Geen sociale werkgeversbijdragen meer bij aanwerving van een eerste werknemer vanaf 2016!

Van 
76509

Nieuwe werkgevers die in 2016 hun eerste werknemer aanwerven, betalen geen patronale basisbijdragen en dit voor een onbepaalde duur.

Goed nieuws! Bij aanwerving vanaf 1 januari 2016 van een eerste werknemer worden de patronale basisbijdragen tot nul teruggebracht en dit voor onbepaalde duur. De uitvoeringsbesluiten om dit mogelijk te maken en waarop we wachtten, zijn uiteindelijk verschenen in het Belgisch Staatsblad.

Welke wijzigingen als ik vanaf 1 januari 2016 een eerste werknemer in dienst neem?

Ter herinnering: reglementering vóór 1 januari 2016

De vermindering van de patronale bijdragen voor de aanwerving van een eerste werknemer was als volgt:

Type 5 kwartalen 4 kwartalen 4 kwartalen
1e aanwerving 1550€/K 1050€/K 450€/K

Vanaf 1 januari 2016

Er zijn geen patronale basisbijdragen meer verschuldigd voor de eerste werknemer die tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020 in dienst wordt genomen en dit voor onbepaalde duur.

De patronale basisbijdrage bedraagt in principe 32,40 % :

Pensioenen 8,86 %
Ziekte en invaliditeit - geneeskundige verzorging 3,80 %
Ziekte en invaliditeit - uitkeringen 2,35 %
Werkloosheid 1,46 %
Begeleidingsplan voor jongeren 0,05 %
Beroepsziekten 1,00 %
Fonds Arbeidsongevallen 0,30 %
Kinderbijslag 7,00 %
Kinderopvang 0,05 %
Betaald educatief verlof 0,05 %
Loonmatiging 7,48 %
Totaal 32,40 %

Welke wijzigingen als ik op 1 januari 2016 al mijn eerste werknemer in dienst heb?

De wettteksten voorzien overgangsmaatregelen. Er kunnen twee situaties worden onderscheiden.

1. De eerste werknemer met vermindering werd in 2015 in dienst genomen

De werkgever zal de nieuwe verminderingsbedragen genieten maar de duur van de vermindering zal niet worden verlengd.

We leggen dit even uit aan de hand van een voorbeeld.

U neemt de heer Jan in dienst op 1 januari 2015. Voor deze werknemer geniet u een vermindering van de patronale bijdragen eerste aanwerving. Op 1 januari 2016 blijft er als saldo van de vermindering in principe 1 verminderingskwartaal aan 1550 euro, 4 verminderingskwartalen aan 1050 euro en 4 verminderingskwartalen aan 450 euro, hetzij een saldo van 9 verminderingskwartalen (zie schema 'ter herinnering: reglementering vóór 1 januari 2016').

Gezien de overgangsregel geniet u vanaf 1 januari 2016 niet het saldo van bovenvermelde vermindering maar wel een volledige vrijstelling van patronale bijdragen (= nieuw bedrag 2016) beperkt tot de oorspronkelijke verminderingsduur. In dit geval resten er op 1 januari 2016 dus 9 verminderingskwartalen. U geniet dan ook gedurende 9 kwartalen een volledige vrijstelling van sociale bijdragen voor de heer Jean.

2. De eerste werknemer met vermindering werd vóór 2015 in dienst genomen

De overgangsregel is niet van toepassing en de vroegere regels blijven gelden (zie tabel: 'ter herinnering: reglementering vóór 1 januari 2016').

We geven een voorbeeld.

U neemt mevrouw Jeanne in dienst op 1 januari 2014. Voor deze werknemer geniet u een vermindering van de patronale bijdragen. Op 1 januari 2016 blijft er als saldo van de vermindering 1 verminderingskwartaal aan 1050 euro en 4 verminderingskwartalen aan 450 euro, hetzij een saldo van 5 verminderingskwartalen. De bedragen voor 2016 worden dus niet toegepast.

Aandachtspunten - de begrippen 'nieuwe werkgever' en 'technische bedrijfseenheid'

De gewone regels voor de vermindering eerste aanwervingen blijven van toepassing. We hernemen er hierna twee.

Wie kan als nieuwe werkgever worden gekwalificeerd?

Onder nieuwe werkgever verstaat men de werkgever die:

  • hetzij nooit onderworpen is geweest aan de wet van 27 juni 1969. Bijvoorbeeld mevrouw Janssens die een supermarkt opent;
  • hetzij gedurende ten minste 4 opeenvolgende kwartalen niet meer onderworpen was aan de wet van 27 juni 1969 voor de tewerkstelling van werknemers. Bijvoorbeeld een winkel die wegens de crisis twee jaar sluit. Hij kan de vermindering opnieuw genieten als hij weer een activiteit opstart.

Het begrip technische bedrijfseenheid?

Naast het feit dat het om een nieuwe werkgever moet gaan, moet men voor de toepassing van de vermindering ook nagaan of verschillende werkgevers samen geen zelfde technische bedrijfseenheid uitmaken (1). De eerste, tweede, derde, ...werknemer mag immers geen werknemer vervangen die in de loop van de 4 kwartalen die het kwartaal van indienstneming voorafgaan in dezelfde technische bedrijfseenheid tewerkgesteld was.

Voorbeeld:

Onderneming X en onderneming Y maken deel uit van dezelfde technische bedrijfseenheid (bijvoorbeeld zelfde economische groep, zelfde activiteiten, zelfde bestuur of zelfde adres, ... ). Onderneming X heeft 2 werknemers in dienst. Op 1 januari neemt onderneming Y die nog geen werknemers tewerkstelt een werknemer over van onderneming X zonder andere werknemers in dienst te nemen. De nieuw aangeworvene van onderneming Y vervangt een werknemer van onderneming X (die deel uitmaakt van dezelfde technische bedrijfseenheid) voor wie al een vermindering werd toegekend. Onderneming Y kan de doelgroepvermindering eerste aanwervingen dan ook niet genieten voor de aanwerving van zijn eerste werknemer op 1 januari.

Hoe gaat de RSZ controleren of er al dan niet vervanging is?

De RSZ gaat als volgt te werk:

  • men bepaalt het maximumaantal werknemers dat gelijktijdig in dezelfde technische bedrijfseenheid was tewerkgesteld in de loop van de vier kwartalen die de aanwerving voorafgaan (A);
  • men neemt het totale aantal werknemers dat door de nieuwe werkgever op de eerste dag van zijn bestaan wordt aangeworven, verhoogd met het aantal werknemers dat eventueel nog is tewerkgesteld door andere werkgevers in dezelfde technische bedrijfseenheid (B).

Als (B) gelijk is aan (A) is er vervanging en dus geen recht op een vermindering eerste aanwerving voor B.
We hernemen bovenvermeld voorbeeld:

  • A = 2;
  • B = 1 (bij Y) + 1 (bij X)= 2

Gezien A = B is er vervanging en dus geen recht op een vermindering eerste aanwerving bij werkgever Y.

Reden van dit begrip?

Door de invoering van het begrip TBE wou de wetgever fraudegevallen vermijden waarbij een persoon beslist verschillende afzonderlijke juridische entiteiten op te richten om in elke entiteit gebruik te kunnen maken van de doelgroepvermindering eerste aanwervingen terwijl het in feite dezelfde onderneming betreft.

 

(1) De RSZ kan van oordeel zijn dat verschillende juridische entiteiten één enkele technische bedrijfseenheid vormen wanneer kan bewezen worden dat:

  • deze juridische entiteiten ofwel deel uitmaken van eenzelfde economische groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling een economische band hebben, ofwel eenzelfde activiteit hebben of activiteiten die op elkaar afgestemd zijn;
  • en/of dat bepaalde elementen aanwezig zijn die wijzen op een sociale samenhang tussen deze juridische entiteiten, met name een gemeenschap van mensen verzameld in dezelfde gebouwen of in nabije gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer, een gemeenschappelijk personeelsbeleid, een arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomsten die gemeenschappelijk zijn of die gelijkaardige bepalingen bevatten.