Start up : lagere loonkost voor startende KMO’s

Van 
74010

Startende KMO’s hoeven vanaf 1 augustus 2015 gedurende de eerste vier jaren 10 % van de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet door te storten naar de fiscus. Voor zeer kleine ondernemingen gaat het zelfs om 20 %.

In het kader van een plan om startende ondernemingen een duwtje in de rug te geven, heeft de regering o.a. beslist om de loonkost voor startende ondernemingen te verlagen via een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Dat staat in de programmawet van 10 augustus 2015 die vandaag in het Belgisch Staatsblad is verschenen.We zetten de nieuwe regels hieronder op een rijtje.

Komt u in aanmerking voor deze maatregel?

De doelgroep van deze maatregel werd beperkt tot werkgevers (natuurlijke of rechtspersonen) uit de privésector die als kleine vennootschap kunnen worden beschouwd en die maximaal 48 maanden in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) zijn ingeschreven.

Indien u als werkgever een activiteit verderzet die voordien door een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon werd uitgeoefend, vangt de termijn van 48 maanden aan op het ogenblik van de eerste inschrijving in de KBO van die andere natuurlijke persoon of rechtspersoon.

Voor het begrip kleine vennootschap verwijst men naar artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen. Het gaat om werkgevers (natuurlijke of rechtspersonen) die voor het laatste (of het voorlaatste) afgesloten boekjaar aan minstens twee van volgende criteria voldoen:

  1. jaargemiddelde van het personeelsbestand kleiner of gelijk aan 50;
  2. jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, kleiner of gelijk aan 7.300.000 €;
  3. balanstotaal kleiner of gelijk aan 3.650.000 euro.

Indien het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt, komt men sowieso niet in aanmerking voor deze maatregel.

Voor vennootschappen die met een of meerdere vennootschappen verbonden zijn  worden de criteria “omzet” en “balanstotaal” berekend op geconsolideerde basis. Wat het criterium “personeelsbestand” betreft, wordt het aantal werknemers opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld.

Welke werkgevers zijn uitgesloten?

Deze maatregel kan niet worden toegepast door een werkgever:

  • waarvoor de termijn van 48 maanden sinds de eerste inschrijving in de KBO is verstreken;
  • waarvoor een aangifte of vordering tot faillietverklaring is ingesteld of waarvan het beheer van het actief geheel of gedeeltelijk is ontnomen (artikelen 7 en 8 van de faillissementswet);
  • waarvoor de procedure van gerechtelijke reorganisatie is geopend (artikel 23 van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen);
  • die een ontbonden vennootschap in staat van vereffening  is.

Daarnaast zijn ook volgende werkgevers uitgesloten:

  • de vzw’s;
  • de ondernemingen die ressorteren een van volgende paritaire (sub)comités: 318, 318.01, 318.02, 319, 319.01, 319.02, 329, 329.01, 329.02, 329.03, 330, 331, 332;     
  • privépersonen die huispersoneel tewerkstellen (o.a. PAB-dossiers).

Hoeveel bedraagt uw voordeel?

10 % van de ingehouden bedrijfsvoorheffing

De loonkost wordt verlaagd via een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Die vrijstelling is gelijk aan 10 % van de bij de werknemers ingehouden bedrijfsvoorheffing.  De bedrijfsvoorheffing ingehouden op het loon van zelfstandige bedrijfsleiders komt niet in aanmerking.

Verhoogde vrijstelling van 20 % voor zeer kleine ondernemingen

Voor de zeer kleine ondernemingen (of micro-ondernemingen) wordt deze vrijstelling verhoogd naar 20 % van de bij de werknemers ingehouden bedrijfsvoorheffing.

De werkgever wordt als zeer kleine onderneming aangemerkt indien hij op het einde van het belastbaar tijdperk aan minstens twee van de drie onderstaande criteria voldoet:

  1. het balanstotaal bedraagt niet meer dan 350.000 euro;
  2. de omzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde bedraagt niet meer dan 700.000 euro;
  3. het gemiddelde personeelsbestand gedurende het jaar bedraagt niet meer dan 10.

Hoe lang kan u genieten van het voordeel?

De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan worden genoten gedurende de eerste 48 maanden van inschrijving in de KBO. Eens die termijn verstreken is, mag het voordeel niet meer worden toegepast.

Wanneer treedt deze maatregel in werking?

De vrijstelling van doorstorting voor startende werkgevers kan worden toegepast op de bezoldigingen die worden betaald of toegekend vanaf 1 augustus 2015.

De Koning zal wel nog verdere toepassingsmodaliteiten moeten bepalen. Wij houden u hiervan op de hoogte.