Kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit: nieuwe regels in 2022

Van 

Wanneer een werkgever zelf de energiefacturen van zijn werknemers betaalt, maakt deze betaling in hoofde van de werknemers een voordeel van alle aard uit. De fiscus besliste de regels aan te scherpen. Vanaf dit jaar kan de forfaitaire raming van dit voordeel alleen worden toegepast als de werkgever ook de woning ter beschikking stelt.


Een werkgever kan beslissen de verwarmings- en elektriciteitskosten te betalen. In dat geval worden alle kosten gedragen door de werkgever en de factuur wordt aan de werkgever geadresseerd.

Deze voordelen, in de hoedanigheid van voordelen waarop de werknemer recht heeft uit hoofde van zijn dienstbetrekking, zijn onderworpen aan de bijdragen van de sociale zekerheid en aan de belastingen. De vraag die men zich dan ook stelt, is: wat is de waarde van die voordelen?

1. Fiscale raming

Dit voordeel wordt forfaitair geraamd zonder rekening te houden met het werkelijke verbruik. Er wordt evenwel een onderscheid gemaakt in functie van de genieter van deze verstrekking.

Voor 2022, worden de forfaits voor de bepaling van het voordeel van alle aard voor gratis verwarming en elektriciteit (gebruikt tot andere doeleinden dan verwarming) voor de bedrijfsleiders en directiepersoneel vastgesteld op:

  • 2.130 EUR per jaar voor verwarming;
  • 1.060 EUR per jaar voor elektriciteit gebruikt tot andere doeleinden dan verwarming.

Voor de andere genieters wordt het voordeel forfaitair vastgesteld op:

  • 960  EUR  per jaar voor verwarming;
  • 480 EUR per jaar voor elektriciteit gebruikt tot andere doeleinden dan verwarming.

Belangrijke wijzigingen voor 2022

De forfaitaire raming (zie hoger) is alleen van toepassing wanneer degene die het voordeel verleent ook het onroerend goed waarvoor het voordeel wordt verleend, ter beschikking stelt.

Wanneer een dergelijk onroerend goed niet ter beschikking wordt gesteld, moet de terbeschikkingstelling van verwarming en/of elektriciteit bijgevolg worden beoordeeld op basis van de werkelijke waarde voor de begunstigde.

Deze nieuwe regel trad in werking op 1 januari 2022 en is van toepassing op voordelen die vanaf die datum worden toegekend.

2. Sociale raming

Met betrekking tot de verwarmings- en elektriciteitskosten, worden de sociale bijdragen berekend op de werkelijke waarde ervan.

Voor een conciërge, is de raming van het voordeel in natura gebaseerd op de forfaitaire raming die de fiscus toepast.

Bron: Koninklijk besluit van 19 december 2021 tot wijziging van artikel 18, § 3, van het KB/WIB 92 op het stuk van de forfaitaire raming van de voordelen van alle aard voor de kosteloze verstrekking van verwarming en van elektriciteit, BS 27 december 2021.