De Vlaamse tewerkstellingspremie is niet langer cumuleerbaar met de federale werkuitkering


49604

Zowel de Vlaamse tewerkstellingspremie als de federale werkuitkering zijn maatregelen gericht op de activering van een bepaalde doelgroep. Dit doel wordt bereikt door de loonkost op een betekenisvolle wijze te verminderen voor de werkgevers die de personen behorende tot deze doelgroep aanwerven. Het komt er dus met andere woorden op neer om hun aanwerving aantrekkelijker te maken.

Bij de Vlaamse tewerkstellingspremie is deze doelgroep de niet-werkende werkzoekende vijftigplussers. Voor deze doelgroep bestaat er ook nog de federale werkuitkering voor langdurig werkzoekenden ouder dan 50 jaar.

Tot voor kort konden werkgevers de tewerkstellingspremie en de werkuitkering met elkaar combineren. Hierin werd echter recent verandering gebracht.

Vlaamse tewerkstellingspremie 50+

Sinds 1 april 2006 kent de VDAB een tewerkstellingspremie toe aan werkgevers:

  • die een niet-werkende werkzoekende vijftigplusser aanwerven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur;
  • en die deze vijftigplusser minstens vijf opeenvolgende kwartalen tewerkstellen.

De aanvraag tot toekenning van de tewerkstellingspremie moet uiterlijk binnen de 3 maanden na de indiensttreding gebeuren.

Modaliteiten en bedragen

De tewerkstellingspremie wordt maximaal 4 opeenvolgende kwartalen toegekend, te rekenen vanaf het kwartaal dat volgt op dat van indiensttreding. De bedoeling is om de loonkost voor de werkgever te compenseren. Ze wordt dus enkel maar toegekend voor de periode waarvoor de onderneming loon verschuldigd is en uitbetaald heeft.

De grootte van het bedrag is afhankelijk van het werkelijk brutoloon dat de vijftigplusser in het kwartaal verdiend heeft.

In de onderstaande tabel vindt u de bedragen die van toepassing zijn voor aanwervingen vanaf 1 januari 2009 (bedragen worden niet geïndexeerd):

Brutoloon per kwartaal Tewerkstellingspremie per kwartaal
€ 2.400 - € 4.200 € 1.200
€ 4.200 - € 6.000 € 2.100
€ 6.000 - € 10.500 € 3.000
€ 10.500 en meer € 4.500

Cumul

Momenteel is de tewerkstellingspremie cumuleerbaar met andere steunmaatregelen. Deze cumul mag echter niet leiden tot een overschrijding van de werkelijke loonkost gedurende de toekenningsperiode.

Een combinatie met dienstencheques is en blijft echter onmogelijk.

Tot voor kort kon men deze tewerkstellingspremie dus ook cumuleren met de federale werkuitkering die eveneens de activering van de oudere langdurig werklozen tot doel heeft.

Volgens de Vlaamse minister van Werk is dit echter in strijd met de Europese regelgeving, meer bepaald met Verordening nr. 800/2008. Het is volgens hem ook niet logisch dat werkgevers op twee verschillende premies kunnen rekenen om hetzelfde doel te realiseren. Daarom werd er op 17 september 2010 een besluit uitgevaardigd door de Vlaamse Regering dat zegt dat werkgevers vanaf 1 oktober 2010 moeten kiezen tussen de Vlaamse tewerkstellingspremie 50+ en de federale werkuitkering voor de langdurig werkzoekenden. Ze zijn dus niet langer cumuleerbaar.

Schorsing en terugvordering

De VDAB schorst de betaling van de tewerkstellingspremie en vordert de eventueel reeds uitbetaalde premies terug indien:

  • de onderneming de voorwaarden niet naleeft;
  •  of indien zou blijken dat de werkgever werknemers ontslagen heeft met de uitsluitende bedoeling ze te vervangen door werkzoekenden die recht geven op de tewerkstellingspremie.

De reeds uitbetaalde premies worden niet teruggevorderd door de VDAB indien de werknemer binnen de 5 kwartalen na de indiensttreding:

  • zelf ontslag neemt;
  • of om dringende reden ontslagen wordt.

Voortaan gebeurt er ook geen terugvordering meer wanneer de overeenkomst wordt beëindigd door overmacht. De onderneming moet dit zelf wel kunnen bewijzen.

Inwerkingtreding

De wijzigingen treden retroactief in werking op 1 oktober 2010.