Zieke werknemers: aanpassing van de procedure van ontslag ingevolge definitieve arbeidsongeschiktheid

Van 
81978

Vanaf 9 januari 2017 kan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens definitieve arbeidsongeschiktheid van de werknemer tot uitoefening van het overeengekomen werk enkel nog vastgesteld worden na het beëindigen van het re-integratietraject zoals vastgesteld in het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers.

Situatie tot en met 08/01/2017

Wanneer de werkgever een medisch attest ontving van de behandelende arts van de werknemer waarin verklaard werd dat de werknemer definitief arbeidsongeschikt is of enkel lichter werk mag doen (en dit definitief), kon hij niet zomaar overgaan tot ontslag wegens overmacht. De werknemer beschikte namelijk nog over de mogelijkheid om zijn re-integratie in de onderneming aan te vragen via het versturen van een aangetekend schrijven aan de werkgever. Enkel in het geval dat de werknemer van deze mogelijkheid gebruik maakte, moest er een onderzoek door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer plaatsvinden alvorens de werkgever kon overgaan tot een ontslag wegens medische overmacht.

Wat verandert er vanaf 09/01/2017?

Wanneer de werkgever een attest ontvangt van de behandelend geneesheer van de werknemer waarin wordt verklaard dat de werknemer definitief arbeidsongeschikt is om het overeengekomen werk uit te oefenen, moet er verplicht een onderzoek door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer plaatsvinden in het kader van het re-integratietraject opdat de werkgever verdere stappen kan ondernemen met het oog op een ontslag ingevolge medische overmacht.

Daarnaast kan de werkgever ook nog zelf verzoeken om het re-integratietraject op te starten wanneer de werknemer 4 opeenvolgende maanden arbeidsongeschikt is (en dus zonder attest van de behandelend geneesheer van de werknemer) en kan ook de werknemer (of diens behandelend geneesheer mits toestemming van de werknemer) dit vrijwillig verzoeken ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

Tot slot kan ook de adviserend geneesheer van het ziekenfonds het initiatief nemen voor het opstarten van het re-integratietraject in het kader van de ziekte- en invaliditeitswetgeving.

Onderzoek door en beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

Wanneer in één van bovenvermelde situaties het initiatief tot het opstarten van een re-integratietraject werd genomen, volgt er een onderzoek van de re-integratiemogelijkheden van de werknemer door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer binnen de 40 werkdagen. Na zijn onderzoek dient de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een beslissing te nemen. In dat kader kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer beslissen dat de werknemer tijdelijk arbeidsongeschikt is (al dan niet met de mogelijkheid van aangepast of ander werk tijdens deze periode) of definitief arbeidsongeschikt is voor de overeengekomen functie (al dan niet met de mogelijkheid om een aangepast of ander werk in de onderneming uit te oefenen).

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer noteert zijn beslissing op het formulier voor de re-integratiebeoordeling en bezorgt een kopie van dit formulier aan de werknemer en de werkgever en, wanneer hij geen aangepast of ander werk voorstelt, aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.

Oordeelt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer dat de werknemer definitief arbeidsongeschikt is, dan beschikt de werknemer over een termijn van 7 werkdagen om tegen deze beslissing beroep aan te tekenen bij de bevoegde geneesheer sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk.

Opmaak van een re-integratieplan door de werkgever

De werknemer is tijdelijk arbeidsongeschikt

Nadat de werkgever de re-integratiebeoordeling van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer heeft ontvangen die het tijdelijk karakter van de ongeschiktheid bevestigt met de mogelijkheid van een aangepast of ander werk, moet hij in overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een re-integratieplan opmaken. Dit plan moet zo concreet en gedetailleerd mogelijk de te nemen maatregelen bevatten, namelijk de omschrijving  van de aanpassing van de werkpost, de omschrijving van het aangepast werk of ander werk, de aard van een voorgestelde opleiding en de geldigheidsduur van het plan.

Dit re-integratieplan moet vervolgens voorgelegd worden aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds die een beslissing neemt over de progressieve werkhervatting en de arbeidsongeschiktheid in het kader van de ziekte- en invaliditeitswetgeving. Indien nodig, moet de werkgever op zijn verzoek het plan aanpassen.

Tot slot wordt het plan voorgelegd aan de werknemer die met het plan kan instemmen of het plan op gemotiveerde wijze kan weigeren.

Een werkgever die na overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer geen re-integratieplan opmaakt omdat hij meent dat het technisch of objectief onmogelijk is, of omwille van gegronde redenen niet kan worden geëist, moet dit motiveren in een verslag.

De werknemer is definitief arbeidsongeschikt: mogelijkheid van ontslag wegens medische overmacht

Ook in geval de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in zijn beoordeling de definitieve arbeidsongeschiktheid van de werknemer bevestigt, moet de werkgever in principe een re-integratieplan opmaken, behalve in het geval dat:

  • de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer oordeelt dat er geen aangepast of ander werk mogelijk is en de werknemer heeft zijn beroepsmogelijkheden tegen deze beslissing uitgeput;
  • de werkgever heeft een gemotiveerd verslag aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overgemaakt waarin hij aangeeft dat het technisch of objectief onmogelijk is, of omwille van gegronde redenen niet kan worden geëist om een re-integratieplan op te maken.

In deze laatste twee gevallen alsook wanneer de werknemer op gemotiveerde wijze niet instemt met het re-integratieplan n.a.v. de definitieve arbeidsongeschiktheid, wordt het re-integratietraject definitief beëindigd. Enkel in één van deze drie gevallen is dan een ontslag ingevolge medische overmacht mogelijk!

De aangepaste wettekst doet evenwel geen afbreuk aan de algemene ontslagmacht van de partijen bij een arbeidsovereenkomst. Ze behouden het recht om de overeenkomst te beëindigen mits naleving van een opzeggingstermijn of betaling van een vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten.

Inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen

Het nieuwe artikel 34 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten dat het ontslag wegens medische overmacht koppelt aan het re-integratietraject zoals vastgesteld in het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers, treedt in werking op 9 januari 2017.

Maar er moet wel rekening mee gehouden worden dat het re-integratietraject ten vroegste van start kan gaan vanaf 01/01/2017 en dit afhankelijk van wie het initiatief neemt:

  • werkgevers hebben de mogelijkheid om een re-integratietraject op te starten vanaf 01/01/2017 voor arbeidsongeschiktheden die zijn aangevangen vanaf 01/01/2016 en vanaf 01/01/2018 voor arbeidsongeschiktheden die zijn aangevangen vóór 01/01/2016 (zowel in het geval de werknemer minstens 4 maanden arbeidsongeschikt is als in het geval de werknemer een attest van definitieve arbeidsongeschiktheid van zijn behandelend geneesheer overhandigt);
  • werknemers hebben de mogelijkheid om een re-integratietraject op te starten vanaf 01/01/2017, ongeacht de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid.

Opmerking: adviserend geneesheren van de ziekenfondsen hebben reeds de mogelijkheid om een re-integratietraject op te starten vanaf 01/12/2016, ongeacht de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid.

 

Bronnen: wet van 20 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid, B.S. 30 december 2016; koninklijk besluit van 28 oktober 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wat betreft de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers, B.S. 24 november 2016.