01 Protocol van akkoord 2003-2004

Paritair (sub-)Comité nr.:
226.00.00-00.00

Bijwerking: 26/04/2004
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 31/12/2004

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken werd op 14 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende protocol van akkoord 2003-2004.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

 

Verschillende delen van dit nationaal akkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

 

·       Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten :

 

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor :

–         de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening ;

–         de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding ;

–         de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie ;

–         de werknemers van een gebonden werkgever.

 

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

 

·       Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan :

 

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

 

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

 

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Tekst van de CAO van 14 mei 2003

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Artikel 2 - Protocol van akkoord 2003-2004

 

1.   Voorwoord en toepassingsgebied

Dit akkoord wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 en is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

 

2.   Koopkracht

Verhoging van de weddeschalen, huisweddeschalen en werkelijke wedden (voltijdse tewerkstelling; prorata voor deeltijdsen):

1 augustus 2004: + 30,00 EUR (maandbasis).

 

3.     Tewerkstellingsmaatregelen

 

3.1.       Duur tijdskrediet

Voor bedienden die de leeftijd van 50 jaar nog niet bereikt hebben wordt de maximale duur voor de volledige schorsing van arbeidsprestaties en het halftijds tijdskrediet, vastgesteld op 4 jaar. Hetzelfde geldt voor bedienden die de leeftijd van 50 jaar reeds bereikt hebben en die niet voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de specifieke regeling voor werknemers van ten minste 50 jaar.

 

3.2.       Drempel tijdskrediet

-      De drempel wordt vastgesteld op 5 %.

De bestaande ondernemingsakkoorden gesloten vóór 1 januari 2003 worden verlengd voor de duur van deze overeenkomst.

Van de drempel van 5 % kan worden afgeweken op ondernemingsvlak met een collectieve arbeidsovereen­komst bij fusie en/of herstructurering van de onderneming.

-      De bedienden van 50 jaar en ouder die gebruik maken van de 1/5 de vermindering van arbeidsprestaties evenals de bedienden van 55 jaar en ouder, die gebruik maken van halftijds tijdskrediet, worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de drempel.

 

3.3.       Afwijkende regels inzake de opname van tijdskrediet

Bij toepassing van de artikelen 6 §2 en 9 §2 van de NAR-CAO nr. 77bis kan in de ondernemingen bij CAO afgeweken worden van de organisatieregels voor de 1/5 vermindering van arbeidsprestaties, doch enkel wanneer het gaat om voltijds tewerkgestelde bedienden, tewerkgesteld in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen van de week.

 

3.4.       Aanvullende premies in geval van tijdskrediet:

-      Voltijds tewerkgestelde bedienden van ten minste 50 jaar, die hun arbeidsprestaties met 1/5 verminderen, hebben vanaf 1 januari 2003, gedurende de periode van verminderde arbeidsprestaties, recht op een aanvullende premie van 75,00 EUR bruto per maand, te betalen door de werkgever, die de premie kan terugvorderen bij het Sociaal Fonds PC 226.

-      Voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee gelijkgestelden van ten minste 55 jaar, die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen, hebben vanaf 1 januari 2003, recht op een aanvullende premie van 100,00 EUR bruto per maand gedurende 36 maanden.

 

3.5.       Overgang tijdskrediet naar brugpensioen

Voor de berekening van de aanvullende vergoeding die de werkgever dient te betalen bovenop de werkloosheidsuitkering, moet, ongeacht de formule van tijdskrediet, rekening worden gehouden met het voltijds loon, desgevallend beperkt tot het referteloon vastgelegd in uitvoering van de NAR-CAO nr. 17.

 

3.6.       Brugpensioen

De toepassing van de verlaagde toegangsleeftijd van 58 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2005.

 

3.7.       Halftijds brugpensioen

De sectorale regeling inzake halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004.

 

3.8.       Toeslag voor bepaalde prestaties

a)  In een afzonderlijke sector-CAO zal worden vastgelegd dat, onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen, arbeid in ploegen, nachtarbeid zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de Wet van 17 maart 1987, weekendwerk en prestaties op feestdagen of hun vervangingsdag, moet vergoed worden met een bijzondere toeslag, vastgelegd bij CAO op het vlak van de onderneming. Bestaande regelingen blijven van toepassing.

b)    Artikel 12 van de sector-CAO inzake vakantie, kort verzuim, wettelijke feestdagen en regionale verlofdagen, wordt opgeheven. Het individueel verworven voordeel vóór 1 januari 2003 blijft behouden.

 

3.9.       Tewerkstelling en werkdruk

De werkgevers verbinden zich ertoe de ondernemingen aan te sporen om erover te waken dat de verschillende vormen van vermindering van arbeidsprestaties geen te grote invloed hebben op de werkdruk van de overige bedienden en dat, desgevallend, gepaste organisatorische maatregelen moeten overwogen worden om hieraan te verhelpen.

De resultaten van de sectorenquête inzake stress en arbeidsbeleving kunnen in dit verband nuttige beoordelings­elementen naar voor brengen.

 

4.   Tweede pensioenpijler

De Werkgroep Algemene Zaken zal, op basis van een aantal overeen te komen opties, een marktonderzoek uitvoeren bij de aanbieders van extralegale pensioenen op het vlak van de bedrijfssectoren; het onderzoek moet afgerond zijn tegen eind 2004.

 

5.     Sociaal fonds

 

5.1.       Werkgeversbijdrage

De werkgeversbijdrage voor het Fonds voor Bestaanszekerheid wordt vastgesteld op 0,40 % vanaf 1 oktober 2003 tot en met 31 maart 2005, inclusief de bijdrage bestemd voor de risicogroepen.

 

5.2.       Ontslagbegeleiding

De sectorale regeling inzake Ontslagbegeleiding blijft behouden.

De ingeschrevenen krijgen de mogelijkheid om - volgens nader te bepalen modaliteiten - deel te nemen aan cursussen uit het gratis sectoraanbod van LOGOS.

 

5.3.       Aanwervingspremies

De sectorregeling inzake aanwervingspremies blijft van toepassing. Het bedrag van de premies verworven vanaf 1 juni 2003 wordt vastgesteld op 2.500,00 EUR (voor een voltijdse tewerkstelling). De termijn voor het indienen van de aanvraag tot terugbetaling bij het Sociaal Fonds wordt op 6 maanden gebracht.

 

6.   Permanente vorming

-      Over een periode van 2 jaar worden er gemiddeld per bediende, op het niveau van de technische bedrijfseenheid, 3 dagen toegekend voor het volgen van vormings- en/of opleidingsinitiatieven, training on the job. De berekening gebeurt op basis van voltijdse equivalenten. De rapportering gebeurt op het vlak van de onderneming met de geëigende overlegorganen, aan de hand van een paritair opgesteld rapporterings­model.

-      Het toekennen van stimuli voor de bevordering van opleidingen in KMO's en ook in grotere ondernemingen zal worden besproken in het Sociaal Fonds.

-      Basisdocument op te stellen voor de rapportering door de onderneming aan de Raad van bestuur i.v.m. het bewijs van de bijkomende inspanning.

Voor de link met ontslagbegeleiding wordt verwezen naar punt 5.2. hiervoor.

 

7.   Communicatievertegenwoordigers van het personeel

Het gebruik van e-mail en internet op het werk door de afgevaardigden van de bedienden wordt geregeld door een af te sluiten collectieve arbeidsovereenkomst.

 

8.   Subregionale overlegplatforms

-      Partijen komen overeen om de werking van de opgerichte subregionale overlegplatforms te activeren.

-      Indien daaraan behoefte zou bestaan kan de mogelijkheid onderzocht worden om bijkomende overlegplatforms op te richten.

-      Opdrachten: cfr CAO 2001-2002.

 

9.   Anciënniteitsvakantie

Voor bedienden met een anciënniteit van ten minste 20 jaar wordt het aantal dagen anciënniteitsverlof, voor de toepassing van de jaarlijkse vakantie, als volgt aangepast:

-      anc. van 20 tot minder dan 25 jaar: 4 werkdagen

-      anc. van 25 tot minder dan 30 jaar: 5 werkdagen

-      anc. van 30 tot minder dan 35 jaar: 6 werkdagen

-      anc. van ten minste 35 jaar: 7 werkdagen.

 

10. Syndicaal verlof

Intentieverklaring op te stellen en te ondertekenen door de sociale partners aangaande het correct gebruik van syndicaal verlof; engagement van de sociale partners om pro-actief de problemen te bespreken en op te lossen teneinde de officiële verzoeningsprocedure te voorkomen.

 

11. Sociale vrede

De vakbonden verbinden zich ertoe geen acties te zullen ondernemen of ondersteunen, die indruisen tegen de geest van het sociaal akkoord voor de jaren 2003 en 2004.

Verder gaan de ondertekenende vakbonden de verbintenis aan geen verdere eisen te stellen, noch op het vlak van de sector noch op het vlak van de ondernemingen, die uitwerking hebben vóór 1 januari 2005. Deze verbintenis slaat op de verdere eisen zoals financiële voordelen en niet bekomen voordelen die deel uitmaakten van het eisenprogramma ingediend op het vlak van de sector en bindt eveneens alle individuele personen die onder de toepassing van de overeenkomst ressorteren.

De bedragen die voortkomen van de werkgeversbijdrage voor het Sociaal Fonds m.b.t. de jaren 2003 en 2004 voor de syndicale premie zullen slechts ter beschikking worden gesteld na afloop van elk der betrokken jaren; deze terbeschikkingstelling is afhankelijk van de eerbiediging van de sociale vrede tijdens dat jaar, zowel op het vlak van de sector als op het vlak van de ondernemingen, door elk van de ondertekenende vakbonden.

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003; zij wordt gesloten voor de duur van twee jaar.


Historiek
01/01/2021 31/12/2022 01 Protocol van akkoord 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 01 Protocol van akkoord 2019-2020
01/01/2015 31/12/2016 01 Protocol van akkoord 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Protocol van akkoord 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Protocol van akkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Protocol van akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Protocol van akkoord 2007-2008
01/01/2005 31/12/2006 01 Protocol van akkoord 2005-2006
01/01/2003 31/12/2004 01 Protocol van akkoord 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 01 Protocol van akkoord 2001-2002