070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 21/08/1997
Geldig vanaf: 28/11/1985
Geldig tot: 24/07/2004

 

In het Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1983 verscheen het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren.

 

In het artikel 7 van dat besluit, is de mogelijkheid vermeld voor de toekenning van kredieten,
te presteren in de zomer of een periode van intense activiteit

 

De tekst van artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1985 luidt :

?      in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, kunnen de grenzen van de arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, overschreden worden met 64 uren per jaar gedurende de zomerperiode of een periode van intense activiteit, naar rato van maximum één uur per dag, bezoldigd tegen het normale loon, mits toekenning van inhaalrustdagen binnen 6 maanden volgend op de periode waarin deze grenzen werden overschreden, naar rato van één rustdag per 8 gepresteerde uren.

 

Voor de hierboven bedoelde overschrijding van de grenzen van de arbeidsduur en voor de vaststelling van de inhaalrustdagen dient de werkgever vooraf het akkoord van de meerderheid van de vakbondsafvaardiging te verkrijgen.

 

Dat artikel is van kracht geworden voor onbepaalde duur vanaf 1 januari 1983.

 

Wij geven U dienaangaande hierna de tekst van de commentaar gepubliceerd door de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf in haar weekblad "Het Bouwbedrijf" van 27 januari 1984.

 

1. Principe

Volgens artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 213, kunnen de bouwbedrijven de arbeidsduurgrenzen, zoals vastgesteld door artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, naar rato van 64 uren overschrijden tijdens de zomerperiode of tijdens een periode van intense activiteit. Dit gebeurt met maximum één uur per dag, bezoldigd aan het normale loon en door het toekennen van inhaalrust binnen de 6 maanden die volgen op de periode waarin de normale arbeidsduur werd overschreden. De inhaalrust wordt toegekend naar rato van één inhaalrustdag per 8 uren prestaties.

 

 

Opmerkingen :

-      De overschrijding met 64 uren van de normale arbeidsduur ingesteld door het koninklijk besluit nr. 213 heeft hoegenaamd geen weerslag op de analoge bepalingen van het koninklijk besluit nr. 225. De beide regimes zijn totaal onafhankelijk in die zin dat ze steeds cumulatief kunnen worden toegepast.

-      De 64 uren, bij overschrijding betaald aan het normale loon, kunnen in geen enkel geval beschouwd worden als overuren zoals bepaald in de arbeidswet van 16 maart 1971.

2. Aanwendingsperiode

De overschrijding met 1 uur per dag is toegelaten :

?      tijdens de zomerperiode : bij gebrek aan een definitie gegeven door het koninklijk besluit nr. 213, moet de uitdrukking "zomerperiode" geïnterpreteerd worden volgens de normale betekenis, d.w.z. de periode vastgesteld door het koninklijk besluit van 29 december 1983 dat het zomeruur instelde.

?      tijdens een periode van intense activiteit : de uitdrukking "intense activiteit" werd ook niet gedefinieerd door het koninklijk besluit. Dit begrip moet dus omschreven worden in zijn normale en gewone betekenis, m.a.w. een activiteit die normaal gezien aanleiding zou kunnen geven tot het verrichten van overuren.

 

3. Procedure

-      De ondernemingen ZONDER syndicale afvaardiging :

Het gebruik van de 64 uren wordt beslist op initiatief van en onder de verantwoordelijkheid van de werkgever.

-      Ondernemingen MET syndicale afvaardiging :

Het gebruik van de 64 uren kan maar gebeuren na het voorafgaandelijk akkoord van de meerderheid van de syndicale afvaardiging. Bij gebrek aan andere verduidelijkingen betreft het hier het akkoord van de meerderheid van de leden van de syndicale afvaardiging.

 

4. Betaling van de 64 uren

1.  Bedrag van het loon

Zoals hierboven reeds werd gezegd, worden de 64 uren niet beschouwd als "overuren" in de zin van de wet van 16 maart 1971.

Deze uren worden dus betaald aan het normale loon.

2.  Ogenblik van betaling

Daar het koninklijk besluit nr. 213 daaromtrent niets bepaalt, wordt het loon betaald op de eerste betaaldag volgend op de prestaties, zoals voorzien door artikel 9 van de wet van 12 april 1965 inzake de bescherming van het loon.

 

5. Inhaalrust

1.  Principe

Het gebruik van de 64 uren, geeft aanleiding tot het toekennen van inhaalrust. Deze inhaalrust wordt toegekend naar rato van 1 dag inhaalrust per 8 uren prestaties.

De inhaalrustdag(en) wordt(en) niet betaald.

2.  Termijn

Volgens het koninklijk besluit nr. 213 moet de inhaalrust toegekend worden binnen de 6 maanden nadat de arbeidsduurgrenzen werden overschreden.

 

Deze bepaling houdt dus in dat er inhaalrust moet worden toegekend binnen de 6 maanden dat er 8 uren meer gepresteerd werden.

3.  Procedure

·       Ondernemingen ZONDER syndicale afvaardiging : de inhaalrustdagen worden door de werkgever vastgesteld.

·       Ondernemingen MET syndicale afvaardiging : de inhaalrustdagen worden vastgesteld met het voorafgaand akkoord van de meerderheid van de syndicale afvaardiging.

4.  Andere toepassingsmodaliteiten

a)   de inhaalrustdagen moeten noodzakelijkerwijze samenvallen met een dag waarop de arbeider normalerwijze zou gewerkt hebben.

      De inhaalrustdagen kunnen dus niet samenvallen met :

·       een periode van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ;

·       een zondag, een feestdag een vervangingsdag voor een feestdag of een rustdag toegekend wegens arbeid verricht op een zon- of feestdag ;

·       de normale inactiviteitsdag(en) buiten de zondag ;

·       de rustdagen op het einde van het jaar toegekend door het koninklijk besluit nr. 213 (arbeidsduurvermindering).

 

b)   Volgens het verslag aan de Koning heeft het koninklijk besluit nr. 213 o.a. als doel de arbeidsduur te verminderen in het bouwbedrijf en een bijkomende aanwerving te realiseren via het verminderen van de gedeeltelijke werkloosheid.

      Daaruit volgt dat de arbeider maar op gedeeltelijke werkloosheid kan worden geplaatst omwille van technische of economische redenen of wegens weerverlet na de volledige opname van de inhaalrustdagen voorzien door het koninklijk besluit nr. 213.

 

 


Historiek
20/01/2022 31/12/2050 070202 Bijkomende uren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit (KB nr. 213)
27/04/2015 19/01/2022 070202 Bijkomende uren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit (KB nr. 213)
20/05/2010 31/12/2010 070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit
01/01/2009 19/05/2010 070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit
26/06/2008 31/12/2008 070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit
01/01/2006 24/06/2008 070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit
25/07/2004 31/12/2005 070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit
28/11/1985 24/07/2004 070202 Toekenning van kredieten te presteren tijdens de zomer of een periode van intense activiteit