In onze infonota van januari hebben we aangekondigd dat, vanaf 1 januari 2015, de zelfstandigen zullen moeten wennen aan een nieuwe manier van berekening van hun bijdragen, het “N op N systeem”. Dit systeem is samengesteld uit voorlopige en uit definitieve bijdragen. In onze infonota van april hebben we u de voorlopige bijdragen uitgelegd. In dit artikel hebben we het over de definitieve bijdragen.
Uw definitief inkomen is doorgaans twee jaar na betaling van de voorlopige bijdragen gekend. Het wordt door de fiscale administratie aan het fonds doorgeseind, zodat uw definitieve bijdragen kunnen berekend worden. Dit inkomen wordt niet geïndexeerd. Hierbij zal het fonds rekening houden met alle bedragen die u al aan voorlopige bijdragen betaald hebt en het verschil terugbetalen of opeisen.
Indien u de voorlopige bijdrage betaald hebt die het fonds u gevraagd heeft of indien u vrijwillig meer betaald hebt en u moet nog een som opleggen, dan hebt u één kwartaal de tijd om dit verschil zonder verhogingen te betalen.
Indien u echter een vermindering gevraagd en bekomen hebt en het blijkt dat uw definitief inkomen toch hoger ligt dan wat u, in de aanvraag tot vermindering, aan het fonds medegedeeld had, dan zult u niet alleen de opleg, maar ook de verhogingen op die opleg moeten betalen. De wetgever gaat er immers van uit dat u, in dit geval, onterecht een vermindering van uw voorlopige bijdragen gevraagd hebt.
In dit laatste geval raden wij alle zelfstandigen aan om, tegen het einde van het jaar, een schatting van hun inkomen te maken en, indien ze verhogingen vrezen, om een vrijwillige bijstorting uit te voeren die het verschil in bijdragen dekt. Dit vermijdt onaangename verassingen.