastingvrijstelling voor werkgevers die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of de personenbelasting. De regeling treedt in realiteit evenwel pas dit jaar effectief in werking. De recent goedgekeurde wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen, wijzigt het fiscale voordelen: de wet spreidt de belastingvrijstelling over vijf jaar, en brengt een aantal verduidelijkingen aan.

Waar ging het alweer over?

In 2014 berichtten we reeds over de fiscale vrijstelling voor sociaal passief. De eenheidsstatuutwet van 26 december 2013 introduceerde een belastingvrijstelling voor werkgevers die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of aan de personenbelasting.

De belastingvrijstelling bedraagt per belastbaar tijdperk:

  1. drie weken loon voor werknemers met minstens zes begonnen dienstjaren, gerekend vanaf 1 januari 2014, en dit totdat de werknemer zijn 21e begonnen dienstjaar berekend, wederom gerekend vanaf 1 januari 2014;
  1. één week loon voor werknemers met minstens 21 begonnen dienstjaren, gerekend vanaf 1 januari 2014.

Het in aanmerking komende loon is wel geplafonneerd.

Verlaat de werknemer de onderneming, ongeacht de reden, dan moet het voor die werknemer totale reeds vrijgestelde bedrag meegenomen worden in het belastbare resultaat  van het belastbare tijdperk waarin het vertrek plaatsvond.
Het fiscale voordeel moet dus ernstig genuanceerd worden.
Meer informatie vindt u in ons actualiteitsbericht van 6 juni 2014.

Gelet de anciënniteitvoorwaarden treedt de regeling in realiteit pas in werking voor de boekjaren die ten vroegste in 2019 worden afgesloten.

Recente wijzigingen

De recente wet van 11 februari 2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen, wijzigt de reglementering.
Deze wet spreidt de belastingvrijstelling over vijf jaar.  De bovenvermelde belastingvrijstelling van drie weken of één week zal men dus niet integraal genieten in het betrokken belastbare tijdperk. Neen, de belastingvrijstelling wordt in vijf gelijke delen gespreid over het betrokken en de vier daaropvolgende belastbare tijdperken.

Als bijlage een rekenvoorbeeld ter illustratie.

Klaarblijkelijk is de spreiding een – complexe - budgettaire maatregel ten behoeve van de overheidsfinanciën.

De aanpassing treedt in werking op 1 januari 2019, en is dus van toepassing op elke fiscale vrijstelling voor sociaal passief.

Nog veel onduidelijkheden

De wet brengt ook een aantal verduidelijkingen aan met het oog op de berekening van de belastingvrijstelling. Maar talloze onduidelijkheden blijven. Vooral het bezoldigingsbegrip blijft vaag: welke looncomponenten komen wel/niet in aanmerking, wat met achterstallig uitbetaald loon en wat in geval van een salary split.

Ook is het onduidelijk wat de impact van een overgang van onderneming is, alsook kortstondige onderbrekingen van de dienstanciënniteit (bijvoorbeeld een weekend of feestdag).

Een eerste reeks vragen werd inmiddels door de erkende sociale secretariaten voorgelegd aan de FOD Financiën. We volgen het dossier nauwgezet op.

Bron : wet van 11 februari 2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad 22 maart 2019 - link)