04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling

(Sous-)Commission paritaire n°:
331.00.20-00.00

Mise à jour: 14/10/2021
Début de validité: 01/03/2021
Fin validité: 31/12/2021

 Sinds 2005 zijn de minimumbarema's van toepassing in de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor tele-onthaal en de vertrouwenscentra kindermishandeling voorzover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden, dezelfde als die van toepassing in het PSC 319.01.

Begeleidend personeel klasse 3: barema B3

Begeleidend personeel klasse 2B: barema B2b

Begeleidend personeel klasse 2A: barema B2a

Begeleidend personeel klasse 1: barema B1c

Gebrevetteerde verpleegkundige: barema MV2

Sociaal, verpleegkundig paramedische & therapeutisch personeel: barema MV1

Licentiaten / masters: barema L1univ

Logistiek personeel klasse 4: barema L4

Logistiek personeel klasse 3: barema L3

Logistiek personeel klasse 2: barema L2

Logistiek personeel klasse 1: barema L1

Administratief personeel klasse 3: barema A3

Administratief personeel klasse 2: barema A2

Administratief personeel klasse 1: barema A1

Geneesheer-omnipracticus: barema G1

Geneesheer-specialist: barema GS

Werknemers krijgen vanaf 01/01/2013 het loon overeenkomstig hun reële anciënniteit.  Hun anciënniteitsopbouw wordt berekend vanaf hun indiensttreding en wordt niet meer uitgesteld tot ze een bepaalde aanvangsleeftijd hebben bereikt.

CAO 28/02/2001 (KB 11/11/2002 - BS 06/01/2003) gewijzigd door CAO 3/12/2007 (KB 12/08/2008 - BS 24/09/2008) en door CAO 10/02/2014 (nr. 132068/CO/331)

Het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 dat uitgevoerd werd door een CAO van 28 februari 2001 (KB van 11 november 2002, BS van 6 januari 2003) die gewijzigd werd door CAO's van 3 december 2007 (KB van 12 augustus 2008, BS van 24 september 2008) en van 10 februari 2014  (geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nr. 132068/CO/331 - het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2016) betreffende de actualisering van de loonvoorwaarden (artikel 5 werd gewijzigd vanaf 1 januari 2013) heeft ervoor gezorgd dat sinds 2005 de minimumbarema's van toepassing in de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor tele-onthaal en de vertrouwenscentra kindermishandeling voorzover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden (PC 331), dezelfde zijn als die van toepassing in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (PC 319.01).

Hierna vindt u de bepalingen in verband met de loonvoorwaarden.  Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040201.

CAO 28/02/2001 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het VIA 2000-2005

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers in de kinderdagverblijven, de diensten voor opvanggezinnen, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor teleonthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk, de diensten voor private gezinsplaatsing, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten en de vertrouwenscentra kindermishandeling voor zover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II - Algemeenheden

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.1 van het "Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-profitsector" 2000-2005.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op de voornoemde werkgevers en werknemers.  Zij beogen de minimumlonen te bepalen voor de verschillende functies.

Aan de partijen wordt echter de vrijheid overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening gehouden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten.

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen en de gebruiken die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

HOOFDSTUK III - Minimumweddeschalen voor het werklieden en bediendepersoneel

1. Algemene beginselen

Artikel 4

§1. Met ingang van 1 januari 2001 worden de minimumjaarlonen voor het werklieden- en bediendepersoneel bepaald overeenkomstig de in bijlage 1 bijgevoegde weddeschalen.

§2. Om de overeenstemmende bruto maandlonen te bepalen, moeten de geïndexeerde baremieke bruto jaarlonen gedeeld worden door twaalf.

§3. Voor de verdere berekeningsmodaliteiten van het brutomaand en het bruto uurloon wordt verwezen naar het bepaalde onder artikel 11 aangaande de koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

2. Toekenning van loonbarema's

Artikel 5

§1. De loonbarema's van de werknemers worden per functie vastgesteld overeenkomstig de hierna opgenomen tabellen.

Onder dienstanciënniteit wordt verstaan: de ancienniteit berekend op basis van de werkelijke diensten die zonder vrijwillige onderbreking werden verricht in de sector kinderdagopvang en diensten voor opvanggezinnen.

Zij vermelden eveneens de minimale toegangsvereisten waaraan moet voldaan worden om een bepaalde functie te kunnen uitoefenen.

Functie Barema Minimale toegangsvereisten
Begeleidend personeel klasse 3 B3 (...)
Begeleidend personeel klasse 2B B2b (...)
Begeleidend personeel klasse 2A B2a (...)
Begeleidend personeel klasse 1 B1c (...)
Gebrevetteerde verpleegkundige MV2 (...)
Sociaal, verpleegkundig paramedische & therapeutisch personeel MV1 (...)
Licentiaten / masters L1 univ (...)
Logistiek personeel klasse 4 L4 (...)
Logistiek personeel klasse 3 L3 (...)
Logistiek personeel klasse 2 L2 (...)
Logistiek personeel klasse 1 L1 (...)
Administratief personeel klasse 3 A3 (...)
Administratief personeel klasse 2 A2 (...)
Administratief personeel klasse 1 A1 (...)

 (...)

Geneesheer-omnipracticus G1 (...)
Geneesheer-specialist GS (...)

(...)

Commentaar:

Met de CAO van 10 februari 2014 worden de leeftijdsvoorwaarden inzake het verwerven van geldelijke anciënniteit in de toepasselijke loonbarema's geschrapt.

Werknemers krijgen vanaf 1 januari 2013 het loon overeenkomstig hun reële anciënniteit.  Hun anciënniteitsopbouw wordt berekend vanaf hun indiensttreding en wordt niet meer uitgesteld tot ze een bepaalde aanvangsleeftijd hebben bereikt.

==> de verworven baremieke of geldelijke anciënniteit van sommige werknemers moet aangepast worden.  Het gaat om volgende functies:

- begeleidend personeel klasse 2B (barema B2b) - vroegere aanvangsleeftijd: 20 jaar

- begeleidend personeel klasse 2A (barema B2a) - vroegere aanvangsleeftijd: 20 jaar

- gebrevetteerde verpleegkundige (barema MV2) - vroegere aanvangsleeftijd: 21 jaar

- logistiek personeel klasse 2 (barema L2) - vroegere aanvangsleeftijd: 20 jaar

- administratief personeel klasse 2 (barema A2) - vroegere aanvangsleeftijd: 20 jaar.

Uiteraard moet de correctie enkel gebeuren indien de werknemer vóór de vermelde aanvangsleeftijd in dienst is getreden bij de huidige of bij een vorige werkgever en er sprake is van discriminatie.  De werknemer moet dit aantonen middels b.v. een tewerkstellingsattest, een arbeidsovereenkomst, loonbrieven...

Indien een correctie van de anciënniteit en dus van het loon moet doen, heeft deze niet enkel betrekking op het maandloon, maar eveneens op de procentuele toeslagen onregelmatige prestaties, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage.

Indien de werknemer op 1 januari 2013 de maximale anciënniteit heeft bereikt, moet er uiteraard geen correctie gebeuren.

Voorbeelden:

1) Begeleider klasse 2A (barema B2a) - geboren op 01/02/1990 - in dienst getreden op 01/08/2008.

De anciënniteit werd maar verhoogd vanaf 20 jaar, zijnde op 01/02/2010.

Op 01/01/2013 heeft deze werknemer volgens de oude CAO een geldelijke anciënniteit van 2 jaar en 11 maanden.

Door de nieuwe CAO krijgt deze begeleider retroactief vanaf 1 januari 2013 het barema volgens de anciënniteit alsof deze zou beginnen lopen zijn op het moment van indiensttreding, namelijk op 01/08/2008.

==> de werknemer heeft op 01/01/2013 een geldelijke anciënniteit van 4 jaar en 5 maanden.

==> retroactieve aanpassing van het loon vanaf 01/01/2013.

 

2) Begeleider klasse 2A van 18 jaar - indiensttreding op 01/01/1999.

Volgens de oude CAO begint zijn baremieke anciënniteit te lopen wanneer hij 20 jaar is.

Tijdens zijn tewerkstelling volgt de begeleider een opleiding en behaalt zijn A1 of bachelordiploma.  Hij wordt vanaf 01/01/2007 ingeschaald als begeleider klasse 1 (barema B1c) met zijn inmiddels verworven anciënniteit van 6 jaar.

Volgens de oude CAO heeft hij 12 jaar anciënniteit.

Deze begeleider is, niettegenstaande hij inmiddels klasse 1 geworden is, toch "gediscrimineerd" qua anciënniteit bij het begin van zijn loopbaan.  

==> Derhalve moet hij met de nieuwe CAO 2 jaar bijkomende anciënniteit krijgen per 01/01/2013.

 

3) Werknemer van 17 jaar - indiensttreding op 01/08/1999 - administratief medewerker klasse 3 (barema A3)

Op 1 december wordt deze werknemer 18 jaar.

Volgens de oude CAO begon op dat moment zijn baremieke anciënniteit te lopen en heeft hij dus zijn anciënniteitssprong in de maand december (maand waarin de anciënniteit begint te lopen).  

CAO van 10/02/2014: de anciënniteit moet beginnen vanaf zijn indiensttreding.  

==> vanaf 2013: anciënniteitsverhoging in augustus in plaats van in december.

 

4) Bij personeelsleden die op 01/01/2013 hun maximaal aantal jaren baremieke anciënniteit bereikt hebben is er uiteraard geen correctie nodig.

 

======>   Voor alle werknemers

die een loon ontvangen volgens een van bovenvermelde loonbarema's

en/of

die kunnen aantonen dat ze bij hun indiensttreding (bij de huidige of bij een vorige werknemer) jonger waren dan de aanvangsleeftijden vermeld in de oude CAO en daardoor niet de volledige effectieve anciënniteit toegekend kregen

en

die op 01/01/2013 nog niet het maximum aantal jaren baremieke anciënniteit bereikt hadden

moet het loon vanaf 01/01/2013 herberekend worden.

HOOFDSTUK VI - Koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

(...)

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040201.

HOOFDSTUK VIII - Anciënniteit

Artikel 15

De opgebouwde anciënniteitsrechten blijven behouden.  Voor nieuwe aanwervingen vanaf 1 januari 2001 wordt rekening gehouden met de periode gedekt door een arbeidsovereenkomst in de diverse deelsectoren als genoemd in het Vlaams intersectoraal voorakkoord voor de social-profitsectoren (zie bijlage IV).

HOOFDSTUK IX - Slotbepalingen

(...)

Artikel 18

(...)

2. Voor de overige sectoren

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.  Voor de baremaverhogingen (artikelen 3, 4 en 5) zal deze inwerkingtreding in 5 fasen gebeuren:

84 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2001;

89 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2002;

93 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2003;

97 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2004;

100 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2005.

De afrondingen gebeuren overeenkomstig artikel 12 van deze overeenkomst.

De voordelen in huidige overeenkomst worden slechts effectief toegekend voor zover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt voor de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vanaf de inwerkingtreding van huidige overeenkomst de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 inzake de arbeids- en loonvoorwaarden in de door "Kind en Gezin" betoelaagde instellingen in de Vlaamse Gemeenschap, de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot toekenning van een haard- of standplaatstoelage, de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en mag, geheel of gedeeltelijk, worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

(...)

Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).

Date CCT
28/02/2001
N° d'enregistrement
58037
Début de validité
-
Fin validité
-
Date de dépôt
26/04/2001
Date d'enregistrement
20/07/2001
Sujet
harmonisation des échelles salariales barémiques
MB Avis Dépôt
19/10/2002
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
11/11/2002
Publié au Moniteur Belge du
06/01/2003
Mots clés
SALAIRES, TRAVAIL PENDANT LE WEEKEND ET LES JOURS FÉRIÉS, CLASSIFICATION DES FONCTIONS, CRÉDIT-TEMPS/DIMINUTION DE CARRIÈRE, EMPLOI FIN DE CARRIÈRE

Date CCT
03/12/2007
N° d'enregistrement
86248
Début de validité
08/06/2007
Fin validité
-
Date de dépôt
06/12/2007
Date d'enregistrement
08/01/2008
Sujet
l'ajout de la dénomination de formation 'bachelor'
MB Avis Dépôt
24/01/2008
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
12/08/2008
Publié au Moniteur Belge du
24/09/2008
Mots clés
CLASSIFICATION DES FONCTIONS

Date CCT
10/02/2014
N° d'enregistrement
132068
Début de validité
01/01/2013
Fin validité
-
Date de dépôt
27/02/2014
Date d'enregistrement
03/03/2016
Sujet
conditions de rémunération
MB Avis Dépôt
15/03/2016
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
12/12/2016
Publié au Moniteur Belge du
26/01/2017
Mots clés
SALAIRES, CLASSIFICATION DES FONCTIONS

Date CCT
09/07/2021
N° d'enregistrement
166438
Début de validité
01/03/2021
Fin validité
-
Date de dépôt
14/07/2021
Date d'enregistrement
13/08/2021
Champ d'application
Etablissements et services ci-après qui sont agréés et/ou subventionnés par la Communauté flamande ou la Commission Communautaire flamande : centres de planning familial, centres de télé-accueil, organisations de volontaires sociaux, services de lutte contre la toxicomanie, centres de consultation matrimoniale, centres de consultation prénatale, bureaux de consultation pour le jeune enfant, ..., ... centres de confiance pour l'enfance maltraitée, services d'adoption, centres de troubles du développement, centres de consultation de soins pour handicapés, initiatives de coopération dans le domaine des soins de santé primaires, zones de première ligne et conseils des soins,services et les centres de promotion de la santé et de prévention, à l’exception des mutualités
Sujet
Conditions de rémunérations
MB Avis Dépôt
24/08/2021
Force obligatoire
Demandée
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
12/10/2021
Publié au Moniteur Belge du
25/11/2021
Mots clés
SALAIRES, SALAIRE HORAIRE/MENSUEL MINIMUM, SALAIRE OU REVENU MINIMUM MOYEN GARANTI (RMMMG CCT 43), DISPOSITIONS RELATIVES A L'INDICE, TOUTES LES PRIMES ET INDEMNITÉS POUR LE TAVAILLEUR ACTIF, PRIME MENSUELLE / SUPPLEMENT PAR HEURE/ PRIME DE PRODUCTION
Texte corrigé le
21/08/2021

Historique
01/01/2022 31/12/2050 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling
01/03/2021 31/12/2021 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling
01/01/2015 28/02/2021 04010101 Loonvoorwaarden - Diensten en centra voor de gezondheidspromotie en preventie, de ziekenfondsen uitgezonderd
01/01/2013 28/02/2021 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling
01/01/2001 31/12/2012 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling