04010101 Loonvoorwaarden - Kinderopvang erkend en/of gesubsidieerd door Kind en Gezin

(Sous-)Commission paritaire n°:
331.00.10-00.00

Mise à jour: 07/06/2013
Début de validité: 01/07/2012
Fin validité: 31/12/2012

Het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 dat uitgevoerd werd door een CAO van 28 februari 2001 (algemeen verbindend verklaard door een KB van 11 november 2002, BS van 6 januari 2003) die gewijzigd werd door een CAO van 3 december 2007 (algemeen verbindend verklaard door een KB van 12 augustus 2008, BS van 24 september 2008) heeft ervoor gezorgd dat sinds 2005 de minimumbarema's van toepassing in de sector van de kinderopvang erkend en/of gesubsidieerd door Kind en Gezin (PC 331), dezelfde zijn als die van toepassing in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (PC 319.01).

In het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 28 februari 2001 een CAO gesloten betreffende de directiefunctie in de erkende kinderdagverblijven.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 10 juli 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2003.

In het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector werd op 5 november 2012 een CAO gesloten inzake de verhoging van het loonbarema voor de dienstverantwoordelijken in de diensten voor opvanggezinnen.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 20 december 2012 onder het nr. 112580/CO/331; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2013.

Hierna vindt u de bepalingen in verband met de loonvoorwaarden.  Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040201.

1. CAO 28/02/2001 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het VIA 2000-2005

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers in de kinderdagverblijven, de diensten voor opvanggezinnen, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor teleonthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk, de diensten voor private gezinsplaatsing, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten en de vertrouwenscentra kindermishandeling voorzover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II - Algemeenheden

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.1 van het "Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-profitsector" 2000-2005.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op de voornoemde werkgevers en werknemers.  Zij beogen de minimumlonen te bepalen voor de verschillende functies.

Aan de partijen wordt echter de vrijheid overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening gehouden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten.

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen en de gebruiken die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

HOOFDSTUK III - Minimumweddeschalen voor het werklieden en bediendepersoneel

1. Algemene beginselen

Artikel 4

§1. Met ingang van 1 januari 2001 worden de minimumjaarlonen voor het werklieden- en bediendepersoneel bepaald overeenkomstig de in bijlage 1 bijgevoegde weddeschalen.

§2. Om de overeenstemmende bruto maandlonen te bepalen, moeten de geïndexeerde baremieke bruto jaarlonen gedeeld worden door twaalf.

§3. Voor de verdere berekeningsmodaliteiten van het brutomaand en het bruto uurloon wordt verwezen naar het bepaalde onder artikel 11 aangaande de koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

2. Toekenning van loonbarema's

Artikel 5

§1. Voor het werklieden- en bediendepersoneel worden de loonbarema's per functie vastgesteld overeenkomstig de hierna opgenomen tabellen.

De weddeschalen vermelden de aanvangsleeftijd vanaf de welke de wedde-anciënniteit in voorkomend geval berekend wordt.

Onder dienstanciënniteit wordt verstaan: de ancienniteit berekend op basis van de werkelijke diensten die zonder vrijwillige onderbreking werden verricht in de sector kinderdagopvang en diensten voor opvanggezinnen.

Zij vermelden eveneens de minimale toegangsvereisten waaraan moet voldaan worden om een bepaalde functie te kunnen uitoefenen.

Functie Barema (zie bijlage 1) Barema - anciënniteit vanaf Minimale toegangsvereisten
Begeleidend personeel klasse 3 B3 18 jaar (...)
Begeleidend personeel klasse 2B B2b 20 jaar (...)
Begeleidend personeel klasse 2A B2a 20 jaar (...)
Begeleidend personeel klasse 1 B1c 21 jaar (...)
Gebrevetteerde verpleegkundige MV2 21 jaar (...)
Sociaal, verpleegkundig paramedische & therapeutisch personeel MV1 21 jaar (...)
Licentiaten L1 univ 22 jaar (...)
Logistiek personeel klasse 4 L4 18 jaar (...)
Logistiek personeel klasse 3 L3 18 jaar (...)
Logistiek personeel klasse 2 L2 20 jaar (...)
Logistiek personeel klasse 1 L1 21 jaar (...)
Administratief personeel klasse 3 A3 18 jaar (...)
Administratief personeel klasse 2 A2 20 jaar (...)
Administratief personeel klasse 1 A1 21 jaar (...)

 Enkel voor de erkende kinderdagverblijven:

Functie Barema (zie bijlage 1) Barema - anciënniteit vanaf Minimale toegangsvereisten

Diensthoofd 

In elke voorziening 0,5 VTE per begonnen schijf van 50 plaatsen

B1b 21 jaar (...)
Directie K3 22 jaar (...)

Voor de andere sectoren:

Functie Barema (zie bijlage 1) Barema - anciënniteit vanaf Minimale toegangsvereisten
Geneesheer omnipracticus G1 24 jaar (...)
Geneesheer specialist GS 24 jaar (...)

(...)

HOOFDSTUK VI - Koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

(...)

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040201.

HOOFDSTUK IX - Slotbepalingen

(...)

Artikel 18

1. Voor de erkende kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen:

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.  Voor de baremaverhogingen (artikelen 3, 4 en 5) zal deze inwerkingtreding in 5 fasen gebeuren:

84 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2001;

89 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2002;

93 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2003;

97 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2004;

100 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2005.

De afrondingen gebeuren overeenkomstig artikel 12 van deze overeenkomst.

Op het moment van hun inwerkingtreding dienen deze bepalingen telkens in de personeelssubsidie verrekend te worden.

Voor het personeel dat niet rechtstreeks gesubsidieerd is via de personeelssubsidie, worden de voordelen in huidige overeenkomst volgens bovenstaande timing slechts effectief toegekend voorzover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

Voor het personeel in de buitenschoolse opvang georganiseerd door een erkend kinderdagverblijf volgens artikel 7, §2, van het besluit van 24 juni 1997 worden de voordelen in huidige overeenkomst volgens buitenstaande timing slechts effectief toegekend voorzover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

2. Voor de overige sectoren

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.  Voor de baremaverhogingen (artikelen 3, 4 en 5) zal deze inwerkingtreding in 5 fasen gebeuren:

84 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2001;

89 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2002;

93 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2003;

97 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2004;

100 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2005.

De afrondingen gebeuren overeenkomstig artikel 12 van deze overeenkomst.

De voordelen in huidige overeenkomst worden slechts effectief toegekend voor zover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt voor de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vanaf de inwerkingtreding van huidige overeenkomst de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 inzake de arbeids- en loonvoorwaarden in de door "Kind en Gezin" betoelaagde instellingen in de Vlaamse Gemeenschap, de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot toekenning van een haard- of standplaatstoelage, de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en mag, geheel of gedeeltelijk, worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

(...)

2. CAO 28/02/2001 betreffende de directiefunctie in de erkende kinderdagverblijven

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de erkende kinderdagverblijven voor zover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk bediendenpersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.8 §2 van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de sociaal profit sector 2000-2005.

Artikel 3

Een directiefunctie wordt toegekend aan een organiserend bestuur volgens haar globale capaciteit, met een minimum tewerkstelling van 0,5 FTE, maximum 1 FTE, volgens de volgende norm:

0,5 FTE voor 50 tot en met 99 erkende plaatsen,

1 FTE voor 100 en meer plaatsen.

Het barema K3, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord, zal worden toegekend.

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij zal maar worden toegepast voor zover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijvan aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

3. CAO 05/11/2012

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten voor opvanggezinnen van de Vlaamse Gemeenschap.

§2. Onder werknemers wordt verstaan: de vrouwelijke en mannelijke werknemers die worden tewerkgesteld als dienstverantwoordelijken in de diensten voor opvanggezinnen.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 5.4.2. van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-/non-profitsectoren van 2 december 2011.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst betreft de valorisatie van het barema voor de dienstverantwoordelijken in de diensten voor opvanggezinnen, meer bepaald een verdere stap in een overbruggingstraject ten aanzien van het barema B1A.

Artikel 3

§1. Het brutoloon voor de werknemers die worden tewerkgesteld  als dienstverantwoordelijken wordt met ingang van 1 juli 2012 verhoogd, ongeacht de baremieke anciënniteit van de werknemer.

Deze baremieke verhoging bedraagt op voltijdse basis, bruto en exclusief patronale lasten, 644,04 EUR op jaarbasis.  Hogergenoemde baremieke verhoging wordt op maandbasis toegepast op het barema MV1bis met ingang van 1 juli 2012.

Onder het barema MV1bis wordt verstaan: het barema MV1bis zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 oktober 2007 in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (registratienummer 85887 van 29 november 2007; koninklijk besluit van 24 juli 2008; Belgisch Staatsblad van 3/9/2008), index 1 maart 2012.

§2. Voor het bepalen van de bruto-maandlonen worden de bruto-jaarlonen gedeeld worden door twaalf.

De brutolonen worden vastgesteld overeenkomstig de berekeningswijze bepaald in dit artikel en als bijlage 1 in deze collectieve arbeidsoveeenkomst opgenomen.

§3. Ingeval de werknemer, voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bij de werkgever reeds een hoger bruto maandloon genoot dan het uitgangsbarema MV1bis voor 1 juli 2012, dan wordt de verhoging zoals bepaald in §1 van dit artikel toegepast op het bruto maandloon dat voor de werknemer van toepassing was voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 4

Het in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld loon, of in voorkomend geval de maandelijkse verhoging als gevolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip geïndexeerd als de lonen die van toepassing zijn in de sector.

Commentaar: voor de evolutie van de bezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040201.

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en is gesloten voo onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

(...) 

Commentaar: voor de bijlage 1 zie de integrale tekst onder nr. 112580.

Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).

Date CCT
05/11/2012
N° d'enregistrement
112580
Début de validité
01/07/2012
Fin validité
-
Date de dépôt
04/12/2012
Date d'enregistrement
20/12/2012
Sujet
augmentation du barème salarial des responsables de service dans les familles d'accueil
MB Avis Dépôt
22/01/2013
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
23/05/2013
Publié au Moniteur Belge du
16/07/2013
Mots clés
SALAIRES

Historique
01/01/2022 31/12/2050 04010101 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trappen 2A en 3
01/05/2021 31/12/2021 04010101 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trappen 2A en 3
01/04/2014 30/04/2021 04010101 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trappen 2A en 3
01/01/2013 31/03/2014 04010101 Loonvoorwaarden - Kinderopvang erkend en/of gesubsidieerd door Kind en Gezin
01/07/2012 31/12/2012 04010101 Loonvoorwaarden - Kinderopvang erkend en/of gesubsidieerd door Kind en Gezin
08/06/2007 30/06/2012 04010101 Loonvoorwaarden - Kinderopvang erkend en/of gesubsidieerd door Kind en Gezin
01/02/1996 07/06/2007 04010101 Loonvoorwaarden