050101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee

(Sous-)Commission paritaire n°:
329.01.00-01.01

Mise à jour: 14/10/2005
Début de validité: 01/01/2002
Fin validité: 31/12/2005

In het Paritair Comité voor de socio-culturele sector werd op 13 december 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake de toekenning van een eindejaarspremie ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector van 29 maart 2000 - sector maatschappelijk opbouwwerk. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 maart 2003 onder het nr. 65800/CO/329. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een Koninklijk Besluit van 4 mei 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 2004.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens enkele praktische schikkingen.

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de door de Vlaamse overheid erkende en gesubsidieerde instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II - Vastlegging van het bedrag

Artikel 2

§1. De bruto-eindejaarspremie bestaat uit drie delen: een vast geïndexeerd gedeelte, een vast niet-geïndexeerd gedeelte, en een loonafhankelijk variabel gedeelte.

§2. Het vaste geïndexeerde gedeelte bedraagt 263,34 EUR (basis 01.11.2001). Het bedrag wordt elk jaar aan de index aangepast. Het indexpercentage wordt berekend door het indexcijfer van oktober van het lopende jaar te delen door het indexcijfer van oktober van het vorige jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.

§3. Het vaste niet-geïndexeerde gedeelte bedraagt 55,08 EUR.

§4. Het loonafhankelijke, variabele gedeelte bedraagt 2,5% van het brutojaarloon. Voor de berekening hiervan wordt het baremiek brutomaandloon van de betrokken werknemer van oktober van het lopende jaar, met inbegrip van de eventuele haard- of standplaatsvergoeding, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen, supplementen of vergoedingen, vermenigvuldigd met twaalf.

§5. In afwijking  van artikel 2, §1, 2, 3 en 4:

wordt de eindejaarspremie voor het jaar 2002 forfaitair vastgesteld op 625 EUR, inclusief de RSZ-werkgeversbijdrage;

wordt de eindejaarspremie voor het jaar 2003 forfaitair vastgesteld op 770 EUR, inclusief de RSZ-werkgeversbijdrage;

wordt de eindejaarspremie voor het jaar 2004 vastgesteld op minimaal 770 EUR, inclusief de RSZ-werkgeversbijdrage.

§6. In afwijking van artikelen 1 en 2§5 wordt de eindejaarspremie voor het jaar 2002 voor de werknemers tewerkgesteld bij de VZW’s RISO Antwerpen en Vlaams-Brabant als volgt vastgesteld. De som die deze respectieve werkgevers ontvangen, als toelage van de Vlaamse Overheid, voor de uitbetaling van de eindejaarspremie 2002 wordt gedeeld door het aantal personeelsleden (VTE), tewerkgesteld bij deze instituten. Voor het bepalen van het aantal personeelsleden worden de werknemers, die voordien met een DAC-statuut tewerkgesteld werden niet meegerekend evenals de personeelsleden waarvoor de werkgever een toelage ontvangt krachtens het K.B. van 5 februari 1997 (sociale maribel). Het resultaat van deze deling is de minimum eindejaarspremie, inclusief de RSZ-werkegeversbijdrage, waarop de werknemers van deze 2 instellingen aanspraak kunnen maken.

HOOFDSTUK III - Toekenning en berekeningswijze van de premie

Artikel 3

§1. Het totale bedrag van de premie, zoals vastgelegd in artikel 2, wordt uitgekeerd aan de werknemer die verbonden is door een voltijdse arbeidsovereenkomst en volledig gewerkt heeft of daarmee gelijkgestelde afwezigheidsperiodes, zoals bepaald in artikel 6 §3, kan inroepen en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode. De referentieperiode strekt zich uit van 1 januari tot 30 september.

§2. Voor deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt het bedrag van de premie zoals vastgelegd in artikel 2 §§2, 3, 5 en 6 herleid naar rata van de contractuele arbeidsduur.

§3. Wanneer een werknemer het totale bedrag van de premie niet kan genieten omdat hij in dienst of uit dienst  is getreden in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag ervan aangepast, evenredig met de verrichte arbeid en/of daarmee gelijkgestelde periodes.

Artikel 4

§1. Iedere volledig gewerkte of daarmee gelijkgestelde maand, tijdens de referentieperiode, geeft recht op de 1/9de van het bedrag van de premie, berekend overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§2. Elke arbeidsovereenkomst, ingegaan vóór de dertiende dag van de maand, wordt beschouwd als een arbeidsovereenkomst voor een volledige maand.

§3. Worden gelijkgesteld met gewerkte of als dusdanig beschouwde dagen, de inactiviteitperiodes, vastgelegd bij koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders. Schorsingen wegens loopbaanonderbreking en conventionele schorsingen van de arbeidsovereenkomst worden niet gelijkgesteld met effectieve prestaties.

Artikel 5

De eindejaarspremie is niet verschuldigd voor arbeidsprestaties of gelijkgestelde periodes tijdens een proefperiode waarin de arbeidsovereenkomst werd beëindigd. De eindejaarspremie is evenmin verschuldigd aan de werknemers die zich in de proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling ervan.

Artikel 6

De eindejaarspremie vervangt in hoofde van de werknemer, ten belope van het bedrag dat krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst betaald wordt, alle andere toelagen die tot op heden bij wijze van eindejaarspremie of dertiende maand werden toegekend.

HOOFDSTUK IV - Betalingsmodaliteiten

Artikel 7

De eindejaarspremie wordt betaald in de maand december.

HOOFDSTUK V - Slotbepalingen

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2002.

Zij wordt uitgevoerd op voorwaarde van een effectieve ter beschikkingstelling van de financiële middelen voor de loonharmonisering waarin krachtens het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 is voorzien, inclusief de noodzakelijke en evenredige budgetten voor ex-DAC-medewerkers.

Zij zal op verzoek van een ondertekenende partij kunnen herzien of opgezegd worden, met betekening van een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Het volledige budget dat vanaf 2002 en volgende jaren ter beschikking gesteld wordt op de uitvoering van deze CAO, wordt ook effectief aangewend voor de financiering van de eindejaarspremie.

B. Samenvatting

CAO van 13 december 2002 (KB van 4 mei 2004 en BS van 7 juli 2004)

Geldigheidsduur: vanaf 1 janari 2002 voor onbepaalde duur

 

Bedrag

-vast geïndexeerd gedeelte in 2005: 281,65 EUR

-vast niet-geïndexeerd gedeelte: 55,08 EUR

-variabel gedeelte: 2,5% van het brutojaarloon (= baremiek brutomaandloon van de maand oktober x 12, eventuele haard- of stansplaatsvergoeding inbegrepen, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen, supplementen of vergoedingen)

In afwijking hiervan werd de eindejaarspremie in 2002, 2003 en 2004 forfaitair vastgesteld:

2002: 625 EUR, inclusief RSZ-werkgeversbijdrage

2003: 770 EUR, inclusief RSZ-werkgeversbijdrage

2004: min. 770 EUR, inclusief RSZ-werkgeversbijdrage

 

Toekenningsvoorwaarden

- Bedrag aan 100% voor voltijdse WN, tewerkgesteld gedurende de volledige referentieperiode

- Referentieperiode: van 1 januari tot 30 september

- Pro rata:

      - deeltijdse WN

      - WN in dienst genomen of uit dienst getreden tijdens de referentieperiode

- Berekening pro rata = 1 maand van de referentieperiode = 1/9 eindejaarspremie

- Uitsluitingen:

      - WN die zich in proeftijd bevindt op het ogenblik van de betaling van de premie

      -  WN waarvan arbeidsovereenkomst werd beëindigd tijdens de proefperiode

- In dienst voor 13de = 1 maand

- Gelijkstelling: cfr. jaarlijkse vakantie (niet schorsing wegens loopbaanonderbreking en conventionele schorsingen)

- Slechts uitgevoerd op voorwaarde van een effectieve ter beschikkingstelling van de financiële middelen voor de loonharmonisering waarin krachtens het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 is voorzien.

 

Uitbetalingsdatum

In de maand december

 

C. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).

Date CCT
13/12/2002
N° d'enregistrement
65800
Début de validité
01/01/2002
Fin validité
31/12/2005
Date de dépôt
03/02/2003
Date d'enregistrement
28/03/2003
Sujet
prime de fin d'année
MB Avis Dépôt
09/04/2003
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
04/05/2004
Publié au Moniteur Belge du
07/07/2004
Mots clés
PRIME DE FIN D'ANNÉE

Historique
01/01/2023 31/12/2050 05 Eindejaarspremie
01/01/2021 31/12/2050 05 Eindejaarspremie
08/11/2021 31/12/2022 05 Eindejaarspremie
01/01/2020 07/11/2021 05 Eindejaarspremie
01/01/2016 31/12/2019 05 Eindejaarspremie
01/01/2015 31/12/2015 05 Eindejaarspremie
01/01/2014 31/12/2014 05 Eindejaarspremie
01/01/2013 31/12/2013 05 Eindejaarspremie
01/01/2012 31/12/2012 05 Eindejaarspremie
01/01/2011 31/12/2011 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2010 31/12/2010 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2009 31/12/2009 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2008 31/12/2008 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2007 31/12/2007 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2006 31/12/2006 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2002 31/12/2005 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee
01/01/2002 31/12/2001 05 0101 Eindejaarspremie in de instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk erkend of gesubsidiee