Elk jaar worden de loongrenzen uit de arbeidsovereenkomstenwet geïndexeerd. Hieronder volgen de bedragen die zullen gelden vanaf 1 januari 2023.
Bedrag uit de wet | Bedrag 2023 |
16.100 EUR | 39 353 EUR |
19.300 EUR | 47 174,04 EUR |
32.200 EUR | 78 706 EUR |
De eerste loongrens is van belang bij het scholingsbeding en het concurrentiebeding, de tweede voor het vaststellen van het bedrag van de borgstelling. De derde loongrens is relevant voor het concurrentiebeding en het arbitragebeding.
In 2013 bedroeg de eerste loongrens 32.254 EUR. Dit bedrag is nog van belang wanneer de opzeggingstermijn berekend wordt voor een werknemer die reeds in dienst was vóór 1 januari 2014. Er dient dan te worden berekend of de betrokkene op 31 december 2013 meer of minder verdiende dan 32.254 EUR.
De derde loongrens is – naast zijn nut voor het concurrentiebeding en het arbitragebeding – nog relevant om na te gaan of er voor bedienden die vóór 1 januari 2014 reeds in dienst zijn getreden, een geldig beding werd afgesloten over de grootte van de opzeggingstermijn. Er moet dan rekening gehouden worden met het bedrag van deze loongrens in het jaar van indiensttreding.