4002 Deeltijdse arbeid - Minimale wekelijkse arbeidsduur - Sectorale afwijking

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.03.00-00.00

Bijwerking: 17/02/1992
Geldig vanaf: 01/01/1991

  • De minimale wekelijkse arbeidsduur van deeltijdse tewerkgestelde werknemers die vastgesteld is op een derde van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers is niet van toepassing op de werklieden en werksters die de volgende functie uitoefenen:

    • het waarnemen van de promotie van de producten in de verkooppunten;
    • de ontvangst van bezoekers;
    • de merchandiser of de rekkenvuller;
    • het personeel belast met de bewaking van goederen;
    • de werklieden en werksters die belast zijn met het noteren van bestellingen, meestal telefonisch.
  • Het kan eveneens afgeweken worden van de grens van drie uren (ook voor het technisch personeel dat opgeroepen wordt om herstellingen te doen in geval van dringende arbeid aan machines of materieel).
  • Voorafgaand akkoord van de ondernemingsraad of de syndicale afvaardiging (Bij onstentenis, CAO gesloten)
  • Mededeling aan de voorzitter van het PC.

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 14 maart 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de deeltijdse arbeid voor de sector van de industriële en ambachtelijke broodbakkerijen, de ambachtelijke banketbakkerijen, de ambachtelijke roomijsondernemingen en suikerbakkerijen, de consumptie-salons bij een kleinbanketbakkerij. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 9 oktober 1991 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 november 1991.

We geven U hierna de integrale tekst van deze CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de industriële en ambachtelijke broodbakkerijen, de ambachtelijke banketbakkerijen, de ambachtelijke roomijsondernemingen en suikerbakkerijen, de consumptiesalons bij een kleinbanketbakkerij.

HOOFDSTUK II - Bepalingen

Artikel 2

De minimale wekelijkse arbeidsduur van deeltijdse tewerkgestelde werknemers die vastgesteld is op een derde van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers door artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, is niet van toepassing op de werklieden en werksters die de volgende functies uitoefenen:

  1. het waarnemen van de promotie van de producten in de verkooppunten;
  2. de ontvangst van bezoekers;
  3. de merchandiser of de rekkenvuller;
  4. het personeel belast met de bewaking van goederen;
  5. de werklieden en werksters die belast zijn met het noteren van bestellingen, meestal telefonisch.

Artikel 3

Voor de werklieden en werksters die vermeld worden in bovenvermeld artikel 2 kan eveneens afgeweken worden van de grens van drie uren bepaald bij artikel 21 van de arbeidswet van 16 maart 1971.

Van de grens bepaald in dit artikel kan ook afgeweken worden voor het technisch personeel dat opgeroepen wordt om herstellingen te doen in geval van dringende arbeid aan machines of materieel.

Artikel 4

De werkgever die werklieden en werksters overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst tewerkstelt, moet het voorafgaand akkoord van de ondernemingsraad of de syndicale afvaardiging hebben. Bij ontstentenis van ondernemingsraad of syndicale afvaardiging wordt een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Artikel 5

De afwijkingen toegestaan krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de werkgever meegedeeld aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

HOOFDSTUK III - Geldigheid

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1991 en is voor onbepaalde duur gesloten.

(...)


Historiek
01/01/1991 31/12/2999 4002 Deeltijdse arbeid - Minimale wekelijkse arbeidsduur - Sectorale afwijking