Retroactieve loonsverhoging diverse Vlaamse inrichtingen en diensten

14/07/2021

Het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA6) voor de Vlaamse social profit-sectoren voorziet o.m. een lineaire loonsverhoging van 1,7 procent en een verlenging van de bestaande loonschalen tot 35 jaar anciënniteit voor een aantal deelsectoren.

Een collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2021 formaliseert deze twee engagementen voor de onderstaande voorzieningen die ressorteren onder het paritair comité 331, voor zover erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschapscommissie:

  • de centra voor geboorteregeling;
  • de centra voor tele-onthaal;
  • de sociale vrijwilligersorganisaties;
  • de diensten voor de strijd tegen toxicomanie;
  • de centra voor huwelijkscontacten;
  • de centra voor prenatale raadpleging;
  • de consultatiebureaus voor het jonge kind;
  • de vertrouwenscentra kindermishandeling;
  • de diensten voor adoptie;
  • de centra voor ontwikkelingsstoornissen;
  • de consultatiecentra voor gehandicaptenzorg;
  • de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg, de eerstelijnszones en de zorgraden;
  • de diensten en de centra voor gezondheidspromotie en preventie, met uitzondering van de ziekenfondsen.

De bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst – zie hieronder - bevat de nieuwe baremabedragen die met deze verhogingen gepaard gaan. Samen met deze nieuwe baremabedragen stijgt ook het sectorale minimumloon, naar 22.679,64 euro per jaar.
Het betreffen allen de actuele geïndexeerde bedragen op jaarbasis, gekoppeld aan de spilindex 109,34 (basis 2013). Om de overeenstemmende maandlonen te bepalen moeten de geïndexeerde baremieke brutojaarlonen gedeeld worden door twaalf.

Deze verhogingen gaan gepaard met de afschaffing van de haard- en standplaatsvergoedingen. Let wel: al deze wijzigingen, dus ook de afschaffing van de haard- en standplaatsvergoedingen, gelden vooralsnog louter voor de hierboven opgelijste voorzieningen (en dus vooralnsog niet voor bijvoorbeeld de kinderopvang).
Deze wijzigingen gelden retroactief, vanaf 1 maart 2021. Retroactieve looncorrecties zijn bijgevolg vereist voor zover nog reeds minstens verloond conform de nieuwe bedragen.
Bij de eindredactie van dit artikel was collectieve arbeidsovereenkomst werd nog niet geregistreerd bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Aangezien deze registraties normaliter snel gebeuren overwegen werkgevers die het aantal looncorrecties tot een minimum willen beperken bijgevolg best om de registratie niet af te wachten vooraleer over te gaan tot de vereiste looncorrecties.

Noteer overigens dat het minimumloon hoger ligt dat het L4-barema bij nul en één jaar baremieke anciënnteit. Enigszins merkwaardig moet de werkgever in die situaties, dus in geval van een L4-barema met nul of één jaar baremieke anciënniteit, dit hogere sectorale minimumloon respecteren en niet de L4-baremabedragen. 

In de marge: nog geen witte rook voor de kinderopvang & centra geestelijke gezondheidszorg.
Het VIA6 voorziet dezelfde verhogingen ook voor o.m. de trap 2- en trap 3-kinderopvang en de centra voor geestelijke gezondheidscentra. Voor deze deelsectoren van het paritair comité 331 werd vooralsnog geen collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.

Bron: collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2021 betreffende de loonvoorwaarden voor diverse inrichtingen en diensten in uitvoering van via 6:

Betrokken sectoren

331.00.20-00.00