U betrapt een van uw werknemers terwijl hij cannabis rookt. Hij verzekert u dat deze cannabis legaal is aangezien hij geen THC bevat. Hoe kan u reageren op dit fenomeen dat zich in uw onderneming voordoet?
CBD, legale cannabis,... Deze woorden zijn u zonder twijfel niet onbekend. Ze zijn het in ieder geval niet voor uw werknemers. Het verkrijgen van CBD (of legale cannabis) is heel eenvoudig geworden. Een steeds groter aantal winkels en webshops stellen diverse producten op basis van cannabis ter beschikking van gebruikers.
CBD in een notendop
CBD (of “legale cannabis”) is een bestanddeel van cannabis. Het wordt echter niet als een verdovend middel beschouwd vanwege zijn laag THC-gehalte (minder dan 0,2%). THC is de stof die verantwoordelijk is voor de psychoactieve effecten van cannabis. CBD op zich heeft enkel een kalmerende invloed.
Problematiek
Omdat het om een nieuw fenomeen gaat, heeft de Belgische wetgever de CBD-problematiek nog niet specifiek aangepakt.
Er bestaan twee relevante teksten ter zake:
- een Europese verordening die de verkoop en teelt van CBD toestaat;
- de wet van 24 februari 1921 betreffende verdovende middelen.
Uit deze teksten vloeit enerzijds voort dat CBD wegens zijn laag THC-gehalte geen drug is in de zin van de wetgeving inzake verdovende middelen.
Anderzijds zijn de geur en het uitzicht van CBD en 'klassieke cannabis' identiek. Ze zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Enkel laboratoriumtesten kunnen de aanwezigheid van THC opsporen.
Hoe kan u reageren ten opzichte van een werknemer die CBD gebruikt?
U betrapt een van uw medewerkers terwijl hij staat te blowen. De geur trekt uw aandacht ... Uw werknemer verzekert u dat het 'legale cannabis' is. Welke houding dient u aan te nemen?
Preventiebeleid inzake alcohol en drugs
Sinds 1 april 2010 verplicht de cao nr. 100 ondernemingen om een preventief alcohol- en drugsbeleid op te nemen in hun arbeidsreglement.
Deze cao bepaalt echter niet wat een drug is.
De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is zelf van oordeel dat een drug een stof is die een invloed heeft op de gevoelens, de zintuigen en waarneming of het bewustzijn van een persoon en tot afhankelijkheid kan leiden. De FOD hanteert dus een ruime definitie van het begrip.
Aangezien CBD echter geen drug is in de zin van de wet betreffende verdovende middelen, valt het in principe niet onder het toepassingsgebied van de cao nr. 100.
In de praktijk
Momenteel is de status van CBD onduidelijk. Voor zover u geen middelen hebt om na te gaan of de cannabis die uw werknemers gebruiken al dan niet THC bevat, lijkt het logisch ten opzichte van deze stof hetzelfde beleid te voeren als het beleid inzake drugs.
Het enige middel om zich ervan te vergewissen of het CBD en niet klassieke cannabis betreft, zou er namelijk in bestaan drugstests uit te voeren om het intoxicatieniveau van de betrokken werknemer vast te stellen. Deze tests zijn echter strikt gereglementeerd omdat ze noodzakelijkerwijs een inmenging in het privéleven van de werknemers tot gevolg hebben.
Om alle dubbelzinnigheid te vermijden, kunt u als werkgever het gebruik van CBD dan ook rechtmatig verbieden op de werkplaats en de sancties toepassen die voor hardleerse werknemers bepaald zijn in het arbeidsreglement ...
Het optreden van dit fenomeen is bovendien een goede gelegenheid om u ervan te vergewissen dat de bepalingen inzake alcohol- en drugspreventie in uw arbeidsreglement up to date zijn.
Klanten van GROUP S kunnen een model van bijlage bij het arbeidsreglement betreffende het preventiebeleid inzake alcohol en drugs (DocGenerator nr.91124) bekomen bij hun payroll advisor.
Bron