Stagiairs (kleine statuten): wijziging vanaf 1 januari 2020

Van 
96601

De arbeidsongevallenwet werd uitgebreid tot de personen die arbeid verrichten in het kader van hun opleiding (stagiairs). Een koninklijk besluit bepaalt de personen die hierbij als 'werkgever' van de stagiair worden beschouwd.

Situering

De waaier aan stagevormen waarbij personen in het kader van een beroepsopleiding, vaak tegen loon, werk uitvoeren in gelijkaardige situaties als die van werknemers, groeit gestaag.

Meestal zijn deze stagiairs uitgesloten van het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet. Bijgevolg voorziet sommige regelgeving in de verplichting om een arbeidsongevallenverzekering van gemeen recht aan te gaan, om alsnog te voorzien in een dekking voor arbeidsongevallen. Binnen die context bestaan talloze zeer uiteenlopende systemen die stagiairs zeer verschillende waarborgen bieden.

De wetgever besliste derhalve om een algemeen en coherent kader te creëren en de zogenaamde 'kleine statuten' vanaf 1 januari 2020 op te nemen in het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet*.

Een recent koninklijk besluit** bepaalt de personen die als 'werkgever' worden aanzien, en die bijgevolg verplicht zijn een arbeidsongevallenverzekering te voorzien (+ verplichte aangifte bij de RSZ). Aansluitend bepaalt het koninklijk besluit de slachtoffercategorieën voor wie een afwijkende vergoedingsregeling van toepassing is in geval van een arbeidsongeval.

Kleine statuten: wie valt hieronder?

Het betreffen de personen - stagiairs - die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid.

Bijgevolg vallen stagiairs die niet aan de sociale zekerheid onderworpen zijn, voortaan ook onder de arbeidsongevallenwet.

Stages die buiten elk wettelijk kader worden georganiseerd blijven evenwel  uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet.

Voorbeelden van stagevormen die onder het toepassingsgebied vallen zijn:

  • beroepsinlevingsstages;
  • individuele beroepsopleidingen (IBO, CFI, PFIE);
  • enz.

Voor een volledige lijst verwijzen we u door naar Fedris, dat belast is met de publicatie van de lijst van betrokken stagevormen op zijn website. Diezelfde lijst bevat tevens de personen die hierbij als werkgever worden aanzien, en die bijgevolg een arbeidsongevallenverzekering moeten voorzien vanaf 1 januari 2020 (zie hieronder).

De door Fedris opgesteld lijst kunt u hier consulteren: kleine statuten.

Wie moet de stagiair verzekeren?

Bij een stageovereenkomst zijn, naast de stagiair, veelal twee andere partijen betrokken:

  • de werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld;
  • de instantie die de stage organiseert en tevens ondertekenende partij is bij de stageovereenkomst.

Een koninklijk besluit bepaalt wie, vanaf 1 januari 2020, de arbeidsongevallenverzekering voor de stagiairs moet voorzien.

In principe wordt de instantie die de stage organiseert, als werkgever beschouwd voor de verzekeringsplicht.

Voor een aantal tewerkstellingen moet daarentegen de werkgever die de stagiair tewerkstelt, zelf de verzekering afsluiten. Dit is onder meer het geval voor:

  • de overeenkomst voor individuele beroepsopleiding,geregeld door de VDAB (IBO), Bruxelles-Formation (PFIE) of de Duitstalige Gemeenschap;
  • de overeenkomst opleiding-inschakeling, geregeld door de FOREM;
  • de instapstage;
  • de beroepsinlevingsovereenkomst/beroepsinlevingsstage;
  • enz.

Voor meer inlichtingen verwijzen we opnieuw naar de lijst die FEDRIS publiceerde: kleine statuten.

Welke vergoedingsregeling bij een arbeidsongeval?

Er bestaan twee dekkings- en vergoedingsregelingen (= forfaitaire vergoeding):

  • een volledige dekking: theoretische opleiding + praktische opleiding in de onderneming + ongeval op de weg van en naar het werk (F1) ;
  • een specifieke beperktere dekking: enkel de praktische activiteiten in de onderneming + ongeval op de weg van en naar het werk (F2). Deze regeling heeft veeleer betrekking op stagiairs die geen of een zeer beperkte vergoeding krijgen in het kader van hun stage.

Bijkomende impact: RSZ-aangifte

Om zijn opdrachten te kunnen uitvoeren, moet Fedris over bepaalde gegevens beschikken (naam van de stagiair en INSZ-nummer, periode gedekt door de stage, vergoedingsregeling, enz.).

Voor het verkrijgen van deze informatie  moeten de personen die als werkgever worden beschouwd, de kleine statuten bij de RSZ aangeven via de Dimona. Meer concretere inlichtingen over deze kwestie zullen nog volgen.

* Art 2 van de wet van  21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS, 17 januari 2019.

** Koninklijk besluit van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten', BS, 2 september 2019.