04010101 Loonvoorwaarden - Diensten en centra voor de gezondheidspromotie en preventie, de ziekenfondsen uitgezonderd
(Sous-)Commission paritaire n°:
331.00.20-00.00
Mise à jour: 09/04/2015
Début de validité: 01/01/2015
Fin validité: 28/02/2021
Begeleidend personeel klasse 3: barema B3
Begeleidend personeel klasse 2B: barema B2b
Begeleidend personeel klasse 2A: barema B2a
Begeleidend personeel klasse 1: barema B1c
Gebrevetteerde verpleegkundige: barema MV2
Sociaal, verpleegkundig paramedische & therapeutisch personeel: barema MV1
Licentiaten / masters: barema L1univ
Logistiek personeel klasse 4: barema L4
Logistiek personeel klasse 3: barema L3
Logistiek personeel klasse 2: barema L2
Logistiek personeel klasse 1: barema L1
Administratief personeel klasse 3: barema A3
Administratief personeel klasse 2: barema A2
Administratief personeel klasse 1: barema A1
Geneesheer-omnipracticus: barema G1
Geneesheer-specialist: barema GS
Werknemers krijgen vanaf 01/01/2013 het loon overeenkomstig hun reële anciënniteit. Hun anciënniteitsopbouw wordt berekend vanaf hun indiensttreding en wordt niet meer uitgesteld tot ze een bepaalde aanvangsleeftijd hebben bereikt.
CAO 28/02/2001 (KB 11/11/2002 - BS 06/01/2003) gewijzigd door CAO 3/12/2007 (KB 12/08/2008 - BS 24/09/2008) en door CAO 10/02/2014 (nr. 132068/CO/331)
Onderstaande collectieve arbeidsovereenkomsten zijn vanaf 1 januari 2015 onmiddellijk van toepassing op de diensten en centra voor de gezondheidspromotie en preventie, de ziekenfondsen uitgezonderd, met uitzondering van de diensten en centra die vóór 1 januari 2015 een CAO op ondernemingsvlak hebben afgesloten waarbij als overgangsmaatregel een andere regeling werd overeengekomen:
de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord (KB 11/11/2002 - BS 06/01/2003), overgenomen door het PC 331 door de bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 (KB 29/06/2008 - BS 03/09/2008), gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2007 (KB 12/08/2008 - BS 24/09/2008) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2014 (geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nr. 132068/CO/331 - het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2016) betreffende de actualisering van de loonvoorwaarden (artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014).
Hierna vindt u de bepalingen in verband met de loonvoorwaarden. Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040203.
CAO 28/02/2001 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het VIA 2000-2005
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers in de kinderdagverblijven, de diensten voor opvanggezinnen, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor teleonthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk, de diensten voor private gezinsplaatsing, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten en de vertrouwenscentra kindermishandeling voor zover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Onder "werknemers" wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
HOOFDSTUK II - Algemeenheden
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.1 van het "Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-profitsector" 2000-2005.
Artikel 3
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op de voornoemde werkgevers en werknemers. Zij beogen de minimumlonen te bepalen voor de verschillende functies.
Aan de partijen wordt echter de vrijheid overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening gehouden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten.
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen en de gebruiken die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.
HOOFDSTUK III - Minimumweddeschalen voor het werklieden en bediendepersoneel
1. Algemene beginselen
Artikel 4
§1. Met ingang van 1 januari 2001 worden de minimumjaarlonen voor het werklieden- en bediendepersoneel bepaald overeenkomstig de in bijlage 1 bijgevoegde weddeschalen.
§2. Om de overeenstemmende bruto maandlonen te bepalen, moeten de geïndexeerde baremieke bruto jaarlonen gedeeld worden door twaalf.
§3. Voor de verdere berekeningsmodaliteiten van het brutomaand en het bruto uurloon wordt verwezen naar het bepaalde onder artikel 11 aangaande de koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
2. Toekenning van loonbarema's
Artikel 5
§1. De loonbarema's van de werknemers worden per functie vastgesteld overeenkomstig de hierna opgenomen tabellen.
Onder dienstanciënniteit wordt verstaan: de ancienniteit berekend op basis van de werkelijke diensten die zonder vrijwillige onderbreking werden verricht in de sector kinderdagopvang en diensten voor opvanggezinnen.
Zij vermelden eveneens de minimale toegangsvereisten waaraan moet voldaan worden om een bepaalde functie te kunnen uitoefenen.
Functie | Barema | Minimale toegangsvereisten |
Begeleidend personeel klasse 3 | B3 | (...) |
Begeleidend personeel klasse 2B | B2b | (...) |
Begeleidend personeel klasse 2A | B2a | (...) |
Begeleidend personeel klasse 1 | B1c | (...) |
Gebrevetteerde verpleegkundige | MV2 | (...) |
Sociaal, verpleegkundig paramedische & therapeutisch personeel | MV1 | (...) |
Licentiaten / masters | L1 univ | (...) |
Logistiek personeel klasse 4 | L4 | (...) |
Logistiek personeel klasse 3 | L3 | (...) |
Logistiek personeel klasse 2 | L2 | (...) |
Logistiek personeel klasse 1 | L1 | (...) |
Administratief personeel klasse 3 | A3 | (...) |
Administratief personeel klasse 2 | A2 | (...) |
Administratief personeel klasse 1 | A1 | (...) |
(...)
Geneesheer-omnipracticus | G1 | (...) |
Geneesheer-specialist | GS | (...) |
(...)
HOOFDSTUK VI - Koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
(...)
Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040203.
HOOFDSTUK VIII - Anciënniteit
Artikel 15
De opgebouwde anciënniteitsrechten blijven behouden. Voor nieuwe aanwervingen vanaf 1 januari 2001 wordt rekening gehouden met de periode gedekt door een arbeidsovereenkomst in de diverse deelsectoren als genoemd in het Vlaams Intersectoraal Voorakkoord voor de social profit sectoren (zie bijlage IV).
HOOFDSTUK IX - Slotbepalingen
(...)
Artikel 18
(...)
2. Voor de overige sectoren
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001. Voor de baremaverhogingen (artikelen 3, 4 en 5) zal deze inwerkingtreding in 5 fasen gebeuren:
84 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2001;
89 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2002;
93 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2003;
97 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2004;
100 % van het streefbarema zal gerealiseerd worden vanaf 1 januari 2005.
De afrondingen gebeuren overeenkomstig artikel 12 van deze overeenkomst.
De voordelen in huidige overeenkomst worden slechts effectief toegekend voor zover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt voor de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vanaf de inwerkingtreding van huidige overeenkomst de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 inzake de arbeids- en loonvoorwaarden in de door "Kind en Gezin" betoelaagde instellingen in de Vlaamse Gemeenschap, de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot toekenning van een haard- of standplaatstoelage, de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en mag, geheel of gedeeltelijk, worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
(...)
Bijlage IV
Sectoren onder de bevoegdheid van minister Vogels:
- maatschappelijk opbouwwerk
- algemeen welzijnswerk
- gezinszorg (privaat en openbaar)
- centra voor ontwikkelingsstoornissen
- centra voor integrale gezinszorg
- RVT - ROB
- bijzondere jeugdzorg
- integratiecentra
- kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen (privaat en openbaar)
- diensten voor private gezinsplaatsing
- centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning
- vertrouwenscentra kindermishandeling
- ambulante en residentiële voorzieningen uit de gehandicaptenzorg
- geestelijke gezondheidszorg
- beschutte werkplaatsen (omkaderend personeel, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald)
- revalidatiecentra.
Sectoren onder de bevoegdheid van minister Anciaux:
De sectoren, vallend onder het toepassingsgebied van PC 329, en ressorterend onder de bevoegheden van minister Anciaux
- verenigingen
- landelijke migrantenverenigingen
- instellingen
- erkende diensten
- landelijk georganiseerd jeugdwerk
- deeltijdse vorming
- amateuristische kunstbeoefening
- volkscultuur
- archief en documentatiecentra
- de rand
- koepels
- culturele centra - vzw
- steunpunten.
Sector onder de bevoegdheid van minister Landuyt:
sociale werkplaatsen.
Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).
Date CCT
22/12/2014 |
N° d'enregistrement
127095 |
Début de validité
01/01/2015 |
Fin validité
- |
Date de dépôt
23/12/2014 |
Date d'enregistrement
27/05/2015 |
||
Sujet
convention collective du travail particulière art. 27 |
|||
MB Avis Dépôt
17/06/2015 |
Force obligatoire
- |
||
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
15/07/2016 |
Publié au Moniteur Belge du
22/09/2016 |
||
Mots clés
SALAIRES, TRAVAIL PENDANT LE WEEKEND ET LES JOURS FÉRIÉS, PRIME DE FIN D'ANNÉE, PENSIONS COMPÉMENTAIRES ET ASSURANCES GROUPES, INDEMNITÉS POUR FRAIS DE DÉPLACEMENT, CLASSIFICATION DES FONCTIONS, RÉDUCTION DE LA DURÉE DE TRAVAIL, JOUR DE CONGÉ PAYÉ (PAS DE JOUR RTT OU DE COMPENSATION) ET JOUR FERIÉ, MODALITÉS DE LA DURÉE DE TRAVAIL, TRAVAIL À TEMPS PARTIEL, INTERRUPTION DE CARRIÈRE, CRÉDIT-TEMPS/DIMINUTION DE CARRIÈRE, EMPLOI FIN DE CARRIÈRE, CONGÉ POUR RAISONS IMPÉRIEUSES, CONGÉ PARENTAL ET CONGÉ POUR DES RAISONS PERSONNELLES, RECRUTEMENT, FORMATION (EXCL. FORMATION SYNDICALE), TRAVAILLEURS AGÉS-EXCL.PENSIONS COMPL, PRÉPENSION(RCC), CRÉDIT-TEMPS, GROUPES À RISQUE, MARIBEL SOCIAL, MALADIE/ACCIDENT/DÉCÈS, PRÉPENSION, RÉGIME DE CHÔMAGE AVEC COMPLÉMENT D'ENTREPRISE (RCC), PRÉAVIS/LICENCIEMENT, LICENCIEMENT DES TRAVAILLEURS PROTÉGÉS, DÉLÉGATION SYNDICALE, FORMATION SYNDICALE, PRIME SYNDICALE, FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONDS SOCIAUX, AUTRE QUE LES FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONCTIONNEMENT AU SEIN DE L'ENTREPRISE/DES ORGANES DE CONCERTATION, CCT PARTICULIÈRE EN CAS DE MODIFICATION DE LA COMPÉTENCE D'UNE CP |
Historique | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling |
01/03/2021 | 31/12/2021 | 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling |
01/01/2015 | 28/02/2021 | 04010101 Loonvoorwaarden - Diensten en centra voor de gezondheidspromotie en preventie, de ziekenfondsen uitgezonderd |
01/01/2013 | 28/02/2021 | 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling |
01/01/2001 | 31/12/2012 | 04010101 Loonvoorwaarden - Ontwikkelingsstoornissen, tele-onthaal en vertrouwenscentra kindermishandeling |