Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegen- en/of nachtarbeid voor werken in onroerende staat verricht in ploegverband op locatie : minimumloon voor 2024

Van 

Werkgevers kunnen een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing genieten voor werken in onroerende staat. Deze wordt maandelijks berekend en bedraagt 18% van de bezoldiging van de werknemers die voldoen aan de voorwaarden. Een van die voorwaarden is een minimumloon genieten. Dit minimumloon bedraagt voor 2024 16,67 € per uur.


Wist je dat er een lastenverlaging voor werkgevers, de zogenaamde “gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat” bestaat? Deze wordt maandelijks berekend en bedraagt 18% van de bezoldiging van de werknemers die voldoen aan de voorwaarden.

Werkgevers kunnen dit fiscaal voordeel enkel genieten voor de werknemers die in de betrokken maand minstens 1/3e van hun arbeidstijd, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn:

  1. werken op werven,
  2. in één of meerdere ploegen,
  3. er werken in onroerende staat uitvoeren
  4. en een loon genieten dat overeenstemt met een minimum uurloon;

1. Werken op werven

Er moet op een werf, dus niet in het atelier of het magazijn, gewerkt worden. Indien een werfmeldingsplicht geldt, moet deze nageleefd zijn.

2. Werken in ploegverband

Het werk moet verricht worden in een of meerdere ploegen van minstens twee personen, die hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang.

Deze ploegen moeten elkaar in de loop van de dag niet opvolgen. Er mag dus een  onderbreking zijn tussen beide ploegen. Het werk kan zelfs in één ploeg (bijvoorbeeld dagploeg) georganiseerd worden. De werknemers tewerkgesteld in de ploeg moeten wel op dezelfde werf werken.

Ingeval van overlapping van ploegen mag deze meer bedragen dan een vierde van hun dagtaak. Deze ploegen waarin werknemers worden tewerkgesteld mogen zelfs op hetzelfde tijdstip naast elkaar bestaan.

3. Werken in onroerende staat uitvoeren

De uit te voeren werken moeten werken zijn zoals bedoeld in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

Het gaat om alle werken in onroerende staat, dat zijn alle werken die betrekking hebben op het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed alsmede elke handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. Sommige werken worden gelijkgesteld met werken in onroerende staat (zie tekst van het voornoemde artikel).

Met werken in onroerende staat wordt dus meer dan alleen werken uitgevoerd door de bouwsector (PC 124) bedoeld. Dit kunnen ook werken zijn die behoren tot de bevoegdheid van de sector van de schoonmaak (PC 121), de hout- en stoffering (PC 126), de landbouw (PC 144), de metaalconstructie (PC 111) en de electriciens (PC 149.01).

4. Minimum uurloon

Het toekennen van een ploegenpremie is geen voorwaarde.

De betrokken werknemers moeten wel een bruto belastbaar uurloon, premies niet inbegrepen, van minstens 16,67 € (bedrag van toepassing in 2024) verdienen. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

5. Fiscaal voordeel

De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bedraagt 18% van de belastbare bezoldigingen, ploegenpremie inbegrepen, van de werknemers die in aanmerking komen voor deze vrijstelling.

Belastbare bezoldigingen zijn:

  • Lonen;
  • Wedden;
  • Ploegenpremies;
  • voordelen van alle aard.

Belastbare bezoldigingen zijn niet:

  • Premies andere dan ploegenpremies;
  • De eindejaarspremie;
  • achterstallige bezoldigingen.
  • opzeggingsvergoedingen, vervangingsinkomsten en bezoldigingen verkregen door de werknemer maar die zijn uitbetaald of toegekend aan zijn rechtverkrijgenden.

Indien er voor een individuele werknemer die in aanmerking komt voor het voordeel niet voldoende bedrijfsvoorheffing beschikbaar is, zal het niet opgebruikte voordeel nog gebruikt kunnen worden om aan te rekenen op de ingehouden bedrijfsvoorheffing die na toepassing van het voordeel nog beschikbaar is bij (een) andere werknemer(s) die in aanmerking kom(t)(en) voor het voordeel.

6. Geen cumulatie

Deze vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan gecumuleerd worden met eventuele andere vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing maar niet de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wegens nacht- en/of ploegenarbeid.