Zesde VIA-akkoord voor de Vlaamse social profitsectoren (VIA6): koopkrachtmaatregelen

23/04/2021

Op 30 maart 2021 klopten de sociale partners van de Vlaamse social profitsectoren en de Vlaamse regering voor de zesde keer af voor een interprofessioneel akkoord voor de social profit-sectoren, het zogenaamde zesde ‘Vlaams interprofessioneel akkoord’, afgekort het VIA6. Het akkoord heeft betrekking op de periode 2021 tot 2025.

Het VIA6 bevat drie grote onderdelen:

  • koopkrachtmaatregelen;
  • kwaliteitsmaatregelen, extra personeel en andere maatregelen;
  • het uitbreidingsplan, relanceplan “Vlaamse veerkracht” en VESOC-akkoord “Alle hens aan dek”.

Dit artikel bespreek louter het eerste onderdeel, de koopkrachtmaatregelen, voor werknemers (VIA6 telt 140 bladzijden, en kent hier bovenop nog deelakkoorden).

De redactie van dit artikel werd afgesloten op 23 april 2021.

Het VIA6 is op zich niet bindend voor individuele werkgevers. Daarvoor zijn (nog) sectorale cao’s vereist, of een wijziging van de rechtspositieregeling voor de publieke sector. En hierbij is het uiteraard niet ondenkbaar dat die concretisering verschillen zal kennen t.o.v. de inhoud van het VIA6.
Dus, om elk misverstand te vermijden: zolang één van de onderstaande maatregelen niet geformaliseerd werd in een sectorale cao of door de Vlaamse wetgever niet impliciet wordt opgelegd in subsidiereglementering => maatregel is vooralsnog niet bindend voor werkgevers!

Inhoudsopgave

1.1  Voor welke werkgevers geldt het VIA6?1.2  Eenmalige consumptiecheques voor de Vlaamse geregionaliseerde pc330-deelsectoren & PC’s 318.02, 319.01, 3311.3  Maandwedden         - Vlaamse geregionaliseerde pc330-deelsectoren        - PC’s 318.02, 319.01 en 331: invoering nieuw IF.IC-loonmodel         - PC’s 318.02, 319.01 en 331: verlenging loonschalen tot 35 jaar        - Trap 0, 1 en 2B-kinderopvang & de buitenschoolse opvang uit de private sector (PC331)        - PC329.01        - PAB- & PVB-werkgevers (PC337)        - PC327.01        - De publieke zorg- en welzijnssectoren

1.4  Verhoging eindejaarspremie voor de publieke sectoren

1.1  Voor welke werkgevers geldt het VIA6?

Het VIA6 geldt voor de door Vlaanderen erkende, vergunde en gesubsidieerde ondernemingen uit de volgende deelsectoren van de social profit:

  • de paritaire comités (PC) 318.02, 19.01,  331, 327.01 en 329.01, alsook hun publieke tegenhangers;
  • de Vlaamse geregionaliseerde deelsectoren van pc330 & publieke tegenhangers (de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT’s), de categorale ziekenhuizen, de ouderenzorg, revalidatiecentra, de initiatieven voor beschut wonen en de multidisciplinaire begeleidingsequipes palliatieve zorg)
  • de PC337-werkgevers van PVB- of PAB-werknemers;
  • de lokale diensteneconomie.

De dienstencheque-ondernemingen vallen niet onder het VIA6.

 

1.2  Eenmalige consumptiecheques voor de Vlaamse geregionaliseerde pc330-deelsectoren & PC’s 318.02, 319.01, 331

Het VIA6  voorziet in een eenmalige consumptiecheque van 300 euro voor de Vlaamse geregionaliseerde pc330-deelsectoren, alsook voor de werknemers uit de paritaire comités 331, 318.02 en 319.01.
Inmiddels werden ter zake cao’s gesloten die de toekenning & modaliteiten regelen.

Voor de andere sectoren die onder het VIA6 vallen worden – m.u.v. de onthaalouders met een ‘sui generis-statuut’ - geen consumptiecheques voorzien. Zo bevestigde minister Wouter Beke dat deze maatregel niet geldt voor de publieke sector (doch de publieke sector geniet een eenmalige verhoging van de eindejaarspremie 2020 – zie verder).
 

1.3  Maandwedden

1.3.1  Vlaamse geregionaliseerde pc330-deelsectoren: IF.IC-doelbarema’s @ 100%

De geregionaliseerde Vlaamse pc330-deelsectoren maakten reeds in november 2019 een eerst opstap in het IF.IC-loonmodel: voor de werknemer die toen (of sindsdien verplicht) in het IF.IC-loonmodel stapte geldt een nieuw sectoraal minimumbarema, het ‘IF.IC-barema’. Dat nieuwe minimum is een geïndividualiseerd barema en bestaat – samengevat –uit
(a) het oud barema van de werknemer (in IF.IC-jargon: het ‘startbarema’);
(b) verhoogd met de zogenaamde ‘delta’, actueel 18,25% van het verschil van het startbarema enerzijds en het toepasselijke IF.IC-doelbarema anderzijds;
(c) met dien verstande dat de som in elk geval geplafonneerd wordt op dat doelbarema.
Het toepasselijke IF.IC-doelbarema van een werknemer wordt hierbij bepaald op basis van de IF.IC-functieklasse(n) waaronder de werknemer valt.

In het VIA6 spraken de sociale partners & Vlaamse regering af om voormeld percentage van 18,25% op 100% te brengen. Dit impliceert voor vele werknemers het einde van voormelde berekeningswijze, en de verhoging van het sectorale minimum naar het integrale IF.IC-doelbarema, althans voor de werknemers die (verplicht) in het IF.IC-loonmodel stap(p)(t)en.
 

Deze nieuwe – en dus meteen ook de laatste – IF.IC-fase voor de geregionaliseerde pc330-deelsectoren vindt plaats op 1 juli 2021, met een retroactieve correctie vanaf 1 april 2021.
Deze retroactief correctie zal overigens ook gelden voor de werknemers die nu nog niet in het IF.IC-loonmodel stapten en alsnog zullen instappen n.a.v. de nieuwe fase. Deze werknemers zullen binnenkort dus (opnieuw) een keuzemogelijkheid krijgen om wel/niet in het IF.IC-loonmodel te stappen, dan wel om onder de oude sectorbarema’s te blijven vallen. Zij zullen ter ondersteuning van die keuze, net zoals het geval was bij de eerste fase in 2019, voorafgaandelijk individuele simulaties ontvangen van hun huidige verloning en van hun mogelijke verloning volgens het IF.IC-barema.
Voor de goede orde: voor de werknemers die in dienst treden/traden sinds november 2019 geldt sowieso al het IF.IC-loonmodel als sectoraal minimum. De keuzemogelijkheid zal bijgevolg sowieso enkel gelden voor de ‘anciens’ die bij de introductie van de eerste fase in 2019 niet opteerden om naar het IF.IC-loonmodel over te stappen.
Naast de volledige uitrol van het IF.IC-loonmodel voorziet het VIA6  eveneens een eenmalige toeslag,  de ‘IFIC opstap’ genaamd. Het bedrag dient tegen 30 juni te worden bepaald door de sociale partners.   
Deze toeslag zal wel niet gelden voor de werknemers wiens voormelde retroactieve looncorrectie ten minsten overeen zal stemmen met het bedrag van de toeslag.
Er werd bepaald dat de betaling uiterlijk in juli 2021 plaatsvindt.
 

1.3.2  PC’s 318.02, 319.01 en 331: invoering nieuw IF.IC-loonmodel

In tegenstelling tot de Vlaamse geregionaliseerde PC330-deelsectoren geldt het IF.IC-loonmodel vooralsnog niet voor de paritaire comités 318.02, 319.02 en 331. Daar komt verandering in.

Voor deze paritaire comités zal ten laatste op 1 juli 2021 een eerste opstap gezet worden naar de invoering van een nieuw nog te ontwikkelen Vlaams IF.IC-loonmodel. Het bestaande IF.IC-loonmodel voor de Vlaamse geregionaliseerde PC330-deelsectoren zal hierbij gehanteerd worden als referentie. De IF.IC-doelbarema’s zullen hierbij niet noodzakelijk exact overeenstemmen met de bestaande IF.IC-doelbarema’s. Zo zal hierbij – met uitzondering van de CGG’s - de eindejaarspremie verrekend worden.  

De sociale partners streven ernaar om het nieuwe Vlaamse IF.IC-loonmodel in 2023 te finaliseren en structureel in te voeren.

Het nieuwe loonmodel zal wel niet gelden voor de werknemers van trap 0- en trap 1-kinderdagverblijven, en evenmin voor de buitenschoolse opvang.

 

Eerste opstap voor de niet-focusfuncties: lineaire verhoging

De barema’s worden in een eerste fase lineair verhoogd met 1,7 procent. Vooralsnog is het onduidelijk of deze verhoging enkel zal gelden voor de sectorale minimumbarema’s, dan wel ook voor de effectieve barema’s en lonen (die hoger kunnen liggen dan het toepasselijke sectorale minimumbarema). 
Minister Wouter Beke verduidelijkte in het Vlaams parlement dat de verhoging ingaat op 1 juli 2021, met een retroactieve correctie tot 1 januari 2021.
 

Eerste opstap voor de focusfuncties: verhoging op basis IF.IC-doelbarema
De zogenaamde ‘focusfuncties’ zullen een andere verhoging genieten, berekend volgens de principes die gelden voor de berekening van een IF.IC-barema. Bijgevolg werd, specifiek met het oog op deze berekening, voor elke focusfunctie een IF.IC-doelbarema vastgelegd, geselecteerd uit het geregionaliseerde IF.IC-loonmodel (zie bijlage V van het VIA6) en werd eveneens een delta-percentage vastgelegd:

  • PC318.02: 100%
  • PC319.01: 45%
  • PC331-kinderopvang: 72,5%
  • PC331-gezondheidsinrichtingen & -diensten (GID): 67,5%.

In elk geval zal de werknemer met een focusfunctie ten minste voornoemde lineaire verhoging van 1,7% genieten, dus ook indien het bedrag van voormelde berekening lager uitvalt.

Net zoals bij de lineaire verhoging ook hier de vraag of zij enkel zal gelden voor de sectorale minimumbarema’s dan wel eveneens voor de reële lonen.
Overigens is het waarschijnlijk de bedoeling geweest van de sociale partners dat de geselecteerde doelbarema’s enkel dienen om deze extra verhoging te berekenen, en dus niet noodzakelijk ook zal gelden als doelbarema bij de finale implementatie van het Vlaamse IF.IC-loonmodel.
 

 

1.3.3  PC’s 318.02, 319.01 en 331: verlenging loonschalen tot 35 jaar

De sectorale loonschalen die vandaag gelden in deze paritaire comités stoppen veelal na 27 jaar baremieke anciënniteit. In het VIA6 werd afgesproken om de loonschalen aan te vullen opdat ze alsnog stijgen tot 35 jaar baremieke anciënniteit.
Concrete baremabedragen zijn er nog niet.

 

1.3.4  Trap 0, 1 en 2B-kinderopvang & de buitenschoolse opvang uit de private sector (PC331)

Trap 0- en trap 1-kinderdagverblijven zullen omschakelen naar trap 2B. Voor trap 2B-kinderdagverblijven wordt de 5e fase van de loonharmonisatie geïntroduceerd.

Voor de buitenschoolse opvang zal een basisbarema gecreëerd worden dat het B2A-barema evenwel niet mag overschrijden.

Het VIA6 voorziet ter zake geen concrete timing.

 

1.3.5  PC329.01

Voor de PC329.01-werknemers wordt een lineaire verhoging van de effectieve lonen met 1,1 procent voorzien, met uitwerking vanaf 1 januari 2021. Tevens voorziet het VIA6 in de toekenning van de loonmarge van het interprofessioneel akkoord 2023-2024.

Ook deze sector tekent in op het nieuwe Vlaamse IF.IC-loonmodel. Hierbij zullen de sociale partners vaststellen hoe de loonmarge van het interprofessioneel akkoord 2023-2024 ingepast kan worden.

 

1.3.6  PAB- & PVB-werkgevers (PC337)

Vandaag legt de subsidiërende overheid PAV- en PVB-werkgevers op om minstens het PC319.01-minimumloon toe te kennen aan persoonlijk assistenten met een arbeidsovereenkomst.

VIA6 voorziet een verhoging van het toe te kennen minimumloon met 8,75 procent: van 1.858,38 naar 2.020,99 euro. Ook de sectorale eindejaarspremie zal hierdoor stijgen.

Een eventueel saldo aan subsidiemiddelen voor deze koopkrachtmaatregel zal uitgekeerd worden onder de vorm van een saldering van de eindejaarspremie.

Qua timing voorziet het VIA6 geen concretisering.

 

1.3.7  PC327.01

Vanaf 1 januari 2021 wordt een uurtoeslag voorzien voor de doelgroepwerknemers met minstens vier jaar sectoranciënniteit. Hieromtrent werd inmiddels een sector-cao gesloten. Deze verhoging wordt niet meegenomen in de berekeningsbasis van de eindejaarspremie.
Vanaf 1 januari 2023 zal een bijkomende uurtoeslag voorzien worden voor werknemers met minstens acht jaar sectoranciënniteit.

Voor het omkaderingspersoneel in de voormalige beschutte werkplaatsen die behoren tot de categorieën 2,3,4 of 5 wordt de septemberpremie vanaf 1 januari 2021 als volgt verhoogd:

  • vast geïndexeerd bedrag van 1.297,92 euro
  • variabel gedeelte van 2.33 procent van het bruto jaarloon.

Voor het omkaderingspersoneel in voormalige sociale werkplaatsen die behoren tot de categorieën 3,4 of 5 zal vanaf 2021 een jaarlijkse premie toegekend worden ten belope van 513 euro (bedrag voor een voltijdequivalent met een volledig gewerkte/gelijkgestelde referteperiode).

Deze twee premies werden recentelijk geformaliseerd in een cao.

De premies zullen verrekend worden bij de uitrol van het Vlaamse IF.IC-loonmodel, waarop dus ook het PC327.01 intekent, en waarvan de implementatie aanvangt in 2023.

 

1.3.8  De publieke zorg- en welzijnssectoren

Voor de woonzorgcentra van de publieke sector wordt een IF.IC-loonmodel ingevoerd vanaf 1 oktober 2021, met een optie van een retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 juli 2021. Omwille van aanzienlijke verschillen tussen sommige bestaande loonbarema’s en de aanvangsbarema’s van het IF.IC-loonmodel van de private sectoren, spraken de sociale partners af om vanaf 1 juli 2021 bepaalde verschillen weg te werken voor nieuwe medewerkers om zo te vermijden dat nieuwe kandidaat-werknemers niet meer zouden kiezen voor de publieke sector.
De sociale partners uit de publieke sector spraken af om een voor de publieke sector aangepast IF.IC-loonmodel te implementeren. PVT’s volgen evenwel normaliter de bepalingen van het bestaande federale IF.IC-loonmodel voor de ziekenhuizen, gelet hun verwevenheid met psychiatrische ziekenhuizen.
Voor de publieke equivalenten van de PC318.02-, PC319.01- en PC331-organisaties – de zogenaamde ‘klassieke zorg- & welzijnsorganisaties’ - wensen de sociale partners zich in te schrijven in de procedure voor het nog uit te werken Vlaamse IF.IC-loonmodel van hun private zusterorganisatie, met dien verstande dat er voor sommige functies desgevallend overgangsmaatregelen uitgewerkt worden omwille van historisch gegroeide verschillen tussen de private en de publieke sectoren. Mocht evenwel blijken dat dit onmogelijk is, dan kunnen de sociale partners ook een parallelle procedure opstarten.
Specifiek voor de publieke gezinszorg willen de sociale partners evenwel sowieso vanaf 1 juli 2021 IF.IC-loonschalen toepassen voor enkele functies: categorie 11 voor de zorgkundigen in de thuiszorg en categorie 4 voor de personeelsleden van de aanvullende thuiszorg die bezoldigd worden op E1-E2-E3. Het is onduidelijk of hierbij de bestaande IF.IC-loonschalen zullen gelden, dan wel nog uit te werken IF.IC-loonschalen specifiek voor de publieke sector.

Trap 2B-kinderdagverblijven uit de publieke sector gaan, net zoals hun private zusterorganisaties, over naar fase 5 van de harmonisatie van de loonvoorwaarden.

Voor de publieke socioculturele sector wordt de loonnorm van het interprofessioneel akkoord 2023-2024 - die uiteraard nog moet worden bepaald - toegekend, tenzij de sociale partners anders beslissen. De 1,1 procent verhoging die de private socioculturele sector zal genieten, wordt voor de publieke socioculturele sector toegekend middels de verhoging van de eindejaarspremie (zie volgend punt).
Overigens is dit de laatste keer dat de publieke socioculturele sector deel uitmaakt van een VIA. De publieke socioculturele sector zal dus geen deel uitmaken van het VIA7, dat normaliter in 2025 of 2026 onderhandeld wordt.
 

1.4  Verhoging eindejaarspremie voor de publieke sectoren

Vanaf 2021 stijgt de eindejaarspremie voor de publieke sectoren. Deze verhoging werd inmiddels verder uitgewerkt in een deelakkoord voor de publieke sectoren, gesloten in het comité C1. Aansluitend verspreide de minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen een omzendbrief ter zake, gericht aan de lokale bestuurders.

Recurrent wordt het variabel deel verhoogd tot 3,6%. Voor de woonzorgcentra en andere geregionaliseerde voorzieningen voor ouderenzorg stijgt hier bovenop ook het forfaitair gedeelte, tot 1.288,43 euro (bedrag 2020).
De verhogingen mogen evenwel nooit leiden tot een eindejaarspremie die hoger is dan 1/12e van het jaarsalaris.

Deze verhoogde eindejaarspremie moet onder de vorm van een eenmalige koopkrachtverhoging eveneens toegekend worden voor het jaar 2020, voor de volgende publieke deelsectoren:

  • de woonzorgcentra & andere geregionaliseerde voorzieningen voor ouderenzorg;
  • de publieke equivalenten van de PC318.02-, PC319.01- en PC331-organisaties (= de ‘klassieke zorg- & welzijnsorganisaties’).

 

 

Bronnen:

Betrokken sectoren

318.02.00-00.00 , 319.01.00-00.00 , 327.01.00-00.00 , 329.01.00-00.00 , 329.01.00-01.01 , 329.01.00-01.02 , 329.01.00-01.03 , 329.01.00-01.06 , 329.01.00-01.07 , 329.01.00-01.08 , 329.01.00-01.09 , 329.01.00-03.02 , 330.01.10-00.00 , 330.01.20-00.00 , 330.01.40-00.00 , 330.01.50-00.00 , 330.04.00-00.00 , 331.00.00-00.00 , 331.00.10-00.00 , 331.00.20-00.00 , 337.00.00-00.00