01 Protocol van akkoord 2015-2016

Paritair (sub-)Comité nr.:
226.00.00-00.00

Bijwerking: 07/08/2015
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 31/12/2016

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken werd op 30 juni 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende protocol van akkoord 2015-2016.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Verschillende delen van dit nationaal akkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:

  • de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
  • de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
  • de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
  • de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Protocol van akkoord 2015-2016

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedien-den van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek.

HOOFDSTUK II - Koopkrachtverhoging 2015-2016

Artikel 2

De maximale loonkostenontwikkeling voorzien door de wet van 28 april 2015 tot instelling van de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016 wordt als volgt ingevuld:

  • een verhoging van de reële lonen, barema’s en huisbarema’s met 15 EUR vanaf 1 mei 2016 (pro rata voor deeltijdsen);
  • een verhoging of invoering van maaltijdcheques met 1 EUR (werkgeversbijdrage) per gewerkte dag vanaf 1 januari 2016.

De invoering of verhoging van de maaltijdcheques kan desgevallend gepaard gaan met een omzetting van de ecocheques (koopkrachtverhoging 2010) in maaltijdcheques.

HOOFDSTUK III - Tijdskrediet

Artikel 3

§1. Tijdskrediet met motief

De bedienden hebben een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering gedurende maximaal 36 maanden voor het verlenen van zorgen zoals voorzien in artikel 4, §1, 1°, onder a°, b° en c° van de NAR-CAO nr. 103. Dit recht wordt uitgebreid naar 48 maanden zodra de NAR-CAO nr. 103 in die zin wordt aangepast.

De bedienden hebben een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering gedurende maximaal 36 maanden voor het volgen van een opleiding, zoals voorzien in artikel 4, §1, 1°, onder d° van de NAR-CAO nr. 103.

De periodes bedoeld in de eerste en tweede alinea mogen samen niet meer bedragen dan 48 maanden.

§2. Landingsbanen

In toepassing van de NAR-CAO nr. 118 wordt voor de periode 2015-2016 de leeftijdsgrens op 55 jaar gebracht voor de bedienden die in toepassing van artikel 8, §1 van de CAO nr.103 van 27 juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of verminderen met een vijfde en die voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, §5, 2° en 3° van het Koninklijk Besluit van 12 december 2001, zoals gewijzigd door art. 4 van het Koninklijk Besluit van 30 december 2014.

§3. Aanvullende premies

De leeftijd om te kunnen genieten van de aanvullende premie van 80 EUR bruto per maand in het kader van een 1/5 loopbaanvermindering (NAR-CAO 103) wordt verhoogd van 55 naar 60 jaar.

De bedienden van 55 jaar en ouder die vóór 1 januari 2015 recht hadden op een aanvullende sectorale premie in het kader van een 1/5de loopbaanvermindering behouden dit recht.

De bedienden die in het kader van de NAR-CAO nr. 118 gebruik maken van hun recht op een 1/5de loopbaanvermindering (landingsbanen) hebben vanaf de leeftijd van 55 jaar recht op een aanvullende premie van 80 EUR per maand.

De bedienden die in het kader van artikel 8, § 3 van de NAR-CAO nr. 103 gebruik maken van hun recht op een 1/5de loopbaanvermindering (landingsbanen vanaf 50 jaar met 28 jaar loopbaan) hebben vanaf de leeftijd van 55 jaar recht op een aanvullende premie van 80 EUR per maand, voorzover deze cao ongewijzigd blijft.

De aanvullende premie voor bedienden die gebruik maken van hun recht op halftijdse loopbaanvermindering blijft ongewijzigd.

§4. Drempel

De drempel blijft vastgesteld op 7 %. Van de drempel kan worden afgeweken op ondernemingsvlak via collectieve arbeidsovereenkomst of via een wijziging van het arbeidsreglement.

De bedienden van 55 jaar en ouder die gebruik maken van een 1/5de of halftijdse loopbaanvermindering in het kader van de NAR-CAO’s nr. 103 of 118 worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de drempel.

§5. Afwijkende regels inzake de opname van tijdskrediet

Conform de bepalingen van de NAR-CAO nr. 103 kan in de ondernemingen bij cao afgeweken worden van de organisatieregels voor de 1/5de loopbaanvermindering, wanneer het gaat om tewerkstelling in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen van de week.

§6. Overgang tijdskrediet naar stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Voor de berekening van de aanvullende vergoeding die de werkgever dient te betalen bovenop de werk-loosheidsuitkering, moet, ongeacht de formule van tijdskrediet, rekening worden gehouden met het voltijds loon, desgevallend beperkt tot het referteloon vastgelegd in uitvoering van de NAR-CAO nr. 17.

§7. Collectief ontslag bij tijdskrediet

In geval van collectief ontslag dient de opzeggingstermijn en de verbrekingsvergoeding, ongeacht de formule van tijdskrediet, berekend te worden op basis van het normale voltijds loon.

§8. Informatie over tijdskrediet

Ondernemingen met een overlegorgaan dienen driemaandelijks cijfers te verschaffen over de toe-passing van het stelsel van tijdskrediet in de onderneming en de weerslag op het tewerkstellingsvolume. Jaarlijks dient deze rapportering besproken te worden in het overlegorgaan. Meer bepaald zal er door de geëigende overlegorganen op toegezien worden dat de opname van tijdskrediet geen verhoging van de werkdruk in de betrokken diensten tot gevolg heeft; desgevallend kan vervangende tewerkstelling overwogen worden.

§9. Duur van de CAO tijdskrediet

De bepalingen inzake tijdskrediet hebben uitwerking van 1 januari 2015 tot 31 december 2016.

HOOFDSTUK IV - Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Artikel 4

De volgende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag zullen worden toegepast:

  • 60 jaar met een loopbaan van 40 jaar voor de mannen en 31 jaar oplopend tot 33 jaar voor de vrouwen (tweede overgangsmaatregel NAR-CAO nr. 17) voor de periode 2015-2017.
  • 58 jaar met een loopbaan van 33 jaar (NAR-CAO nr. 111/112), waarvan 5 jaar in een zwaar beroep in de laatste 10 jaar of 7 jaar in een zwaar beroep in de laatste 15 jaar; ofwel 20 jaar nachtarbeid (NAR-cao nr. 46 nachtarbeid) voor de periode 2015-2016.
  • 58 jaar met een loopbaan van 40 jaar (NAR-CAO. nr. 115/116) voor de periode 2015-2016.

HOOFDSTUK V - Permanente vorming

Artikel 5

In de periode 2015-2016 worden globaal per bediende in dienst op 1 januari 2015 gemiddeld 6 dagen toegekend voor het volgen van vormingsinitiatieven of “training on the job”.

De bedienden van 45 jaar en ouder hebben binnen het hiervoor genoemde saldo recht op gemiddeld twee dagen vorming in de periode 2015-2016.

Werkgevers kunnen jaarlijks voor geleverde vormingsinspanningen 0,2 % van de jaarlijkse loonmassa terugvorderen bij het sociaal fonds. De raad van bestuur van het Sociaal Fonds kan, voor budgettaire redenen, dit percentage beperken. De modaliteiten worden door de raad van bestuur van het Sociaal Fonds vastgelegd. De subsidies worden als volgt vastgesteld: een tussenkomst van 20 EUR per uur; een maximumjaarkrediet van 90 of 100 EUR.

HOOFDSTUK VI - E-commerce

Zie bijlage 1.

HOOFDSTUK VII - Telewerk

Zie bijlage 2.

HOOFDSTUK VIII - Ingroeibanen

Zie bijlage 3.

HOOFDSTUK IX - Welzijn werknemers

Artikel 6

De CAO van 14 mei 2003 betreffende de vakantie, het kort verzuim en de regionale verlofdagen wordt als volgt aangepast:

  • uitbreiding van het anciënniteitsverlof met 1 werkdag voor bedienden met ten minste 40 jaar anciënniteit.
  • aanpassing van hoofdstuk III (kort verzuim) aan de wettelijke bepalingen terzake, met name wat betreft vaderschapsverlof en adoptieverlof.

De sociale partners onderschrijven een sectorale aanbeveling over preventie van psychosociale risico’s en kwaliteitsvol werk (zie bijlage 4).

HOOFDSTUK X - Sociaal fonds

Artikel 7

§1. De werkgeversbijdrage voor het fonds voor bestaanszekerheid wordt vastgesteld op 0,50 % vanaf 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2016, inclusief de bijdrage bestemd voor risicogroepen en vorming.

§2. De sectorale regelingen inzake aanwervings-premies blijven onveranderd van toepassing. Het bedrag van de premies is vastgesteld op 2.500 EUR (voor een voltijdse tewerkstelling).

HOOFDSTUK XI - Lopende CAO’s

Artikel 8

De lopende CAO’s worden verlengd voor de duurtijd van dit akkoord.

HOOFDSTUK XII - Sociale vrede

Artikel 9

De vakbonden verbinden zich ertoe geen acties te zullen ondernemen of ondersteunen, die indruisen tegen de geest van het sociaal akkoord voor de jaren 2015 en 2016.

Verder gaan de vakbonden de verbintenis aan geen verdere eisen te stellen, noch op het vlak van de sector noch op het vlak van de ondernemingen. Deze verbintenis slaat op de verdere eisen zoals financiële voordelen en niet bekomen voordelen die deel uitmaakten van het eisenprogramma ingediend op het vlak van de sector en bindt eveneens alle individuele personen die onder de toepassing van de overeenkomst ressorteren. De vakbonden gaan de verbintenis aan alle geldende procedures inzake sociaal overleg en verzoening na te leven. Eventuele inbreuken die ingaan tegen de geldende afspraken rond sociaal overleg en verzoening zullen worden gerapporteerd in de Werkgroep Algemene Zaken of het voltallig paritair comité.

De bedragen die voortkomen van de werkgeversbijdrage voor het Sociaal Fonds m.b.t. de jaren 2015 en 2016 voor de syndicale premie zullen slechts ter beschikking worden gesteld na afloop van elk der betrokken jaren; deze terbeschikkingstelling is afhankelijk van de eerbiediging van de sociale vrede tijdens dat jaar, zowel op het vlak van de sector als op het vlak van de ondernemingen, door elk van de vakbonden. Daartoe zullen de sociale partners in december 2015 en december 2016 een evaluatie houden rond de naleving en toepassing van voormelde verbintenissen.

HOOFDSTUK XIII - Duurtijd

Artikel 10

Dit protocol treedt in werking op 1 januari 2015; het wordt gesloten voor de duur van twee jaar.

Bijlage 1: E-commerce

De sociale partners van het Paritair Comité 226 zijn het eens over het aantrekken en stimuleren van activiteiten in het kader van e-commerce en het creëren van een sectoraal kader terzake.

Werkgevers en vakbonden zullen eerst en vooral de e-commerce activiteiten afbakenen. De werkgroep algemene zaken zal op basis van uit te werken criteria een erkenning van e-commerce activiteiten kunnen vastleggen.

Voor deze erkende e-commerce activiteiten zal een statuut van e-commerce bediende kunnen toegepast worden. Dit statuut zal gebaseerd zijn op volgende elementen:

  • streven naar duurzame tewerkstelling;
  • aangepaste uurregelingen;
  • specifieke arbeidsorganisatie met betrekking tot nachtarbeid;
  • specifieke toeslag in geval van nachtarbeid.

Werkgevers en vakbonden gaan het engagement aan om tijdens het tweede semester van 2015 uitvoering te geven aan bovenstaande punten via een te ondertekenen CAO op sectoraal vlak. Objectief is een operationeel kader te creëren voor e-commerce dat kan toegepast worden vanaf 1 januari 2016.

Bijlage 2: Telewerk

Werkgevers en vakbonden zijn het er over eens dat telewerk een opportuniteit kan bieden aan werkgever én bediende. Zij zijn van mening dat een collectieve omkadering kan bijdragen tot rechtszekerheid voor werkgever en bediende.

Werkgevers en vakbonden doen dan ook volgende aanbevelingen:

  • In de bedrijven waar al telewerk bestaat, wordt aanbevolen om een kaderakkoord af te sluiten over de hieronder – niet limitatieve - opgelijste punten (cfr CAO nr. 85).
  • In bedrijven waar nog geen telewerk bestaat, wordt aanbevolen om deze mogelijkheid te onderzoeken, en bij positief resultaat van dit onderzoek een kaderakkoord af te sluiten over de hieronder - niet limitatieve - opgelijste punten (cfr CAO nr. 85).

Kaderakkoord: lijst van op te nemen punten/maatregelen:

  • Frequentie van het telewerk;
  • Dagen en uren waarop telewerk wordt verricht;
  • Tijdstippen waarop werknemer bereikbaar moet zijn en hoe;
  • Technische ondersteuning voor telewerker;
  • Kosten van het telewerk;
  • Voorwaarden en regels voor uitstap uit telewerk;
  • Plaats van het telewerk.

Bijlage 3: Ingroeibanen

De sociale partners van het PC226 engageren zich zoveel mogelijk jobs voor jongeren te creëren en daartoe de middelen van de risicogroepen als hef-boom te gebruiken.

Bijlage 4: Aanbeveling

De sociale partners van het Paritair Comité 226 willen van de preventie van psychosociale risico’s én van kwaliteitsvol werk een volwaardig aandachtpunt van het sociaal overleg maken, zowel op sectoraal vlak als in de ondernemingen.

Zij erkennen dat “psychosociale overbelasting” (die zich uit via overmatige stress, burn-out, depressie, …) de individuele weerbaarheid en de productiviteit ondermijnt en een kost is voor elke onderneming en voor de maatschappij als geheel.

De sociale partners engageren zich om daaromtrent gesprekken aan te vatten op alle niveaus en in de bevoegde overlegorganen (CPBW of ondernemingsraad). Deze maatregelen dragen bij tot een structure-le verbetering van de kwaliteit van het werk en de loopbaan.


Historiek
01/01/2021 31/12/2022 01 Protocol van akkoord 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 01 Protocol van akkoord 2019-2020
01/01/2015 31/12/2016 01 Protocol van akkoord 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Protocol van akkoord 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Protocol van akkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Protocol van akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Protocol van akkoord 2007-2008
01/01/2005 31/12/2006 01 Protocol van akkoord 2005-2006
01/01/2003 31/12/2004 01 Protocol van akkoord 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 01 Protocol van akkoord 2001-2002