030102 Beroepenclassificatie - Vergunde kinderopvang - Trap 1

(Sous-)Commission paritaire n°:
331.00.10-00.00

Mise à jour: 28/04/2015
Début de validité: 01/04/2014

Werknemers die in hoofdzaak handenarbeid verrichten 

Eerste categorie: ongeschoolden: code A1

Tweede categorie: halfgeschoolden: code A2

Derde categorie: geschoolden: code A3

Vierde categorie: meer dan geschoolden: code A4

Vijfde categorie: meesterpersoneel: code A5

Werknemers die in hoofdzaak hoofdarbeid verrichten 

Administratief personeel

Eerste categorie: code B1

Tweede categorie: code B2

Derde categorie: code B3

Vierde categorie: code B4

Vijfde categorie: code B5

Technisch en paramedisch personeel

Eerste categorie: code C1

Tweede categorie: code C2

Derde categorie: code C3

Vierde categorie: code C4

Vijfde categorie: code C5

Verplegingspersoneel

Eerste categorie: code D1

Tweede categorie: code D2

Derde categorie: code D3

Vierde categorie: code D4

Vijfde categorie: code D5

Zesde categorie: code D6

Het decreet Kinderopvang van Baby's en Peuters heeft ervoor gezorgd dat elke organisator een vergunning moet hebben om baby's of peuters op te vangen.  Er is een nieuw susbsidiesysteem dat werkt volgens een trappensysteem.  De vroegere opdeling in "gesubsidieerde kinderdagverblijven", "kinderopvang onder toezicht" en "gemelde kinderopvang" is verdwenen.  Alle opvang wordt gebundeld onder "vergunde kinderopvang" met gradaties van subsidies.

Een bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014 verduidelijkt de loon- en arbeidsvoorwaarden die moeten toegepast worden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters.  De CAO van 22 december 2014 werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 9 juni 2015 onder het nr. 127324/CO/331; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 17 juni 2015.

Ingevolge deze bijzondere CAO is de CAO van 26 januari 2009 tot vastelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard door een KB van 28 juni 2009, BS van 2 september 2009, van toepassing  op de vergunde kinderopvan - Trap 1.  De CAO van 26 januari 2009 werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011 (KB van 19 april 2013 - BS van 4 juli 2013).  Een nieuw artikel 17 werd ingevoegd in de CAO van 26/01/2009 en de oorspronkelijke artikelen 17 en 18 worden respectievelijk artikel 18 en 19.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de beroepenclassificatie en vervolgens enkele belangrijke praktische schikkingen.  Uit praktische overwegingen hebben wij de door de aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw te gebruiken codes voor de beroepskwalificatie geïntegreerd in de tekst van de CAO; het gaat om de letters en cijfers in vetjes.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Algemeenheden

(...)

Artikel 2

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minimumlonen te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, mits rekening te houden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.

Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen welke voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

Artikel 3

De opsomming van de functies, gerangschikt in de verschillende hierna vastgestelde categorieën, geldt als voorbeeld en is niet beperkend.

HOOFDSTUK II - Werknemers die in hoofdzaak handenarbeid verrichten

1. Beroepsclassificatie

Artikel 4

De werknemers die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten zijn in vijf categorieën ingedeeld, bepaald als volgt:

Eerste categorie Ongeschoolden:

Hulparbeider, schoonmaken dienstbode, nachtwaker, huisbewaarder, ongeschoolde landarbeider.

Code: A1

Tweede categorie Halfgeschoolden:

Wasvrouw, helper-tuinier, ketelstoker, werkman in laboratorium, strijkster, linnennaaister, niet-gediplomeerde bomensnoeier, portier, helper van geschoolde arbeider.

Code: A2

Derde categorie Geschoolden:

Slager, bakker, schoenmaker, elektricien, tuinier, metselaar, schrijnwerker, loodgieter, monteur, schilder, kleermaker, glazeninzetter, ontsmetter, matrassenmaker, werkman voor radiografie, werkman voor lijkschouwing, magazijnier, autobestuurder, nachtwaker met dienst in de zalen, bomensnoeier houder van een studiegetuigschrift, verzorger van proefdieren, geschoolde landarbeider.

Worden als geschoolde landarbeiders aangezien:

1° de werklieden houders van een studiegetuigschrift van de landbouwscholen, of

2° de werklieden die alle opgelegde werken volledig uitvoeren op zelfstandige wijze en die eventueel bekwaam zijn de werktuigen of de machines welke zij gebruiken zelf te regelen, met uitsluiting van het werk van mecanicien, of

3° de werklieden die bekwaam zijn volledig in de onderhoudszorgen van de veestapel te voorzien.

Code: A3

Vierde categorie - Meer dan geschoolden:

De werknemers die houder zijn van een diploma of een attest waaruit hun kwalificatie onbetwistbaar blijkt, zoals: kleermaker, kledingsnijder, linnennaaister-snijdster, linnennaaister-kleermaakster, bestuurder van ziekenauto met diploma van ambulancier, bakker, schoenmaker, tuinier, mecanicien, loodgieter van sanitaire installaties, meubelmaker, schrijnwerker, bankwerker, elektricien, kok.

Code: A4

Vijfde categorie - Meesterpersoneel:

De werklieden die voor een groep werklieden verantwoordelijk zijn, zoals: chef, meestergast, chef-kleermaker, chef van de wasserij, chef van de strijkerij, chef­schoenmaker, chef-tuinier.

Code: A5

(...)

HOOFDSTUK III - Werknemers die in hoofdzaak hoofdarbeid verrichten

1. Beroepenclassificatie

A. Administratief personeel

Artikel 6

Het administratief personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld, welke door de volgende algemene maatstaven worden bepaald:

Eerste categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met het leerplan van het lager onderwijs en welke voldoende is voor het uitoefenen van functies van het laagste niveau onder deze welke bij de wet of de rechtspraak als van intellectuele aard worden erkend;

2° de juiste uitvoering van eenvoudig werk van secundaire aard.

Voorbeelden:

bediende die in hoofdzaak is belast met eenvoudig schrijfwerk, rekenwerk, inschrijvingen in register, het houden van steekkaarten, het opmaken van overzichten of van staten of alle bijkomend werk van hetzelfde niveau, dat niet verder gaat dan louter kopieerwerk;

telefonist van enkelvoudige post.

Opmerking: in de mate waarin de uitgeoefende functies beantwoorden aan de onder 1° hierboven vermelde maatstaf, worden de volgende beroepen in de eerste categorie ingedeeld:

huisbewaarder;

portier;

kamerbewaarder;

nachtwaker;

liftjongen.

Code: B1

Tweede categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° het verwerven, door onderwijs of door praktijk, van kennis gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen door volledig onderwijs van de vierde graad of door de eerste drie jaren van de middelbare graad;

2° de uitvoering van eenvoudige, weinig uiteenlopende werkzaamheden, waarvoor de verantwoordelijkheid door een rechtstreekse en bestendige controle is beperkt;

3° een beperkte tijd van aanpassing om het verwerven van handigheid in een bepaald werk mogelijk te maken.

Voorbeelden:

economaatklerk (inventarissen, verdelingen, verificaties);

telefonist van centrale of belast met het beantwoorden van de oproepen op eigen initiatief;

bediende belast met de ontvangst;

typist (40 woorden per minuut);

beginnende stenotypist;

bediende belast met elementaire boekhouding.

Code: B2

Derde categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° een praktische vorming gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen hetzij door volledig middelbaar onderwijs, hetzij door middelbaar onderwijs van de lagere graad aangevuld met speciaal vakonderwijs, of door het verwerven van een beroepsopleiding door stages of door het uitoefenen van identieke of gelijkaardige betrekkingen;

2° de uitvoering van een zelfstandig en gevarieerd werk, dat doorgaans initiatief en overleg vergt van degene die het verricht en waaraan de verantwoordelijkheid van de uitvoering ervan is verbonden.

Voorbeelden:

tariefberekenaar;

bediende die nota's en facturen opmaakt;

typist die berichten en gewone briefwisseling verzorgt aan de hand van summiere aanwijzingen;

stenotypist (100 woorden per minuut bij het stenograferen, 40 woorden per minuut bij het typen) in één enkele landstaal;

bediende van de dienst "lonen en sociale wetten", die de verschillende werkzaamheden van de dienst kan verrichten;

hulpboekhouder;

kassier.

Code: B3

Vierde categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° een vorming gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen door volledig middelbaar onderwijs, aangevuld met speciaal vakonderwijs van eenzelfde niveau of de verwerving van een praktische opleiding door stages of door het bekleden van identieke of gelijkaardige betrekkingen;

2° een beperkte tijd van aanpassing;

3° een meer uiteenlopend zelfstandig werk dat vanwege hem die het uitvoert een meer dan middelmatige vakkennis, initiatief en verantwoordelijkheidszin vereisen;

4° de mogelijkheid:

a) al de mindere werkzaamheden van hun specialiteit uit te voeren;

b) al de bestanddelen van de hun toevertrouwde werkzaamheden samen te voegen, eventueel met de hulp van de bedienden van de lagere categorieën.

Voorbeelden:

stenotypist secretaris bekwaam om initiatieven te nemen;

stenotypist die in de twee landstalen of in één landstaal en in één vreemde taal kan werken;

hoofdbediende van de dienst "lonen en sociale wetten";

boekhouder;

hoofdbediende van het economaat.

Code: B4

Vijfde categorie

Personeel in het bezit van een diploma uitgereikt door een school van hoger technisch onderwijs en vereist bij de aanwerving.

Voorbeelden:

sociaal assistent of secretaris met een diploma van een school van hoger technisch onderwijs A1.

Code: B5

B. Technisch en paramedisch personeel

Artikel 7

Het technisch en paramedisch personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld, welke door de volgende algemene maatstaven worden bepaald:

Eerste categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met deze verkregen door lager onderwijs tot en met de 4e graad;

2° de juiste uitvoering van een eenvoudig werk dat generlei verantwoordelijkheid vereist;

3° een periode van aanpassing van zeer beperkte duur, welke meestal slechts het op de hoogte brengen is.

Voorbeelden:

laboratoriumjongen (ontsmetting, opruiming, boodschappen); hulplaborant-beginneling, belast onder meer met analyses, eenvoudige preparaten, die onder controle werkt.

Code: C1

Tweede categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met deze verkregen door middelbare studies van de lagere graad;

2° een eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor hoofdzakelijk kwaliteiten van oplettendheid worden vereist en dat wordt uitgevoerd volgens een bepaalde maatstaf onder rechtstreekse controle;

3° een periode van aanpassing van een bepaalde duur waardoor in een gespecialiseerd werk handigheid wordt verkregen.

Voorbeelden:

technicus van de donkere kamer, belast met het ontwikkelen van de röntgen­platen;

hulplaborant met drie jaar praktijk.

Code: C2

Derde categorie

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door:

1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met deze verkregen door middelbare studies van de lagere graad of door een beroepsvorming verkregen door de praktijk of door de uitoefening van identieke of gelijkaardige beroepen;

2° het zelfstandig uitvoeren van een werk dat initiatief, redenering en praktijk in het behandelen van gespecialiseerde apparaten vergt.

Voorbeelden:

technicus die onder de richtlijnen van een dokter de medische toestellen doet werken (radiografie, radiotherapie, electro-encephalografen, electrocardiogram, basaal metabolisme, enz.);

technicus in de lijkkamers.

Code: C3

Vierde categorie

Personeel houder van een diploma dat werd afgeleverd door een school van hoger middelbaar technisch onderwijs en vereist bij de indienstneming.

Code: C4

Vijfde categorie

Personeel houder van een diploma dat werd afgeleverd door een school voor hoger technisch onderwijs of daarmede gelijkgesteld en vereist bij de indienstneming.

Code: C5

C. Verplegingspersoneel

Artikel 8

Het verplegingspersoneel wordt in de volgende zes categorieën ingedeeld:

Eerste categorie

Verzorgingshelper.

Code: D1

Tweede categorie

Sanitaire helper of kinderverzorgster.

Code: D2

Derde categorie

Ziekenhuisassistent gebrevetteerd in de zin van het KB van 17.08.1957;

Ziekenhuisoppasser in de zin van het besluit van de Regent van 11.01.1946 tot invoering van een getuigschrift van ziekenhuisoppasster en tot oprichting der studies strekkende tot de verkrijging ervan;

Verzorger in de zin van het MB van 14.09.1926 betreffende de inrichting van éénjarige cursussen tot het oppassen van zieken.

Code: D3

Vierde categorie

Ziekenhuisverpleger gebrevetteerd in de zin van het KB van 9.07.1960.

Code: D4

Vijfde categorie

Gegradueerde verpleger en vroedvrouw.

Code: D5

Zesde categorie

Gegradueerde sociale verpleger en gegradueerde verpleger in het bezit van een diploma van bijkomende specialisatie, wanneer deze diploma's bij de indienstneming worden vereist.

Code: D6

(...)

3. Bijzondere bepalingen

Artikel 12

Op het ogenblik van zijn bevordering van een categorie naar een ander, heeft elke werknemer onmiddellijk recht op de loonschaal van de nieuwe functie welke hij uitoefent, rekening houdend met de verworven anciënniteit.

(...)

HOOFDSTUK V - Slotbepalingen

Artikel 18

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd op vraag van de meest gerede partij, mits een opzeggingstermijn van drie maanden gericht, bij een ter post aangetekend brief, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

(...)

B. Praktische schikkingen

Krachtens artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, moet voor iedere werknemer op de individuele rekening worden vermeld:

· de functie die hij hoofdzakelijk uitoefent bij de werkgever;

· de beroepskwalificatie die hem door de werkgever wordt toegekend, overeenkomstig de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, of overeenkomstig de bepalingen van de besluiten waarbij forfaitaire lonen worden bepaald voor de toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid.

De aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw worden bijgevolg verzocht zowel de functie (omschrijving) als de beroepskwalificatie (code) te vermelden op het identiteitsformulier van iedere nieuw aangeworven werknemer en ons tevens iedere wijziging dienaangaande in de loop van de tewerkstelling mede te delen.

Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).

Date CCT
22/12/2014
N° d'enregistrement
127324
Début de validité
01/01/2014
Fin validité
-
Date de dépôt
13/01/2015
Date d'enregistrement
09/06/2015
Sujet
convention collective du travail particulière relative aux conditionsde travail et de rémunération
MB Avis Dépôt
17/06/2015
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
06/11/2016
Publié au Moniteur Belge du
06/12/2016
Mots clés
SALAIRES, TRAVAIL EN ÉQUIPE ET DE NUIT, TRAVAIL PENDANT LE WEEKEND ET LES JOURS FÉRIÉS, PRIME DE FIN D'ANNÉE, PRIME D'ANCIENNETÉ, PRIME DE DÉPART, PENSIONS COMPÉMENTAIRES ET ASSURANCES GROUPES, INDEMNITÉS POUR FRAIS DE DÉPLACEMENT, CLASSIFICATION DES FONCTIONS, RÉDUCTION DE LA DURÉE DE TRAVAIL, JOUR DE CONGÉ PAYÉ (PAS DE JOUR RTT OU DE COMPENSATION) ET JOUR FERIÉ, MODALITÉS DE LA DURÉE DE TRAVAIL, TRAVAIL À TEMPS PARTIEL, INTERRUPTION DE CARRIÈRE, CRÉDIT-TEMPS/DIMINUTION DE CARRIÈRE, EMPLOI FIN DE CARRIÈRE, CONGÉ POUR RAISONS IMPÉRIEUSES, CONGÉ PARENTAL ET CONGÉ POUR DES RAISONS PERSONNELLES, RECRUTEMENT, FORMATION (EXCL. FORMATION SYNDICALE), TRAVAILLEURS AGÉS-EXCL.PENSIONS COMPL, PRÉPENSION(RCC), CRÉDIT-TEMPS, GROUPES À RISQUE, MARIBEL SOCIAL, MALADIE/ACCIDENT/DÉCÈS, PRÉPENSION, RÉGIME DE CHÔMAGE AVEC COMPLÉMENT D'ENTREPRISE (RCC), PRÉAVIS/LICENCIEMENT, LICENCIEMENT DES TRAVAILLEURS PROTÉGÉS, DÉLÉGATION SYNDICALE, FORMATION SYNDICALE, PRIME SYNDICALE, FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONDS SOCIAUX, AUTRE QUE LES FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONCTIONNEMENT AU SEIN DE L'ENTREPRISE/DES ORGANES DE CONCERTATION, CCT PARTICULIÈRE EN CAS DE MODIFICATION DE LA COMPÉTENCE D'UNE CP

Historique
01/04/2014 31/12/2999 030102 Beroepenclassificatie - Vergunde kinderopvang - Trap 1
03/12/2012 31/03/2014 030102 Beroepenclassificatie - Kinderopvang onder toezicht van Kind en Gezin