140.03 Goederenvervoerder of logistiek helpen: werknemer of zelfstandige?

04/12/2013

Zoals u weet kan er per Koninklijk Besluit kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid die werd voorzien in de Arbeidsrelatiewet om voor bepaalde beroepen criteria vast te stellen aan de hand waarvan - op weerlegbare wijze - wordt vastgesteld of de betrokken persoon tewerkgesteld is als zelfstandige dan wel als werknemer. Meer informatie hierover vind je in ons artikel verschenen op onze website op 28 september 2012 "Schijnzelfstandigheid en de arbeidsrelatiewet: Nieuwigheden".

Op 29 oktober 2013 werd er van deze mogelijkheid gebruik gemaakt voor het paritair subcomité 140.03 voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden.

Het weerlegbaar vermoeden treedt in werking op 6 december 2013. Vanaf die datum is het vermoeden eveneens van toepassing op overeenkomsten die reeds vóór die datum werden afgesloten.

Indien aan minimum vijf van onderstaande criteria voldaan is, zal diegene die de werkzaamheden uitvoert op weerlegbare wijze vermoed worden tewerkgesteld te zijn als werknemer:

  • Bij gebrek aan een financieel of economisch risico in diens hoofde. Dit is onder meer het geval wanneer er geen persoonlijke en substantiële investering met eigen middelen is in de onderneming, wanneer er geen persoonlijke en substantiële deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming voorhanden is, wanneer er geen financiële waarborg verstrekt werd in het kader van de toegang tot het beroep van goederenvervoer of wanneer er noch een getuigschrift noch een bewijs van vakbekwaamschap in het kader van de Europese en Belgische regelgeving bestaat;
  • Bij gebrek aan verantwoordelijkheid en beslissingsmacht over de financiële middelen van de onderneming. Dit is onder meer het geval wanneer er noch een getuigschrift noch een bewijs van vakbekwaamschap in het kader van de Europese en Belgische regelgeving bestaat;
  • Bij gebrek aan beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming;
  • Bij gebrek aan beslissingsmacht over de prestaties die in aanmerking komen voor de prijsafrekening van de werkzaamheden in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, behalve indien de prijs overeengekomen is op basis van objectieve criteria, zoals bij transportbeurzen en aanbestedingen die objectieve criteria hanteren voor de prijsbepaling zonder dat de vervoerder daar individueel invloed op kan hebben;
  • Bij gebrek aan een resultaatsverbintenis betreffende het overeengekomen werk zoals dit onder meer het geval kan zijn wanneer er noch een getuigschrift noch een bewijs van vakbekwaamschap in het kader van de Europese en Belgische regelgeving bestaat;
  • Bij gebrek aan de mogelijkheid om voor de uitvoering van het overeengekomen werk personeel aan te werven;
  • Het zich niet voordoen als een onderneming ten overstaan van andere personen, met uitzondering voor wat betreft de commerciële afspraken rond publiciteit op het getrokken materieel. Dit is onder meer het geval wanneer er noch een getuigschrift noch een bewijs van vakbekwaamschap in het kader van de Europese en Belgische regelgeving bestaat;
  • Het werken in ruimtes waarvan men niet de eigenaar of de huurder is of hoofdzakelijk werken met een motorvoertuig dat niet tot de eigendom behoort van de uitvoerder van de werken of niet door hem zelf in leasing of huur is genomen of dat ter beschikking wordt gesteld, gefinancierd of gewaarborgd door de medecontractant.

Aangezien het om een weerlegbaar vermoeden gaat, is het - wanneer voldaan is aan minstens vijf van bovenstaande criteria - aan de werkgever om aan te voeren dat het in voorkomend geval toch gaat om arbeid uitgevoerd op zelfstandige basis.

Indien de werkgever dit bewijs niet kan voorleggen, dan wordt diegene die de werkzaamheden uitvoert, geacht tewerkgesteld te zijn middels een arbeidsovereenkomst.