Vrijwillige relance-overuren: de wet is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad!

article image Van 

Vòòr de zomer van 2021 hadden de sociale partners een akkoord bereikt over de vrijwillige relance-overuren, maar zonder wettelijke basis. Dat is nu opgelost met de publicatie van de wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 in het Belgisch Staatsblad.

Vanaf 1 juli 2021 wordt het aantal vrijwillige overuren verhoogd met een quotum van 120 vrijwillige overuren voor 2021 en 2022. Deze vrijwillige overuren worden “relance-overuren” genoemd, omdat ze geen recht geven op inhaalrustdagen en overloon en ze niet onderworpen zijn aan sociale bijdragen, bedrijfsvoorheffing noch personenbelasting.

Deze extra vrijwillige overuren moeten worden gepresteerd in de periode waarop zij betrekking hebben. Het is dus niet mogelijk om een eventueel saldo over te dragen van 2021 naar 2022.

Voor de werknemers van alle sectoren

Deze relance-overuren zijn van toepassing voor werknemers van cruciale en niet cruciale sectoren. Vroeger konden alleen de werknemers van de cruciale sectoren[1] gebruik maken van de 120 extra vrijwillige overuren “corona”. Deze crisis maatregel is nu mogelijk voor alle sectoren – cruciale en niet cruciale sectoren – die aan de arbeidswet van 16 maart 1971 onderworpen zijn[2].

Een extra quotum van 120 vrijwillige overuren voor 2021 en 2022

De wet kent aan de vrijwillige werknemers een extra quotum van 120 vrijwillige overuren toe voor het jaar 2021, vanaf 1 juli 2021.

Voor de werknemers van de cruciale sectoren wordt de crisismaatregel van 120 extra vrijwillige overuren “corona” voor de eerste drie kwartalen 2021 tot 31 december 2021 verlengd. De vrijwillige overuren “corona” die reeds tijdens de eerste drie kwartalen 2021 werden gepresteerd, moeten afgetrokken worden van de 120 extra vrijwillige overuren van 2021.

Voor de werknemers van de niet-cruciale sectoren gaat het daarentegen om een nieuwe maatregel. De werknemers van deze sectoren mogen 120 vrijwillige relance-overuren presteren tussen 1 juli en 31 december 2021.

De wet kent opnieuw 120 vrijwillige relance overuren toe in 2022, voor alle werknemers van cruciale sectoren en niet-cruciale sectoren.

Voorwaarden

De voorwaarden voor de toepassing van de 120 vrijwillige relance overuren in 2021 en in 2022 zijn de volgende:

  • De vrijwillige werknemer moet schriftelijk akkoord gaan met het presteren van de relance-overuren en dit voor een hernieuwbare periode van zes maanden. Uw Payroll Advisor kan u een model bezorgen. Dit akkoord moet uitdrukkelijk en voorafgaand aan de betrokken periode worden afgesloten. Het moet dus duidelijk zijn dat de werknemer met dit specifieke regime van relance-overuren (zonder extra loon) heeft ingestemd en dat deze instemming vóór de prestaties van deze overuren werd gegeven. Deze verplichting geldt evenwel niet wanneer de werknemer zijn akkoord al heeft gegeven voor de vrijwillige “corona”-overuren in de cruciale sectoren en dit voor de resterende duur van de instemming.
  • De vrijwillige overuren (basis- en extra contigent) mogen de grenzen van 11 u. per dag en 50 u. per week niet overschrijden. De wekelijkse arbeidsduur (overuren inbegrepen) mag niet meer bedragen dan gemiddeld 48 u. over een periode van 4 maanden.
  • De deeltijdse werknemers kunnen vrijwillige overuren alleen presteren wanneer ze de dagelijkse limiet (9 u. per dag) of de normale wekelijkse limiet (in principe 38 u.) overschrijden die voor hun voltijdse collega’s gelden. Zolang zij deze voltijdse limieten niet bereiken, kunnen ze bijkomende uren presteren, waarvoor specifieke regels gelden (betaling van een overloon als het aantal van bijkomende uren zonder overloon is bereikt). 
  • Geen overloon voor de 120 relance-overuren.
  • Deze 120 relance-overuren worden uitbetaald op de betaaldatum, tegen het normale tarief (100%) en worden niet ingehaald.
  • De 120 relance-overuren worden niet in rekening gebracht voor de naleving van de interne grens en voor de berekening van de wekelijkse arbeidstijd die gemiddeld gedurende de referteperiode in de onderneming moet nageleefd worden.
  • De ‘gewone’ vrijwillige overuren (100 uren) moeten niet zijn opgebruikt of aangevat. Dit betekent dat de werknemer en de werkgever kunnen overeenkomen dat de vrijwillige relance-overuren prioriteit hebben op de andere vrijwillige overuren.
  • Het plafond van 220 vrijwillige overuren (de som van het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren en het aanvullende contingent van 120 relance-overuren) mag niet worden overschreden in elk van de periodes waarin de maatregel van toepassing is: de werknemer kan tussen 1 juli en 31 december 2021 maximum 220 vrijwillige overuren presteren (met inbegrip van de vrijwillige overuren “corona” van de cruciale sectoren) en maximum 220 vrijwillige overuren in 2022. Het saldo van 2021 mag niet naar 2022 overgedragen worden. In 2022 heeft de werknemer opnieuw een contigent van 220 vrijwillige overuren.

Sociale en fiscale vrijstelling voor de relance-overuren

  • Er zijn geen rsz-bijdragen verschuldigd op de 120 relance-overuren van 2021 en 2022. De wettelijke basis moet nog gepubliceerd worden, maar de RSZ bevestigt al in haar administratieve instructies een vrijstelling van de sociale bijdragen voor de relance overuren van 2021 en 2022.
  • De relance-overuren van 2021 en 2022 zijn niet onderworpen aan bedrijfsvoorheffing en personenbelasting.
  • De vrijstelling van de 120 relance-overuren van 2021 en 2022 geldt per belastingplichtige, en niet per werkgever. Bijvoorbeeld, een werknemer die bij de werkgever A wordt tewerkgesteld tijdens het eerste kwartaal 2022 en bij werkgever B tijdens de tweede kwartaal 2022 krijgt geen vrijgesteld contingent van twee maal 120 u., maar alleen één vrijgesteld contigent van 120 u. voor 2022. Elke werkgever moet dus aan de vrijwillige werknemer vragen of hij in de loop van het jaar niet reeds vrijwillige relance-overuren bij een andere werkgever heeft gepresteerd. Als een werknemer, die tijdens hetzelfde jaar bij verschillende werkgevers in dienst is, ook een loon voor vrijwillige netto-overuren (300 of 360 u.) in de horeca ontvangt, wordt dit aantal uren verminderd met het aantal vrijwillige relance-overuren en, indien van toepassing, met het aantal vrijwillige overuren “corona”.
  • NB: de vrijstellingen van het overloon, van de RSZ-bijdragen, van de bedrijfsvoorheffing en van de personenbelasting zijn alleen van toepassing op de 120 relance-overuren, en niet op de basiscontingent van 100 overuren[3]

Bron:

Wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022, BS van 31 december 2021, p. 126486

Koninklijk besluit van 23 januari 2022 tot wijziging van artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, B.S. van 4 februari 2022

 

 


[2] Alleen de werkgevers die vallen onder artikel 25 bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971, zoals gewijzigd bij de wet van 12 december 2021, mogen gebruik maken van vrijwillige overuren (basis- en extra contigent). Dit zijn de werknemers die door een werkgever tewerkgesteld worden, met uitzondering van :

  • het Rijk, de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen die eronder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen;
  • de familieondernemingen waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
  • het varend personeel van de visserijbedrijven en het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht;
  • de dienstboden;
  • de handelsvertegenwoordigers;
  • de huisarbeiders;
  • de artsen, veeartsen, tandartsen, geneesheren-specialisten in opleiding en de studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van die beroepen;
  • de door de Koning aangewezen werknemers die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden.

[3] De volgende regeling is van toepassing op het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren:

  • Deze uren worden uitbetaald op de betaaldatum, tegen het normale tarief (100 %) en worden niet ingehaald.
  • Deze uren geven recht op een overloon zodra zij de daggrens van 9 u. of de normale wekelijkse arbeidsduur die in de onderneming van toepassing is (in principe 38 u.), overschrijden. Dit overloon bedraagt 50 of 100 %, afhankelijk van het feit of de overuren tijdens de week of op een zondag of feestdag worden gepresteerd.
  • Deze uren komen niet in aanmerking voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur tijdens de referteperiode en de eerste 25 vrijwillige overuren worden niet meegeteld voor de interne grens. Een sectorale cao kan dit aantal tot maximum 60 uren verhogen.
  • Deze uren zijn onderworpen aan sociale bijdragen, bedrijfsvoorheffing en personenbelasting. Onder bepaalde voorwaarden komen ze in aanmerking voor een belastingvermindering voor de werknemer en een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werkgever, conform de limieten en de voorwaarden van de artikels 154bis en 272 van het WIB 92. De werkgevers van de non-profit sector met een Maribel-vermindering en de werknemers van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen hebben geen recht op de gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.