In het Paritair Subcomité voor de tandprothese werd op 21 mei 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vermindering van de arbeidsduur. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 28 februari 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003.

Wij geven u hierna de tekst van de CAO en vervolgens enige commentaar.

1. Tekst van de CAO

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de tandprothese ressorteren. 

Onder werknemers wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en/of bedienden.

Artikel 2

De wekelijkse arbeidsgrens van de arbeidsduur voorzien in de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt verminderd tot 38 uren per week.

Artikel 3

De verkorting van de arbeidsduur voorzien bij artikel 2 van deze overeenkomst mag in geen geval een loonsverlaging tot gevolg hebben.

Bijgevolg worden de uurlonen verhoogd met 2,63 %.

Artikel 4

Onverminderd de bepalingen van artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 betreffende het overwerk dient de verhoging van het loon voor overwerk betaald te worden vanaf het overschrijden van het 38ste uur.

Artikel 5

De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen of krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst met inbegrip van de compensatiedagen die voortvloeien uit een regeling inzake arbeidsduur, alsmede de periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bepaald bij wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de rustdagen die toegekend worden in toepassing van artikel 29 §4 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gelden als arbeidsduur voor de berekening van de wekelijkse arbeidsduur.

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits een opzegging van drie maanden, gericht bij ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de tandprothese.

2. Commentaar

 a) Vermindering van de arbeidsduur

Sedert 1 september 2002, mogen de werknemers nog enkel 38 uur per week presteren. De uurlonen werden sedert 1 september 2002 verhoogd met 2,63 % zodat de overgang naar de 38 urenweek geen loonverlies veroorzaakt.

De arbeidsduur van de deeltijdse werknemers moet verminderd worden pro rata temporis : hun arbeidsduur moet vermenigvuldigd worden met 38/39sten.

Al de nieuwe uurroosters moeten hernomen worden in het arbeidsreglement.

b) Berekening van het overloon voor overuren

Wanneer een werknemer overuren presteert in het kader van een punctuele afwijking of in overtreding met de bepalingen van de Arbeidswet van 16 maart 1971, heeft hij recht op een overloon vanaf de overschrijding van 38 uren arbeid per week.

c) Berekening van de inhaalrust ingevolge overuren

Wanneer een werknemer overuren presteert, heeft hij recht op betaalde inhaalrust zodat hij op het einde van de referteperiode gemiddeld 38 uur per week heeft gepresteerd. Voor de berekening van deze inhaalrust, moet er rekening gehouden worden met de gepresteerde uren en met de uren die gelijkgesteld worden met gepresteerde uren die opgesomd zijn onder artikel 5 van de CAO.