100301 Bijkomende vakantiedagen - Vergunde kinderopvang - Trappen 2A en 3

(Sous-)Commission paritaire n°:
331.00.10-00.00

Mise à jour: 07/05/2015
Début de validité: 01/04/2014

 

 

 Gepresteerde of gelijkgestelde volle maanden

 

Leeftijd en dagen bijkomende vakantie

 

 


min 45 j.


45 tot 49 j.


50 j. en meer

 

3

0,5

0,5

1

 

6

1

1,5

2

 

9

1,5

2

3

 

12

2

3

4

 

 

 

 

 

Bij deeltijdse tewerkstelling: pro rata van een voltijdse tewerkstelling 

CAO 25/03/1991

Het decreet Kinderopvang van Baby's en Peuters heeft ervoor gezorgd dat elke organisator een vergunning moet hebben om baby's of peuters op te vangen.  Er is een nieuw subsidiesysteem dat werkt volgens een trappensysteem.  De vroegere opdeling in "gesubsidieerde kinderdagverblijven", "kinderopvang onder toezicht" en "gemelde kinderopvang" is verdwenen.  Alle opvang wordt gebundeld onder "vergunde kinderopvang" met gradaties van subsidies.

Een bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014 verduidelijkt de CAO's die moeten toegepast worden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters.  De CAO van 22 december 2014 werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 9 juni 2015 onder het nr. 127324/CO/331; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 17 juni 2015.

Ingevolge deze bijzondere CAO is de CAO van 25 maart 1991 betreffende de toekenning van bijkomende vakantiedagen, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 11 juli 1991 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 september 1991 van toepassing op de vergunde kinderopvang - Trappen 2A en 3.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de door de Vlaamse Gemeenschap erkende centra voor geestelijke gezondheidszorg, centra voor levens- en gezinsvragen, centra voor maatschappelijk werk, centra voor tele-onthaal, centra voor forensisch welzijnswerk en van de door "Kind en Gezin" betoelaagde kinderkribben, peutertuinen en diensten voor opvanggezinnen, welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk werklieden en bediendenpersoneel.

Artikel 2

§1. Rekening houdend met de leeftijd op 1 januari van het vakantiejaar en met het bij de werkgever in het vakantiejaar gepresteerde aantal volle maanden of daarmede overeenkomstig de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gelijkgestelde arbeidsonderbrekingen worden in het vakantiejaar door de werkgever volgende bijkomende vakantiedagen toegekend aan de voltijds tewerkgestelde werknemers :

 

 Gepresteerde of gelijkgestelde volle maanden

 

Leeftijd en dagen bijkomende vakantie

 

 


min 45 j.


45 tot 49 j.


50 j. en meer

 

3

0,5

0,5

1

 

6

1

1,5

2

 

9

1,5

2

3

 

12

2

3

4

 

 

 

 

 

§2. Bij deeltijdse tewerkstelling wordt het aantal bijkomende vakantiedagen toegekend pro rata van een voltijdse tewerkstelling met weglating evenwel van de fracties die geen halve dag bedragen.

Artikel 3

§1. De eerste twee bijkomende vakantiedagen kunnen door de werkgever vastgesteld worden, na overleg met de syndicale afvaardiging of bij ontstentenis met het personeel, tijdens periodes van afnemende activiteit of naar aanleiding van gewestelijke of plaatselijke feestdagen.

§2. De derde en de vierde bijkomende vakantiedag wordt genomen in gemeenschappelijk akkoord tussen de werkgever en de werknemer en dit rekening houdend met de noodwendigheden van de dienst.

Artikel 4

De in artikel 2 vermelde bijkomende vakantiedagen geven uitsluitend recht op enkel vakantiegeld ten laste van de werkgever.

Voor de werklieden wordt dit enkel vakantiegeld berekend overeenkomstig de bepalingen van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.

Artikel 5

Bij uitdiensttreding van de werknemer is de werkgever uitsluitend het enkel vakantiegeld verschuldigd voor de tijdens het vakantiejaar niet genoten bijkomende vakantiedagen. 

Artikel 6

§1. Indien reeds een regeling bestaat waarbij aan de werknemers minder bijkomende vakantie- en/of verlofdagen toegekend zijn dan bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, dan dient deze regeling aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst aangepast te worden.

§2. Indien reeds een regeling bestaat waarbij aan de werknemers meer bijkomende vakantie- en/of verlofdagen toegekend zijn dan bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, dan wordt deze regeling niet gewijzigd door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, die in dit geval niet toepasselijk is.

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 1 januari 1991, behalve artikel 5 dat in werking treedt op 1 juli 1991.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur.  Ze kan opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn.

Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).

Date CCT
22/12/2014
N° d'enregistrement
127324
Début de validité
01/01/2014
Fin validité
-
Date de dépôt
13/01/2015
Date d'enregistrement
09/06/2015
Sujet
convention collective du travail particulière relative aux conditionsde travail et de rémunération
MB Avis Dépôt
17/06/2015
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
06/11/2016
Publié au Moniteur Belge du
06/12/2016
Mots clés
SALAIRES, TRAVAIL EN ÉQUIPE ET DE NUIT, TRAVAIL PENDANT LE WEEKEND ET LES JOURS FÉRIÉS, PRIME DE FIN D'ANNÉE, PRIME D'ANCIENNETÉ, PRIME DE DÉPART, PENSIONS COMPÉMENTAIRES ET ASSURANCES GROUPES, INDEMNITÉS POUR FRAIS DE DÉPLACEMENT, CLASSIFICATION DES FONCTIONS, RÉDUCTION DE LA DURÉE DE TRAVAIL, JOUR DE CONGÉ PAYÉ (PAS DE JOUR RTT OU DE COMPENSATION) ET JOUR FERIÉ, MODALITÉS DE LA DURÉE DE TRAVAIL, TRAVAIL À TEMPS PARTIEL, INTERRUPTION DE CARRIÈRE, CRÉDIT-TEMPS/DIMINUTION DE CARRIÈRE, EMPLOI FIN DE CARRIÈRE, CONGÉ POUR RAISONS IMPÉRIEUSES, CONGÉ PARENTAL ET CONGÉ POUR DES RAISONS PERSONNELLES, RECRUTEMENT, FORMATION (EXCL. FORMATION SYNDICALE), TRAVAILLEURS AGÉS-EXCL.PENSIONS COMPL, PRÉPENSION(RCC), CRÉDIT-TEMPS, GROUPES À RISQUE, MARIBEL SOCIAL, MALADIE/ACCIDENT/DÉCÈS, PRÉPENSION, RÉGIME DE CHÔMAGE AVEC COMPLÉMENT D'ENTREPRISE (RCC), PRÉAVIS/LICENCIEMENT, LICENCIEMENT DES TRAVAILLEURS PROTÉGÉS, DÉLÉGATION SYNDICALE, FORMATION SYNDICALE, PRIME SYNDICALE, FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONDS SOCIAUX, AUTRE QUE LES FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONCTIONNEMENT AU SEIN DE L'ENTREPRISE/DES ORGANES DE CONCERTATION, CCT PARTICULIÈRE EN CAS DE MODIFICATION DE LA COMPÉTENCE D'UNE CP

Historique
01/04/2014 31/12/2999 100301 Bijkomende vakantiedagen - Vergunde kinderopvang - Trappen 2A en 3