Moeten stagiairs met een beroepsinlevingsovereenkomst aan RSZ worden onderworpen?

Van 
74168

Vanaf 1 juli 2015 zijn enkel stagiairs tewerkgesteld in het kader van een beroepsinlevingsovereenkomst die voldoet aan 6 criteria aan RSZ onderworpen.

Sinds 1 januari 2013 zijn stagiairs tewerkgesteld in het kader van een beroepsinlevingsovereenkomst volgens dezelfde modaliteiten als leerlingen aan de sociale zekerheid voor werknemers onderworpen. Vanaf 1 juli 2015 wordt de onderwerping van stagiairs tewerkgesteld in het kader van een beroepsinlevingsovereenkomst gewijzigd.

De beroepsinlevingsovereenkomst: waarover gaat het?

De beroepsinlevingsovereenkomst heeft tot doel de situaties te reglementeren waarin een stagiair in het kader van zijn opleiding kennis of vaardigheden verwerft bij een werkgever door het uitvoeren van arbeidsprestaties.

Meer concreet moet deze overeenkomst worden gebruikt in het kader van een formule van ondernemingsstage waarvoor geen juridische omkadering bestaat.

Wat verandert er ten opzichte van de RSZ?

Voorheen (sinds 1 januari 2013)*:

Jongeren die in dienst worden genomen met een beroepsinlevingsovereenkomst zijn aan de sociale zekerheid voor werknemers onderworpen volgens dezelfde modaliteiten als de leerlingen.

Nu (vanaf 1 juli 2015)** :

Enkel de stagiairs tewerkgesteld in het kader van een beroepsinlevingsovereenkomst die aan hierna vermelde criteria voldoen, zijn onderworpen aan de sociale zekerheid:

  • de opleiding bestaat uit een deel dat wordt uitgevoerd op de werkvloer en een deel dat wordt uitgevoerd binnen of op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van een onderwijs- of opleidingsinstelling. Deze twee onderdelen beogen samen de uitvoering van één enkel opleidingsplan, zijn daarom op elkaar afgestemd en wisselen elkaar geregeld af.
  • de opleiding leidt tot een beroepskwalificatie.
  • het deel dat wordt uitgevoerd op de werkvloer voorziet op jaarbasis een gemiddelde arbeidsduur van minstens 20 uren per week, zonder rekening te houden met de feest- en vakantiedagen.
  • het deel dat wordt uitgevoerd binnen of op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van een onderwijs- of opleidingsinstelling omvat op jaarbasis (aantal uren dat kan worden berekend naar rato van de totale duur van de opleiding, met inbegrip van de lesuren waarvoor de stagiair eventueel een vrijstelling, toegekend door voormelde onderwijs- of opleidingsinstelling, geniet):
    • minstens 240 lesuren voor jongeren die onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht;
    • minstens 150 lesuren voor jongeren die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht.
  • beide delen van de opleiding worden uitgevoerd in het kader van en worden gedekt door een overeenkomst waarbij de werkgever en de leerling betrokken partij zijn.
  • de overeenkomst voorziet een financiële bezoldiging ten laste van de werkgever die als loon moet worden beschouwd.

Welke onderwerping?

Tot 31 december van het jaar waarin de stagiair de leeftijd van 18 jaar bereikt

Wanneer de beroepsinlevingsovereenkomst aan de 6 criteria voldoet, is de stagiair gedeeltelijk onderworpen aan de sociale zekerheid (=dezelfde modaliteiten als leerlingen).

Vanaf 1 januari van het jaar waarin de stagiair de leeftijd van 19 jaar bereikt

De stagiair met een beroepsinlevingsovereenkomst die aan de 6 criteria voldoet, wordt als een gewone werknemer onderworpen, namelijk aan alle socialezekerheidsstelsels (=dezelfde modaliteiten als leerlingen).

Wat met de overeenkomsten die niet aan de 6 criteria voldoen?

Als u te maken krijgt met een beroepsinlevingsovereenkomst die niet aan de 6 criteria voldoet, moet de stagiair niet aan de sociale zekerheid worden onderworpen, behalve uiteraard als het doel van de stage niet het verwerven van praktische ervaring in het kader van een opleiding, maar eerder het verrichten van arbeidsprestaties is.

Voor deze stagiairs moet een Dimona zonder Dmfa worden opgesteld.

Wat met overeenkomsten waarvan de uitvoering vóór 1 juli 2015 begon?

De beroepsinlevingsovereenkomsten waarvan de uitvoering vóór 1 juli 2015 begon, blijven tot het einde van de overeenkomst onderworpen aan de bepalingen die vóór 1 juli 2015 van toepassing waren. De beroepsinlevingsovereenkomsten van voor 1 juli 2015 moeten dus niet worden geanalyseerd in het licht van de 6 criteria. Voor deze stagiairs blijft het principe van onderwerping volgens dezelfde modaliteiten als een leerling van toepassing.

 

* KB van 11 februari 2013, BS van 18 februari 2013
** KB van 29 juni 2014, BS van 8 augustus 2014