Periodiek gezondheidstoezicht: nieuw!

Van 
94973

Een koninklijk besluit van 14 mei 2019 hervormt het periodiek gezondheidstoezicht. Het besluit is sinds 21 juni 2019 van kracht. In dit artikel verschaffen geven we u een stand van zaken.

Welbepaalde werknemers zijn onderworpen aan een periodiek gezondheidstoezicht. Dit toezicht werd dus hervormd en bestaat voortaan uit twee luiken: periodieke gezondheidsbeoordelingen en aanvullende medische handelingen.

Voor welke werknemers?

Volgende werknemers zijn aan het gezondheidstoezicht onderworpen:

  • werknemers die een veiligheidsfunctie uitoefenen;
  • werknemers met een functie met verhoogde waakzaamheid;
  • werknemers die een activiteit met een welbepaald risico uitoefenen (bv. werknemers die blootgesteld zijn aan chemische stoffen, enz.);
  • werknemers die tot bijzondere categorieën behoren (bv. zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, jongeren, enz.).

Werknemers die niet aan dit verplicht gezondheidstoezicht onderworpen zijn, hebben recht om te worden onderworpen aan een aantal onderzoeken.

Verschillende soorten medische onderzoeken

Er bestaan bovendien verschillende soorten medische onderzoeken:

  • de voorafgaande gezondheidsbeoordeling;
  • de periodieke gezondheidsbeoordeling;
  • het onderzoek bij werkhervatting;
  • het onderzoek voorafgaand aan werkhervatting;
  • een spontane raadpleging.

Periodieke gezondheidsbeoordeling

Het koninklijk besluit van 14 mei 2019 hervormt de periodieke gezondheidsbeoordeling, uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts.

Op enkele uitzonderingen na is er nog altijd jaarlijks een medische tussenkomst voor de werknemers. Maar deze tussenkomst bestaat niet altijd meer uit een medisch onderzoek uitgevoerd door de  preventieadviseur-arbeidsarts.

Hiertoe werd het periodiek gezondheidstoezicht onderverdeeld in twee delen:

a) de gezondheidsbeoordeling

De gezondheidsbeoordeling bestaat uit een vraaggesprek over de ziektegeschiedenis en een klinisch onderzoek uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts. In principe wordt deze beoordeling elk jaar uitgevoerd. Het doel is nagaan of de gezondheidstoestand van de werknemer verenigbaar is met het uitgeoefende werk.

b) aanvullende medische handelingen

Aanvullende medische handelingen bestaan minstens uit individuele medische vragenlijsten en/of biomonitoring (bloedonderzoek, longfunctietest, …) en worden uitgevoerd door de     preventieadviseur-arbeidsarts zelf of door verpleegkundig personeel onder diens verantwoordelijkheid. Ze kunnen plaatshebben vóór de periodieke gezondheidsbeoordeling en/of tussen twee periodieke gezondheidsbeoordelingen.

c) frequentie

De frequentie van de periodieke gezondheidsbeoordeling en de frequentie en de inhoud van de aanvullende medische handelingen worden per risico bepaald. Ze werden opgenomen in de nieuwe bijlage I.4-5 van de codex over het welzijn op het werk.

In een aantal gevallen kan of moet de preventieadviseur-arbeidsarts echter afwijken van de frequentie die in voornoemde bijlage werd vastgelegd:

1. Indien aanvullende medische handelingen die in de periode tussen twee periodieke gezondheidsbeoordelingen plaatsvonden, een ongewoon resultaat vertonen, moet de preventieadviseur-arbeidsarts contact opnemen met de betrokken werknemer om na te gaan of een gezondheidsbeoordeling noodzakelijk is.

2. De preventieadviseur-arbeidsarts kan beslissen om de frequentie van de gezondheidsbeoordelingen en/of de aanvullende medische handelingen, al dan niet tijdelijk, te verhogen voor specifieke situaties die een negatieve impact hebben of kunnen hebben op de gezondheidstoestand van de werknemer(s), bijvoorbeeld als gevolg van incidenten die zich op de werkvloer voordeden (ernstig arbeidsongeval, overschrijding actiewaarden,...), bij aanpassingen van de werkpost of wanneer de werknemer behoort tot een bijzondere risicogroep).

Bovendien kan de inspectie Toezicht Welzijn op het Werk ook de frequentie van de gezondheidsbeoordeling verhogen of inhoud en tijdstip van de aanvullende handelingen bepalen.

Inwerkingtreding

Het koninklijk besluit van 14 mei 2019 is op 21 juni 2019 in werking getreden.

 

Bron

Koninklijk besluit van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft, B.S., 11 juni 2019.