Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten: strengere regels

Van 

Een wet van 20 maart 2023 verplicht de werkgever ertoe rekening te houden met strengere regels bij het gebruik van (een) opeenvolgende arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur, gevolgd door (een) vervangingsovereenkomst(en). Deze nieuwe wet beperkt een dergelijke wisselende opeenvolging van overeenkomsten tot een maximale totale duur van 2 jaar (behoudens uitzondering).


Voorheen kon een werkgever (een) arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur (of: voor een bepaald werk) afwisselen met (een) vervangingsovereenkomst(en) zonder dat er een regel bestond die het opeenvolgend gebruik van deze overeenkomsten beperkte.

De nieuwe wet beoogt dus deze leemte in de regelgeving op te vullen en stelt grenzen aan de wisselende opeenvolging van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten langer dan een totale duur van 2 jaar. Deze nieuwe wet laat daarentegen de bestaande regels voor elk type overeenkomst afzonderlijk onverlet: de regels voor opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur enerzijds en die voor opeenvolgende vervangingsovereenkomsten anderzijds blijven dus van toepassing.

1. Wat wordt bedoeld met een "opeenvolging" van overeenkomsten?

Er is sprake van opeenvolging van arbeidsovereenkomsten wanneer verschillende overeenkomsten van bepaalde duur (of vervangingsovereenkomsten) elkaar opvolgen, zonder dat er een strikte continuïteit tussen twee overeenkomsten vereist is.

Hoewel dit in beginsel verboden is, kan een opeenvolging van overeenkomsten van bepaalde duur gerechtvaardigd zijn door de aard van het werk of om een wettige reden, of worden onderbroken door een gebeurtenis toe te rekenen aan de werknemer (zie hieronder in de punten 2.2, 3.2 en 4.3.1).

Afhankelijk van de omstandigheden zou ook een lange onderbreking tussen twee overeenkomsten die niet aan de werknemer kan worden toegeschreven, de toepassing van de regels inzake de opvolging van overeenkomsten kunnen verhinderen. De wet voorziet echter geen vaste onderbreking om te bepalen of twee overeenkomsten al dan niet opeenvolgend zijn. De vraag of bijvoorbeeld een onderbreking van 4 tot 5 maanden tussen twee overeenkomsten van bepaalde duur voldoende is om ze niet langer als opeenvolgend te beschouwen, zal uiteindelijk afhangen van de soevereine beoordeling door de rechter.

2.      Opeenvolging van overeenkomsten van bepaalde duur

2.1       Principe

In beginsel is het verboden opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur te sluiten, omdat bijgevolg de werknemer werkonzekerheid zou lijden.

2.2       Uitzonderingen

Er zijn een aantal uitzonderingen op dit beginsel. We brengen ze even in herinnering:

  • bij (on)vrijwillige onderbreking van opeenvolgende overeenkomsten toe te schrijven aan de werknemer; of
  • wegens de aard van het werk of om een andere wettige reden (1); of
  • wanneer de totale duur van de overeenkomsten niet langer is dan 2 jaar (of 3 jaar met speciale toestemming van de Inspectie Sociale wetten).

(1) de beoordeling van de wettige reden moeten we bij het sluiten van de overeenkomst onderzoeken.

2.3 Sanctie

Indien deze regels niet worden nageleefd of de werkgever niet aantoont dat hij zich kan beroepen op een uitzondering , dan wordt de overeenkomst geacht voor onbepaalde duur te zijn gesloten. Dit houdt in dat de regels voor overeenkomsten van onbepaalde duur toepassing vinden vanaf de eerste arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die werd gesloten.

Voorbeeld: de betaling van een verbrekingsvergoeding na afloop van de laatste arbeidsovereenkomst van bepaalde duur.

3.      Opeenvolgende vervangingsovereenkomsten

3.1       Principe

De totale duur van een vervangingsovereenkomst mag niet langer zijn dan 2 jaar. Deze beperking in de tijd geldt ook voor opeenvolgende vervangingsovereenkomsten.

3.2       Uitzonderingen

Er zijn opnieuw uitzonderingen op deze beperking van 2 jaar:

  • bij (on)vrijwillige onderbreking van opeenvolgende vervangingsovereenkomsten toe te schrijven aan de werknemer; of
  • wanneer de overeenkomst werd gesloten ter vervanging van een werknemer die zijn prestaties heeft geschorst of verminderd wegens:
    • tijdskrediet
    • loopbaanonderbreking
    • mantelzorgverlof

3.3 Sanctie

In het kader van een vervangingsovereenkomst is de sanctie bij overschrijding van de maximale duur dezelfde als voor overeenkomsten van bepaalde duur: toepassing van de regels voor overeenkomsten van onbepaalde duur, ook vanaf de datum van de eerste arbeidsovereenkomst die in dezelfde opeenvolging is gesloten.

4. Nieuw: wisselende opeenvolging van arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur en van opeenvolgende vervangingsovereenkomst(en)

Ter herinnering: de invoering van de nieuwe wet doet geen afbreuk aan de reeds geldende regels die de opeenvolging van elk type overeenkomst afzonderlijk beperken. Deze laatste blijven geldig, zodat zowel de bestaande als de nieuwe regels tegelijkertijd van kracht zijn.

4.1       Context

Vóór de goedkeuring van deze wet, had de werkgever de mogelijkheid om de regel betreffende de maximale duur van 2 jaar te omzeilen door deze twee soorten overeenkomsten met elkaar af te wisselen zonder de (totale) maximale duur te bereiken, aangezien deze slechts van toepassing was op elke soort overeenkomst afzonderlijk. In bepaalde gevallen ontneemt een dergelijke praktijk de werknemer zijn werkzekerheid.

Voorbeeld: Een werkgever sluit drie opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur van vier maanden en sluit vervolgens een vervangingsovereenkomst van zes maanden, alvorens opnieuw verschillende overeenkomsten van bepaalde duur te sluiten, zonder dat de beperking van twee jaar van toepassing is.

4.2       Effect van de nieuwe maatregel

De nieuwe maatregel beperkt dus de duur van wisselende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten tot maximaal 2 jaar (uitzonderlijk 3 jaar), behalve bij een onderbreking die aan de werknemer is toe te schrijven.

Voorbeeld: Er wordt een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van 1 jaar gesloten, gevolgd door een vervangingsovereenkomst van 6 maanden, waarna:

1) er een nieuwe overeenkomst van bepaalde duur van 1 jaar wordt gesloten.

Deze opeenvolging is niet mogelijk, aangezien de maximale duur van 2 jaar in deze situatie is
bereikt (ervan uitgaande dat de voorwaarden van de eenmalige vervangingsovereenkomst (punt 4.3) niet van toepassing zijn). De regels voor overeenkomsten van onbepaalde duur zullen dus van toepassing zijn op deze overeenkomsten.

2) er wordt een nieuwe overeenkomst van bepaalde duur van 4 maanden gesloten. De werkgever valt bovendien niet onder een van de uitzonderingen van punt 4.3.

Deze opvolging is toegestaan, omdat de werknemer aan het einde van deze derde overeenkomst 1 jaar en 10 maanden in dienst zal zijn. De maximumduur van 2 jaar is nog niet bereikt. 

4.3       Uitzonderingen op de maximale duur

Enkele uitzonderingen op de maximale duur van 2 jaar vinden toepassing bij wisselende opeenvolgende overeenkomsten.

4.3.1 Onderbreking toe te schrijven aan de werknemer 

Wanneer de oorzaak van de onderbreking tussen twee wisselende opeenvolgende overeenkomsten te wijten is aan de werknemer, ongeacht de (on)vrijwillige aard van de oorzaak van de onderbreking, is de maximale duur voor opeenvolgende overeenkomsten niet van toepassing. Bij twijfel is het aan de werkgever om aan te tonen dat de onderbreking aan de werknemer toe te schrijven is.

Bij een dergelijke onderbreking te wijten aan de werknemer, wordt er dus geen rekening gehouden met de overeenkomst vóór de onderbreking om te bepalen of de maximale duur  bereikt is of niet. Er zal een nieuwe maximale periode van 2 jaar ingaan bij het sluiten van de overeenkomst die na de oorzaak van de onderbreking is gesloten (= tweede overeenkomst).

Voorbeelden

  • Ontslag: de werknemer die met een vervangingsovereenkomst bij werkgever A is aangenomen,

neemt na 1 jaar ontslag, omdat hij een overeenkomst van onbepaalde duur bij werkgever B heeft getekend. Werkgever B ontslaat de werknemer na enkele maanden en de betrokken werknemer gaat weer bij werkgever A werken met een overeenkomst van bepaalde duur.

Er wordt geen rekening gehouden met de vervangingsovereenkomst van 1 jaar, om te berekenen
of de maximale duur is bereikt. We zullen moeten tellen vanaf de overeenkomst van bepaalde duur.

  • Nemen van verlof: wanneer de werknemer de vervangingsovereenkomst verbreekt om een paar

maanden op vakantie te gaan, voordat hij opnieuw in dienst wordt genomen met een overeenkomst van bepaalde duur bij dezelfde werkgever.

 

De vervangingsovereenkomst zal ook in dit geval niet meetellen, aangezien de opeenvolging
wordt beschouwd als zijnde onderbroken door de werknemer.

4.3.2 Eenmalige vervangingsovereenkomst

De maximale duur van 2 jaar is ook niet van toepassing wanneer een eenmalige vervangingsovereenkomst wordt gesloten onder de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • deze overeenkomst wordt voorafgegaan door verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur;
  • deze eerdere opeenvolgende overeenkomsten worden gerechtvaardigd door de aard van het werk of een wettige reden;
  • de totale duur van de opeenvolgende overeenkomsten mag niet langer zijn dan 3 jaar.

Met andere woorden: als aan alle voorwaarden voor de toepassing van deze uitzondering voldaan is, wordt er geen rekening gehouden met deze eenmalige vervangingsovereenkomst in de berekening van de vraag of de totale duur van 2 jaar al dan niet wordt overschreden.

Deze uitzondering kan slechts eenmaal per opeenvolging van overeenkomsten worden toegepast.

Voorbeeld: Een werkgever sluit twee opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur van
6 maanden, gevolgd door een eenmalige vervangingsovereenkomst van 1 jaar. Vervolgens sluit hij opnieuw een overeenkomst van bepaalde duur voor 6 maanden.

1) de werkgever sluit nog een overeenkomst van bepaalde duur voor een periode van
6 maanden
. Kan hij dit nog doen zonder in een overeenkomst van onbepaalde duur te belanden?

- Ja: de vervangingsovereenkomst wordt voorafgegaan door opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en de totale duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bedraagt niet meer dan 3 jaar: 6 maanden + 6 maanden + 1 jaar +
6 maanden + 6 maanden.

2) De werkgever sluit daarna nog een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van
6 maanden
. Kan hij dit nog doen zonder in een overeenkomst van onbepaalde duur te belanden?

- Neen: Door deze laatste arbeidsovereenkomst van bepaalde duur bedraagt de totale duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten meer dan 3 jaar: 6 maanden + 6 maanden + 1 jaar + 6 maanden + 6 maanden + 6 maanden = 3,5 jaar

3) De werkgever sluit de arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van 6 maanden (bedoeld bij punt 2) niet, maar hij sluit  wel nog een vervangingsovereenkomst van een jaar na de overeenkomst van 6 maanden bedoeld bij 1) . Kan hij dit nog doen zonder in een overeenkomst van onbepaalde duur te belanden?

- Neen: de duur van de tweede vervangingsovereenkomst wordt niet langer geneutraliseerd en de totale duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bedraagt meer dan 3 jaar:
6 maanden + 6 maanden + 1 jaar + 6 maanden + 6 maanden + 1 jaar = 4 jaar

5. Toepassing en inwerkingtreding

5.1 Beoogde overeenkomsten

5.1.1 Nieuwe overeenkomsten

De wet van 20 maart 2023 is verschenen in het Belgisch Staatsblad op 28 april 2023 en treedt in werking op de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, dus op 8 mei 2023. Zij zal van toepassing zijn op arbeidsovereenkomsten die vanaf die datum zijn gesloten.

5.1.2 Lopende overeenkomsten

Om te bepalen of de maximumtermijn al dan niet is overschreden, zal er echter ook rekening worden gehouden met overeenkomsten die vóór 8 mei 2023 werden gesloten en die worden opgevolgd door een overeenkomst die na die datum is gesloten. Dit geldt ook voor alle andere eerdere opeenvolgende overeenkomsten, behalve in geval van een onderbreking die aan de werknemer toe te schrijven is.

Voorbeeld: Op 1 januari 2023 werd een eerste overeenkomst van bepaalde duur gesloten voor
3 maanden en vanaf 1 april 2023 een tweede overeenkomst van bepaalde duur voor 3 maanden.

1) Vanaf wanneer (welke overeenkomst) moeten we rekening houden met de opeenvolging overeenkomsten om de maximale duur te bepalen?

- Vanaf 1 januari 2023, want we moeten rekening houden met de duur van deze twee overeenkomsten van bepaalde duur bij het sluiten van een nieuwe overeenkomst na 8 mei 2023. Vanaf die datum zal de werkgever nog één (of meer) opeenvolgende overeenkomst(en) kunnen sluiten voor een periode van anderhalf jaar.

2) Wat als na de twee overeenkomsten van bepaalde duur op 1 juli 2023 een eenmalige vervangingsovereenkomst (punt 4.3.2 hierboven) voor 6 maanden wordt gesloten?

- De werkgever zal geen rekening moeten houden met de duur van deze overeenkomst als hij na afloop van de vervangingsovereenkomst (op 1 januari 2024) een nieuwe overeenkomst wil sluiten, mits aan de voorwaarden is voldaan (zie punt 4.3.2 hierboven). Dit betekent dat hij nog steeds overeenkomsten van bepaalde duur zal kunnen sluiten voor een periode van anderhalf jaar.

- Dus: in dat geval zal de werkgever slechts één of meer overeenkomsten van bepaalde duur kunnen sluiten voor een maximale duur van anderhalf jaar, m.a.w. een overeenkomst die uiterlijk op 1 juli 2025 eindigt. Aangezien de vervangingsovereenkomst niet in aanmerking wordt genomen, bereikt de opeenvolging op dat moment een totale (en maximale) duur van
2 jaar.

5.2 Datum van inwerkingtreding

De wet van 20 maart 2023 is verschenen in het Belgisch Staatsblad op 28 april 2023 en treedt in werking op de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, dus op 8 mei 2023.

 

Bron: De wet van 20 maart 2023 tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op de beperking van de duur van opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten (B.S. van 28 april 2023).