Geboorteverlof voor lesbische partner van biologische moeder


51517

Vanaf 20 mei 2011 heeft de lesbische partner (= meemoeder) van de biologische moeder van een kind recht op 10 dagen geboorteverlof (wet van 13 april 2011 tot wijziging, wat betreft de meeouders, van de wetgeving inzake het geboorteverlof, B.S. 10 mei 2011)

Voorwaarden

Om recht te hebben op het geboorteverlof, moet de werknemer met de biologische moeder van het kind:

  • ofwel gehuwd zijn;
  • ofwel wettelijk samenwonen;
  • ofwel sinds een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwonen. Het bewijs van samenwonen en hoofdverblijf kan worden geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister.

Slechts één werknemers heeft recht op het geboorteverlof voor hetzelfde kind.

Het recht op geboorteverlof brengt geen andere burgerlijke, sociale of economische rechten met zich mee.

Cumul met het moederschapsverlof is verboden.

Tijdstip

De 10 dagen geboorteverlof kunnen worden opgenomen na de geboorte en moeten worden opgenomen binnen de vier maanden vanaf de dag van de bevalling. Voor de eerste drie dagen ontvangt de werkneemster haar loon, de volgende zeven dagen worden ten laste genomen van het RIZIV (betalen 82% van het brutoloon).

Overlijden of hospitalisatie van de biologische moeder

In geval van overlijden of verblijf in het ziekenhuis van de biologische moeder, kunnen de meemoeders, onder bepaalde voorwaarden, het moederschapsverlof omzetten in geboorteverlof. Deze voorwaarden moeten nog worden bepaald door een Koninklijk besluit.

Adoptieverlof

Het recht op geboorteverlof wordt in mindering gebracht van het adoptieverlof.