04030101 Gewaarborgd minimumloon - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling

Het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 dat uitgevoerd werd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 (KB van 11 november 2002, BS van 6 januari 2003) heeft ervoor gezorgd dat sinds 2005 de bepalingen betreffende het gewaarborgd minimumloon van toepassing in de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor tele-onthaal en de vertrouwenscentra kindermishandeling voor zover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden (PC 331), dezelfde zijn als die van toepassing in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (PC 319.01).

De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2014 (artikel 6 werd gewijzigd: het gewaarborgd minimumloon is van toepassing bij de indienstneming en niet langer vanaf 21 jaar).  De CAO van 10 februari 2014 betreffende de actualisering van de loonvoorwaarden treedt in werking op 1 januari 2013.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nr. 132068/CO/331; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2016.

Hierna vindt u de bepalingen in verband met het gewaarborgd minimumloon.

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers in de kinderdagverblijven, de diensten voor opvanggezinnen, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor tele-onthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk, de diensten voor private gezinsplaatsing, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten en de vertrouwenscentra kindermishandeling voorzover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II – Algemeenheden

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.1 van het « Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-profitsector » 2000-2005.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op de voornoemde werkgevers en werknemers.  Zij beogen de minimumlonen te bepalen voor de verschillende functies.

Aan de partijen wordt echter de vrijheid overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening gehouden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten.

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen en de gebruiken die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

(...)

HOOFDSTUK IV – Gewaarborgd minimumloon 

Artikel 6

§1. Aan de personeelsleden wordt een minimum bruto jaarloon gewaarborgd van 12.808,14 EUR, inclusief de haard- of standplaatstoelage.  Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex (...)

Commentaar: sinds 2005 werd het minimum bruto jaarloon vastgesteld op 16.244,56 EUR.

§2. De opklimming in de loonschaal wordt toegepast vanaf het ogenblik dat het loon van de loonschaal het gewaarborgd minimum bruto maandloon bereikt of overschrijdt.

§3. Voor werknemers met onvolledige dienstbetrekking wordt het minimum bruto jaarloon in evenredigheid met de arbeidsprestaties gewaarborgd.

Commentaar : 

- voor de evolutie van het gewaarborgd minimumloon verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 04030201 en 04030301;

- de onderhavige bepalingen betreffen wel degelijk de waarborg van een minimummaandloon en niet de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen. M.a.w. het gewaarborgd minimummaandloon moet maandelijks gerespecteerd worden.

(...)

HOOFDSTUK IX – Slotbepalingen

(...)

Artikel 18

(...)

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en mag, geheel of gedeeltelijk, worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten.

(...)