0705 Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan en toekenning van bijkomend verlof t.v.v. bepaalde werknemers

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 22/11/2012
Geldig vanaf: 01/10/2005

1. Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan

Werknemers:

  • het verplegend personeel (inbegrepen de sociaal verpleegkundigen en ‘gradués en santé communautaires’);
  • het verzorgend personeel;
  • de ambulanciers van de spoeddiensten;
  • de laboratoriumtechnologen en -technici;
  • de technologen en technici medische beeldvorming;
  • de bedieners van medisch materiaal, o.a. het personeel tewerkgesteld in de sterilisatiediensten, de apothekers en apotheekassistenten;
  • de medewerkers patiëntenvervoer;
  • de werknemers die morele, filosofische of godsdienstige bijstand verlenen;
  • de opvoeders en begeleidend personeel geïntegreerd in de zorgteams;
  • de logistieke medewerkers geïntegreerd in de zorgteams;
  • de maatschappelijk assistenten en psychologisch assistenten tewerkgesteld in de zorgteams of geïntegreerd in het therapeutisch programma;
  • de werknemers bedoeld in artikel 54bis en artikel 54ter van het KB nr. 78;
  • de kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, audiologen, diëtisten, psychologen, orthopedagogen en pedagogen, animatoren en alle andere personeelsleden tewerkgesteld in de zorgteams of geïntegreerd in het therapeutisch programma.
  • de diensthoofden en adjunct-diensthoofden die rechtstreeks bovenstaande personeelsgroepen omkaderen.
  • de werknemers die niet behoren tot bovenstaande lijst maar gedurende de referentieperiode van 24 maanden die voorafgaan aan of volgen op de maand waarop de werknemer de leeftijd van 45, 50 en 55 jaar bereikt, minstens 200 uren prestaties hebben verricht bij dezelfde werkgever, in één of meerdere functies, waarvoor een vergoeding voor onregelmatige prestaties (zondag, zaterdag, feestdag, nachtdienst of onderbroken diensten) of een andere bij CAO vastgelegde vergoeding werd betaald of de overeenstemmende compensatierust werd toegekend.

 Voordeel:

voltjdse werknemers :

45 jaar en ouder Vrijstelling van prestaties onder de vorm van 96 u/jaar
OF, enkel voor het verpleegkundig personeel, de verpleegkundige diensthoofden en adjunctdiensthoofden (vanaf 1/10/2005): premie van 5,26 % berekend op het loon
50 jaar en ouder Vrijstelling van prestaties onder de vorm van 192 u/jaar
OF, enkel voor het verpleegkundig personeel, de verpleegkundige diensthoofden en adjunctdiensthoofden (vanaf 1/10/2005): premie van 10,52 % berekend op het loon
55 jaar en ouder Vrijstelling van prestaties onder de vorm van 288 u/jaar
OF, enkel voor het verpleegkundig personeel, de verpleegkundige diensthoofden en adjunctdiensthoofden (vanaf 1/10/2005): premie van 15,78 % berekend op het loon

 Deeltijdse werknemers :

  • pro rata

2. vrijstelling van arbeidsprestaties door toekenning van bijkomend verlof

Werknemers:

  • hebben geen recht op vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan

voordeel:

Voltijdse werknemers:

  • 38 uren vrijstelling per jaar vanaf 50 jaar
  • 38 bijkomende uren vrijstelling per jaar vanaf 52 jaar
  • 76 bijkomende uren vrijstelling per jaar vanaf 55 jaar

Deeltijdse werknemers :

  • pro rata

3. Toepassingsmodaliteiten

  • De vrijstelling van prestaties wordt gerealiseerd onder de vorm van volle dagen. Op ondernemingsniveau kan de modaliteit van toekenning van vrijstelling van prestaties onder de vorm van volle dagen gewijzigd worden door middel van wijziging van het arbeidsreglement in de instellingen met een ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging. Bij ontstentenis van ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging kan enkel worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst. Modaliteiten waarbij vrijstelling van prestaties gegeven wordt in kleinere eenheden dan een volledig uur zijn evenwel niet toegelaten.
  • De vrijstelling van prestaties wordt per kalendermaand genomen en op voorhand vastgelegd in het werkrooster. Op ondernemingsniveau kunnen in het arbeidsreglement andere modaliteiten terzake bedongen worden.
  • Alle rechten worden toegekend pro rata de contractuele jobtime en pro rata het aantal maanden van het jaar waarin het recht van toepassing is.
  • de vrijstelling van arbeidsprestaties wegens eindeloopbaan kan gecumuleerd worden met compensatiedagen ingevolge een collectieve arbeidsuurvermindering beneden de sectorale arbeidsduur per week maar dit voor maximaal het aantal dagen van vrijstelling van arbeidsprestaties wegens eindeloopbaan.
  • Ander dan verpleegkundig en verzorgend of gelijkgesteld personeel, kunnen op ondernemingsvlak dagen van vrijstelling van arbeidsprestaties wegens eindeloopbaan genieten maar hun aantal mag niet meer zijn dan dat voorzien door de sectorale CAO.
  • De werknemer aan wie vrijstelling van arbeidsprestaties wordt toegekend wegens eindeloopbaan behoudt de hem toegekende vrijstelling voor de volledige resterende duur van de arbeidsovereenkomst.
  • Ingeval van verlies van het ene voordeel kan het andere voordeel genoten worden.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 26 oktober 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en de toekenning van bijkomend verlof ten voordele van bepaalde categorieën personeelsleden.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 oktober 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 november 2008.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 6 september 2006, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 oktober 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 november 2008.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO aangevuld met enige commentaar.

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers, met uitzondering van de artsen, van:

- de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;

- de psychiatrische verzorgingstehuizen;

- de initiatieven voor beschut wonen;

- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra;

- de revalidatiecentra;

- de thuisverpleging;

- de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;

- de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;

- de medisch-pediatrische centra;

- de wijkgezondheidscentra.

Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan de punten 3, 4 en 5 van het sociaal akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren (privé-sector) van 26 april 2005.

HOOFDSTUK II - Vrijstelling van arbeidsprestaties

Artikel 3

Vallen onder de toepassing van de regeling vrijstelling van arbeidsprestaties:

§1. Personeel behorend tot volgende groepen heeft ambtshalve recht op vrijstelling van arbeidsprestaties zoals omschreven in de artikelen 4 tot en met 6, op voorwaarde dat ze effectief de vermelde functie uitoefenen:

- het verplegend personeel (inbegrepen de sociaal verpleegkundigen en ‘gradués en santé communautaires’);

- het verzorgend personeel;

- de ambulanciers van de spoeddiensten;

- de laboratoriumtechnologen en -technici;

- de technologen en technici medische beeldvorming;

- de bedieners van medisch materiaal, o.a. het personeel tewerkgesteld in de sterilisatiediensten, de apothekers en apotheekassistenten;

- de medewerkers patiëntenvervoer;

- de werknemers die morele, filosofische of godsdienstige bijstand verlenen;

- de opvoeders en begeleidend personeel geïntegreerd in de zorgteams;

- de logistieke medewerkers geïntegreerd in de zorgteams;

- de maatschappelijk assistenten en psychologisch assistenten tewerkgesteld in de zorgteams of geïntegreerd in het therapeutisch programma;

- de werknemers bedoeld in artikel 54bis en artikel 54ter van het KB nr. 78;

- de kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, audiologen, diëtisten, psychologen, orthopedagogen en pedagogen, animatoren en alle andere personeelsleden tewerkgesteld in de zorgteams of geïntegreerd in het therapeutisch programma.

De diensthoofden en adjunct-diensthoofden die rechtstreeks bovenstaande personeelsgroepen omkaderen, genieten eveneens ambtshalve van de vrijstelling van arbeidsprestaties.

§2. Het gelijkgesteld personeel

Onder gelijkgesteld personeel wordt verstaan, de werknemers die niet behoren tot bovenstaande lijst en gedurende de referentieperiode van 24 maanden die voorafgaan aan de maand waarop de werknemer de leeftijd van 45, 50 en 55 jaar bereikt, minstens 200 uren prestaties hebben verricht bij dezelfde werkgever, in één of meerdere functies, waarvoor een vergoeding voor onregelmatige prestaties (zondag, zaterdag, feestdag, nachtdienst of onderbroken diensten), het zij een andere bij CAO vastgelegde vergoeding werd betaald of de overeenstemmende compensatierust werd toegekend.

De werknemer die geen 200 uren onregelmatige prestaties heeft verricht bij dezelfde werkgever, op het ogenblik dat hij/zij 45, 50 en 55 jaar is, verwerft het statuut van gelijkgesteld personeel en dus de vrijstelling van arbeidsprestaties, van zodra hij alsnog binnen elke periode van 24 maanden deze 200 uren heeft verricht, volgens de modaliteiten bepaald in art. 7 §3 infra.

Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers moeten deze 200 uren onregelmatige prestaties berekend worden pro rata de contractuele arbeidstijd op het moment dat het recht geopend wordt.

Voor de berekening van het aantal uren onregelmatige prestaties zoals bedoeld in de voorgaande alinea's, worden de periodes van arbeidsonderbreking zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemeen uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, omgezet in een fictief aantal uren (Y) onregelmatige prestaties dat aan het aantal werkelijk gepresteerde uren dient toegevoegd en verrekend volgens volgende formule:

Y = A / B x C

waarbij

A = het aantal uren effectief verrichte onregelmatige prestaties

B = het aantal effectief gepresteerde uren gedurende de in alinea 1 hierboven vastgestelde referentieperiode

C = het aantal uren schorsing van het arbeidscontract

Commentaar 1 : de periodes van arbeidsonderbreking zijn :

ziekte en ongeval (beroeps- of van gemeen recht);

profylactisch verlof (betaald borstvoedingsverlof inbegrepen);

moederschapsrust, vaderschapsverlof en de periode van verwijdering van het werk;

vervullen van militaire verplichtingen;

vervullen van burgerplichten of uitoefenen van openbaar mandaat;

uitoefening van de functie van sociaal rechter of de uitoefening van een syndicale opdracht;

deelneming aan lessen of studiedagen gewijd aan sociale promotie;

deelneming aan een staking, lock-out en tijdelijke economische werkloosheid.

Commentaar 2 : een jaar bestaat uit 1976 (38 x 52) gepresteerde uren

Voorbeeld : een voltijds werknemer is ziek gedurende 6 maanden. Hij heeft 150 onregelmatige uren gepresteerd in een periode van 24 maanden voorafgaand aan zijn 45 jaar.

Y = 150/2964 x 988 = 49,99 (= 50)

150 + 50 = 200 uren

Artikel 4

§1. Het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, heeft recht op toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm van 96 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar, toegekend volgens de modaliteiten van artikel 9. 

Voor de deeltijdse werknemers wordt het aantal uren vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule:

X = 96 x Y / Z

waarbij:

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

§2. Het personeel, bedoeld in artikel 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn contractuele wekelijkse arbeidstijd. Als tegenwaarde hiervan heeft het personeelslid recht op een premie, gelijk aan 5,26 %, berekend op zijn loon. Vanaf 1 oktober 2005 hebben de werknemers geen mogelijkheid meer om te opteren voor de premie van 5,26 % en het behoud van prestaties, met uitzondering van het verpleegkundig personeel, evenals de verpleegkundige diensthoofden en adjunct-diensthoofden, zoals bedoeld in artikel 3.

Evenwel behoudt het personeel dat voor 1 oktober 2005 ressorteerde onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en dat heeft gekozen voor de premie bedoeld in voormelde overeenkomst, het recht op deze premie.

Commentaar: voor de bepalingen van de CAO van 21/05/2001, zie verbonden CAO.

In de loop van het eerste semester van 2008 zullen de ondertekende partijen onderzoeken of het gepast is het recht op keuze voor het verpleegkundig personeel te behouden.

§3. De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

§4. In onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever kan voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer de contractueel vastgelegde arbeidsduur worden verhoogd met het aantal uren vrijstelling van prestaties waarvan de deeltijdse werknemer kan genieten op basis van de oorspronkelijke contractuele arbeidstijd.

Commentaar : dit akkoord moet het voorwerp uitmaken van een bijlage aan de arbeidsovereenkomst. De werkgever is niet verplicht om dit toe te kennen.

Artikel 5

§1. Het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, heeft recht op toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm van 192 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar, hierbij inbegrepen de uren vrijstelling van prestaties bedoeld in artikel 4 en toegekend volgens de modaliteiten van artikel 9.

Voor de deeltijdse werknemers wordt het aantal uren vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule:

X = 192 x Y / Z

waarbij:

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

§2. Het personeel, bedoeld in artikel 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn contractuele wekelijkse arbeidstijd. Als tegenwaarde hiervan heeft het personeelslid recht op een premie, gelijk aan 10,52 %, berekend op zijn loon. Vanaf 1 oktober 2005 hebben de werknemers geen mogelijkheid meer om te opteren voor de premie van 10,52 % en het behoud van prestaties, met uitzondering van het verpleegkundig personeel, evenals de verpleegkundige diensthoofden en adjunctdiensthoofden, zoals bedoeld in artikel 3.

Evenwel behoudt het personeel dat voor 1 oktober 2005 ressorteerde onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en dat heeft gekozen voor de premie bedoeld in voormelde overeenkomst, het recht op deze premie.

Commentaar: voor de bepalingen van de CAO van 21/05/2001, zie verbonden CAO.

In de loop van het eerste semester van 2008 zullen de ondertekende partijen onderzoeken of het gepast is het recht op keuze voor het verpleegkundig personeel te behouden.

§3. De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

§4. In onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever kan voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer de contractueel vastgelegde arbeidsduur worden verhoogd met het aantal uren vrijstelling van prestaties die de deeltijdse werknemer kan genieten op basis van de oorspronkelijke contractuele arbeidstijd.

Commentaar : dit akkoord moet het voorwerp uitmaken van een bijlage aan de arbeidsovereenkomst. De werkgever is niet verplicht om dit toe te kennen.

Artikel 6

§1. Het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, heeft recht op toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm van 288 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar hierbij inbegrepen de uren vrijstelling van prestaties bedoeld in artikel 4 en 5 en toegekend volgens de modaliteiten van artikel 9.

X = 288 x Y / Z

waarbij:

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

§2. Het personeel, bedoeld in artikel 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn contractuele wekelijkse arbeidstijd. Als tegenwaarde hiervan heeft het personeelslid recht op een premie, gelijk aan 15,78 %, berekend op zijn loon. Vanaf 1 oktober 2005 hebben de werknemers geen mogelijkheid meer om te opteren voor de premie van 15,78 % en het behoud van prestaties, met uitzondering van het verpleegkundig personeel, evenals de verpleegkundige diensthoofden en adjunctdiensthoofden, zoals bedoeld in artikel 3.

Evenwel behoudt het personeel dat voor 1 oktober 2005 ressorteerde onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en dat heeft gekozen voor de premie bedoeld in voormelde overeenkomst, het recht op deze premie.

Commentaar: voor de bepalingen van de CAO van 21/05/2001, zie verbonden CAO.

In de loop van het eerste semester van 2008 zullen de ondertekende partijen onderzoeken of het gepast is het recht op keuze voor het verpleegkundig personeel te behouden.

§3. De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

§4. In onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever kan voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer de contractueel vastgelegde arbeidsduur worden verhoogd met het aantal uren vrijstelling van prestaties die de deeltijdse werknemer kan genieten op basis van de oorspronkelijke contractuele arbeidstijd.

Commentaar : dit akkoord moet het voorwerp uitmaken van een bijlage aan de arbeidsovereenkomst. De werkgever is niet verplicht om dit toe te kennen.

Artikel 7

§1. De werkgever moet aan het verpleegkundig personeel evenals de verpleegkundige diensthoofden en adjunct-diensthoofden die hen omkaderen, zoals bedoeld in artikel 3, in de loop van de 3de maand voorafgaand aan de maand waarin de werknemer de leeftijd van respectievelijk 45, 50 of 55 jaar bereikt, de keuze, zoals voorzien in de artikelen 4 §2, 5 §2 en 6 §2 voorleggen.

De werknemer heeft één maand om zijn keuze aan zijn werkgever mede te delen. De vrijstelling van prestaties of de toekenning van de premie gaat in vanaf de 1ste dag van de maand waarin de voornoemde leeftijden worden bereikt. De werknemer heeft het recht om bij elke leeftijdssprong (50 en 55 jaar) zijn keuze te bepalen. De optie vrijstelling van prestaties is steeds definitief. De optie uitkering van een premie kan ten allen tijde omgezet worden in vrijstelling van prestaties.

Vanaf 50 jaar is een combinatie van vrijstelling van prestaties en uitkering van een premie mogelijk.

Voor de werknemers op een tussentijdse leeftijd, dient de keuze te worden voorgelegd door de werkgever van zodra de werknemer aan alle voorwaarden voldoet. De werknemer heeft één maand de tijd om zijn keuze mee te delen. De vrijstelling of premie dient toegekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking van de keuze.

§2. Voor alle andere personeelsgroepen gaat de vrijstelling van arbeidsprestaties automatisch in de eerste van de maand waarin de werknemer 45, 50 of 55 jaar wordt.

Voor de werknemer bedoeld in artikel 3 §1 op een tussenliggende leeftijd gaat de vrijstelling in de eerste dag van de maand volgend op deze waarin de werknemer aan alle voorwaarden voldoet.

De optie uitkering van een premie kan ten allen tijde omgezet worden in vrijstelling van prestaties.

§3. De werknemer die geen 200 uren onregelmatige prestaties heeft verricht, op het ogenblik waarop hij 45, 50 of 55 jaar is, verwerft het statuut van gelijkgesteld personeel en geniet dus van de vrijstelling van arbeidsprestaties, van zodra hij alsnog binnen elke periode van 24 maanden bedoelde 200 uren heeft verricht. De werkgever verwittigt de werknemer van zodra de werknemer het quotum van 200 uren heeft bereikt. De vrijstelling van de arbeidsprestaties gaat in de eerste dag van de 2de maand volgend op de maand waarin de werknemer voldoet aan de gestelde voorwaarde.

HOOFDSTUK III -   De toekenning van bijkomend verlof ten voordele van bepaalde categorieën personeelsleden

Artikel 8

§1. De werknemers die niet behoren tot het toepassingsgebied zoals omschreven in artikel 3 hebben, vanaf 1 oktober 2005, jaarlijks recht op:

- 38 uren vrijstelling van arbeidsprestaties vanaf 50 jaar

- 38 bijkomende uren vrijstelling van arbeidsprestaties vanaf 52 jaar

Vanaf 1 oktober 2007 hebben deze werknemers jaarlijks recht op:

- 76 bijkomende uren vrijstelling van arbeidsprestaties vanaf 55 jaar.

§2. Voor de deeltijdse werknemers wordt het aantal uren vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule:

X = het aantal uren vrijstelling bepaald in §1 hierboven x Y / Z

waarbij:

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

§3. De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

HOOFDSTUK IV – Toepassingsmodaliteiten

Artikel 9

§1. De vrijstelling van prestaties, voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gerealiseerd onder de vorm van volle dagen.

§2. Op ondernemingsniveau kan de modaliteit van toekenning van vrijstelling van prestaties onder de vorm van volle dagen gewijzigd worden door middel van wijziging van het arbeidsreglement in de instellingen met een ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging.

Bij ontstentenis van ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging kan enkel worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst.

Modaliteiten waarbij vrijstelling van prestaties gegeven wordt in kleinere eenheden dan een volledig uur zijn evenwel niet toegelaten.

Artikel 10

De vrijstelling van prestaties toegekend overeenkomstig artikel 9 wordt per kalendermaand genomen en op voorhand vastgelegd in het werkrooster. Op ondernemingsniveau kunnen in het arbeidsreglement andere modaliteiten terzake bedongen worden.

Artikel 11

Alle rechten worden toegekend pro rata de contractuele jobtime en pro rata het aantal maanden van het jaar waarin het recht van toepassing is.

Artikel 12

De regeling inzake de vrijstelling van arbeidsprestaties zoals hierboven bepaald, wordt niet cumulatief toegepast voor de werknemers die reeds genieten van compensatiedagen ingevolge een collectieve arbeidsuurvermindering beneden de sectorale arbeidsduur per week, voor het equivalent bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 van onderhavige overeenkomst, en dit voor maximaal het aantal dagen van onderhavige overeenkomst.

Artikel 13

Indien echter binnen de onderneming, in toevoeging op de collectieve arbeidsovereenkomst dd. 21 mei 2001 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, een vrijstelling van arbeidsprestaties zoals voorzien voor het verpleegkundig en verzorgend of gelijkgesteld personeel, bij CAO geheel of gedeeltelijk ook werd toegekend aan sommige andere personeelsgroepen, kunnen in geen geval meer dagen vrijstelling van arbeidsprestaties worden toegekend dan bepaald in de artikelen 4, 5 of 6.

Artikel 14

§1. Indien aan een werknemer vrijstelling van arbeidsprestaties wordt toegekend volgens artikels 4, 5 of 6 dan behoudt de werknemer de hem toegekende vrijstelling voor de volledige resterende duur van de arbeidsovereenkomst.

§2. Voldoet deze werknemer niet meer aan de voorwaarden voorzien in artikel 3 dan kan deze geen bijkomende vrijstelling van arbeidsprestaties meer verwerven zoals voorzien in artikel 5 of 6.

Indien een werknemer overgaat van het toepassingsgebied van artikel 3 naar het toepassingsgebied van artikel 8, dan wordt een vergelijking gemaakt tussen de reeds verworven vrijstelling van arbeidsprestaties en de toepassing van artikel 8, waarbij de meest gunstige vrijstelling van arbeidsprestaties zal worden toegepast.

§3. In afwijking op §1 hierboven zal, indien de werknemer, op zijn verzoek, van functie wijzigt via een bijlage bij de arbeidsovereenkomst en hierdoor niet meer onder het toepassingsgebied van artikel 3 ressorteert, verliest hij de rechten verworven op basis van de artikelen 4, 5 of 6. De werknemer geniet dan de uren vrijstelling bedoeld in artikel 8 van onderhavige overeenkomst.

HOOFDSTUK V – Slotbepalingen

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2005.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten tot vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, enkel voor de instellingen die ressorteren onder het toepassingsgebied bepaald in artikel 1.

Artikel 16

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige overeenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers, voor zover de regering de tenlasteneming van de kost verzekert volgens de bepalingen van de punten 3, 4 en 5 van het Sociaal Akkoord betreffende de Federale Gezondheidssectoren (privé-sector) van 26 april 2005. 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
26/10/2005
Registratienr
78221
Geldig van
01/10/2005
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/12/2005
Registratiedatum
24/01/2006
Onderwerp
vrijstelling van arbeidsprestaties (eindeloopbaan) en toekenning van bijkomend verlof
BS Bericht van neerlegging
09/02/2006
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/10/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
27/11/2008
Keywords
BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Datum CAO
21/05/2001
Registratienr
57702
Geldig van
-
Geldig tot
03/01/2006
Neerleggingsdatum
08/06/2001
Registratiedatum
29/06/2001
Onderwerp
vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek
BS Bericht van neerlegging
18/07/2001
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
14/01/2002
Gepubliceerd in het B.St. van
19/01/2002
Keywords
PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN

Historiek
01/10/2005 31/12/2999 0705 Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan en toekenning van bijkomend verlof t.v.v. bepaalde werknemers
01/06/2001 30/09/2005 0705 4301 Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan