Zieke werknemers: nieuwe maatregelen om hun reïntegratie te bevorderen

Van 
81489

Op 1 december 2016 zijn twee koninklijke besluiten in werking getreden die voorzien in re-integratiemogelijkheden voor zieke werknemers. De bedoeling is om werknemers die langdurig afwezig zijn op het werk wegens arbeidsongeschiktheid en personen die omwille van ziekte niet kunnen werken opnieuw de weg te wijzen naar de arbeidsmarkt via het doorlopen van een re-integratietraject. Intussen werd in de Commissie Sociale Zaken ook een wetsontwerp goedgekeurd dat de arbeidsrechtelijke gevolgen regelt voor werknemers die een re-integratietraject volgen, onder andere op het vlak van gewaarborgd loon en de huidige procedure van ontslag wegens definitieve arbeidsongeschiktheid.

Deze maatregelen beogen enkel werknemers die arbeidsongeschikt zijn ingevolge ziekte of ongeval van gemeen recht en die niet het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval of een beroepsziekte!

I. Het re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers in de eigen onderneming

Het uitgangspunt is dat zieke werknemers eerst de mogelijkheid krijgen om opnieuw in de eigen onderneming aan de slag te gaan. Een belangrijke rol wordt daarbij weggelegd voor de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die de re-integratie zal moeten beoordelen.

Wie kan het initiatief tot re-integratie nemen?

  • Ofwel de werknemer ofwel diens behandelend geneesheer met instemming van de werknemer en dit ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid;
  • Ofwel de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Hij zal uiterlijk 2 maanden na de aangifte van de arbeidsongeschiktheid nagaan of de zieke werknemer in aanmerking komt voor re-integratie. Is dat volgens hem het geval, dan zal hij het dossier van de zieke werknemer overmaken aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer;
  • Ofwel de werkgever en dit ten vroegste vanaf 4 maanden arbeidsongeschiktheid of vanaf het ogenblik dat de werknemer hem een attest aflevert van zijn behandelend geneesheer waaruit zijn definitieve arbeidsongeschiktheid om het overeengekomen werk uit te voeren blijkt.

Na het genomen initiatief: de rol van de preventie-adviseur arbeidsgeneesheer

Nadat één van de bovengenoemde personen het initiatief tot het opstarten van het re-integratietraject heeft genomen, zal de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de werkgever hiervan verwittigen (indien het verzoek weliswaar niet van de werkgever komt) en de mogelijkheid tot re-integratie van de werknemer onderzoeken binnen een termijn van 40 werkdagen. Hij zal dit onderzoek niet alleen voeren maar in samenspraak met de werknemer zelf en, mits toestemming van de werknemer, diens behandelend geneesheer en de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Ook de preventieadviseur psychosociale aspecten of ergonomie kunnen hierbij betrokken worden mits toestemming van de werknemer in geval dat de gezondheidsproblemen van de werknemer bvb. verband houden met stress, burn-out of rug- en nekproblemen.

Na dit onderzoek dient de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een beslissing te nemen:

  1. Ofwel kan de werknemer op termijn zijn overeengekomen functie hervatten, eventueel mits aanpassing van de werkpost, en de werknemer is in staat om in tussentijd bij de werkgever een aangepast of ander werk uit te voeren, eventueel mits aanpassing van de werkpost;
  2. Ofwel kan de werknemer op termijn zijn overeengekomen functie hervatten, eventueel mits aanpassing van de werkpost, maar is hij niet in staat om in tussentijd bij de werkgever een aangepast of ander werk uit te voeren;
  3. Ofwel is de werknemer definitief ongeschikt om zijn overeengekomen functie te hervatten maar is hij wel in staat om bij de werkgever een aangepast of ander werk uit te voeren, eventueel mits aanpassing van de werkpost;
  4. Ofwel is de werknemer definitief ongeschikt om zijn overeengekomen functie te hervatten en is hij niet in staat om bij de werkgever een aangepast of ander werk uit te voeren;
  5. Ofwel oordeelt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer dat het om medische redenen niet opportuun is om een re-integratietraject op te starten. In dat geval herbekijkt hij om de twee maanden de mogelijkheden om een re-integratietraject op te starten (opgelet: deze beslissing kan niet worden genomen wanneer het initiatief uitgaat van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds!).

In geval van 1. en 3. legt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer zelf de modaliteiten vast van het aangepast of ander werk en van de aanpassing van de werkpost.

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer noteert zijn beslissing op het formulier voor de re-integratiebeoordeling en bezorgt een kopie van dit formulier aan de werknemer en de werkgever en, wanneer hij geen aangepast of ander werk voorstelt, aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.

Oordeelt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer dat de werknemer definitief arbeidsongeschikt is (punt 3. en 4.), dan beschikt de werknemer over een termijn van 7 werkdagen om tegen deze beslissing beroep aan te tekenen bij de bevoegde geneesheer sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk.

Opmaak van een re-integratieplan door de werkgever

Nadat de werkgever de re-integratiebeoordeling van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer heeft ontvangen die het tijdelijk karakter van de ongeschiktheid bevestigt met de mogelijkheid van aangepast of ander werk, moet hij in overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een re-integratieplan opmaken. Dit plan moet zo concreet en gedetailleerd mogelijk de te nemen maatregelen bevatten, namelijk de omschrijving  van de aanpassing van de werkpost, de omschrijving van het aangepast werk of ander werk, de aard van een voorgestelde opleiding en de geldigheidsduur van het plan.

Dit re-integratieplan moet vervolgens voorgelegd worden aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds die een beslissing neemt over de progressieve werkhervatting en de arbeidsongeschiktheid in het kader van de ziekte- en invaliditeitswetgeving. Indien nodig, moet de werkgever op zijn verzoek het plan aanpassen.

Tot slot wordt het plan voorgelegd aan de werknemer die met het plan kan instemmen of het plan op gemotiveerde wijze kan weigeren.

Een werkgever die na overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer geen re-integratieplan opmaakt omdat hij meent dat het technisch of objectief onmogelijk is, of omwille van gegronde redenen niet kan worden geëist, moet dit motiveren in een verslag.

Ook in geval de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in zijn beoordeling de definitieve arbeidsongeschiktheid van de werknemer bevestigt, moet de werkgever in principe een re-integratieplan opmaken, behalve in het geval dat:

  • de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer oordeelt dat er geen aangepast of ander werk mogelijk is en de werknemer heeft zijn beroepsmogelijkheden tegen deze beslissing uitgeput;
  • de werkgever heeft een gemotiveerd verslag aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overgemaakt waarin hij aangeeft dat het technisch of objectief onmogelijk is, of omwille van gegronde redenen niet kan worden geëist om een re-integratieplan op te maken.

In deze laatste twee gevallen alsook wanneer de werknemer op gemotiveerde wijze niet instemt met het re-integratieplan n.a.v. de definitieve arbeidsongeschiktheid, wordt het re-integratietraject definitief beëindigd.

De uitvoering van het re-integratieplan wordt op regelmatige wijze opgevolgd door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in overleg met de werkgever en de werknemer. Het plan moet in de onderneming ter beschikking gehouden worden van de inspectiediensten.

Opvolging re-integratiebeleid op ondernemingsvlak

Voor werkgevers met een comité voor preventie en bescherming op het werk, is er ook een belangrijke rol weggelegd voor dit comité om op ondernemingsvlak een doeltreffend re-integratiebeleid te ontwikkelen.

De werkgever moet regelmatig en ten minste éénmaal per jaar met het comité overleg plegen over de mogelijkheden op collectief vlak voor aangepast of ander werk en een aanpassing van de werkposten en dit in aanwezigheid van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en de overige preventieadviseurs. Eenmaal per jaar wordt het collectief re-integratiebeleid ook geëvalueerd op basis van een verslag van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Indien nodig, wordt het re-integratiebeleid aangepast in functie van deze evaluatie.

II. Het re-integratietraject voor arbeidsongeschikten zonder arbeidsovereenkomst

Dit re-integratietraject beoogt de sociaalprofessionele re-integratie te bevorderen van uitkeringsgerechtigden die niet meer tewerkgesteld zijn door hen te begeleiden naar een andere job. Dit traject wordt opgestart door de adviserend geneesheer van de mutualiteit die uiterlijk twee maanden na de aangifte van de arbeidsongeschiktheid een eerste inschatting van de restcapaciteiten van de betrokkene maakt.

Oordeelt de adviserend geneesheer dat de uitkeringsgerechtigde opnieuw een job kan uitoefenen op de gewone arbeidsmarkt, eventueel na herscholing of beroepsopleiding, dan voert hij binnen de maand een medisch-sociaal onderzoek uit om de mogelijkheden van wedertewerkstelling te onderzoeken. Zijn bevindingen worden meegedeeld aan de behandelend geneesheer van de uitkeringsgerechtigde.

Vervolgens stelt hij een aanbod van re-integratieplan op na overleg met de behandelend geneesheer en wordt de VDAB geraadpleegd.

Tot slot wordt het aanbod meegedeeld aan de uitkeringsgerechtigde en wordt hij uitgenodigd voor een gesprek. Gaat de uitkeringsgerechtigde akkoord met de inhoud van het re-integratieplan, dan wordt de inhoud ervan opgenomen in een overeenkomst die door beide partijen wordt ondertekend.

Het re-integratieplan wordt door de adviserend geneesheer op driemaandelijkse basis opgevolgd.

Arbeidsrechtelijke aspecten verbonden aan het volgen van een re-integratietraject

Naast de verschillende re-integratiemogelijkheden heeft de wetgever ook initiatief genomen om de arbeidsrechtelijke gevolgen van werknemers die een re-integratietraject volgen, te regelen om hen rechtszekerheid te bieden in hun arbeidsrelatie wanneer zij aangepast of ander werk uitvoeren.

Aanpassing procedure van ontslag ingevolge medische overmacht

Het beëindigen van de arbeidsovereenkomst in geval van definitieve arbeidsongeschiktheid is pas mogelijk nadat het volledige re-integratietraject zoals vermeld in punt I. hierboven, is beëindigd. Concreet zal er dus steeds een onderzoek door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer dienen te gebeuren. Pas wanneer deze oordeelt dat de werknemer definitief ongeschikt is om het overeengekomen werk uit te voeren en er is geen aangepast of ander werk mogelijk, kan de arbeidsovereenkomst worden beëindigd ingevolge medische overmacht.

Gewaarborgd loon

De bestaande praktijk van de mutualiteiten wordt bekrachtigd in die zin dat de werkgever niet langer gewaarborgd loon dient te betalen wanneer de werknemer opnieuw ziek wordt tijdens de periode van uitvoering van aangepast of ander werk. De werknemer zal dan onmiddellijk uitkeringen genieten van de mutualiteit.

Berekening opzeggingsvergoeding

Wanneer de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt verbroken tijdens de periode waarin de werknemer een aangepast of ander werk uitvoert, moet de opzeggingsvergoeding worden berekend op basis van het krachtens de arbeidsovereenkomst verschuldigde loon vóór de uitvoering van het aangepast of ander werk.

Voorrang aan het behoud van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst

Er wordt voorrang gegeven aan de verdere uitvoering van de arbeidsovereenkomst zoals deze bestond vóór de uitvoering van het aangepast of ander werk, o.a. via de invoering van een wettelijk vermoeden. Zo is er geen sprake van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdens de periode van uitvoering van aangepast of ander werk en wordt de opzeggingstermijn niet geschorst indien de werknemer nog gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. De oorspronkelijk voltijds tewerkgestelde werknemer wordt dus niet als een deeltijdse werknemer beschouwd in deze periode.

Tijdens de periode van uitvoering van het aangepast of ander werk behoudt de werknemer alle voordelen die hij bij de werkgever had verworven. Werkgever en werknemer hebben wel nog de mogelijkheid om een bijlage aan de arbeidsovereenkomst af te sluiten waarin zij zelf regelingen kunnen treffen over het verschuldigde loon alsook over andere aspecten zoals het arbeidsvolume, de uurroosters, de inhoud van het aangepast of ander werk, de geldigheidsduur van de bijlage enz…

III. Inwerkingtreding van deze nieuwe maatregelen

De maatregelen uiteengezet onder I. en II. werden reeds gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en zijn in werking getreden op 1 december 2016, waarbij:

  • werknemers de mogelijkheid hebben om een re-integratietraject op te starten vanaf 01/01/2017, ongeacht de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid;
  • werkgevers de mogelijkheid hebben om een re-integratietraject op te starten vanaf 01/01/2017 voor arbeidsongeschiktheden die zijn aangevangen vanaf 01/01/2016 en vanaf 01/01/2018 voor arbeidsongeschiktheden die zijn aangevangen vóór 01/01/2016;
  • adviserend geneesheren van de ziekenfondsen de mogelijkheid hebben om een re-integratietraject op te starten vanaf 01/12/2016, ongeacht de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid.

De arbeidsrechtelijke aspecten uiteengezet in III. maken het voorwerp uit van een wetsontwerp. Van zodra de inhoud ervan wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, brengen wij u hiervan op de hoogte.