04010103 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trap 2B

(Sous-)Commission paritaire n°:
331.00.10-00.00

Mise à jour: 30/04/2019
Début de validité: 01/12/2018
Fin validité: 30/09/2019

Op 1 december 2018 wordt een volgende stap gezet in het groeipad waarbij de subsidie voor kinderdagverblijven op susbsidie trap 2B op termijn zal toegroeien naar de subsidietrap 2A.  Meer concreet wordt de trap 2B-kinderdagverblijven op 1 december 2018 verhoogd tot op het niveau van fase 3 van het groeipad ==> met de invoering van fase 3 wordt het personeel nu ook ingeschaald in de functieclassificatie zoals die geldt voor de kinderopvang subsidietrap 2A en zal men geleidelijk aan hetzelfde loon genieten.

Begeleidend personeel klasse 3 => barema B3

Begeleidend personeel klasse 2B => barema B2B

Begeleidend personeel klasse 2A => barema B2A

Begeleidend personeel klasse 1 => barema B1C

Gebrevetteerde verpleegkundige => barema MV2

Sociaal, verpleegkundig paramedische en therapeutisch personeel => barema MV1

Licentiaten => barema L1

Logistiek personeel klasse 4 => barema L4

Logistiek personeel klasse 3 => barema L3

Logistiek personeel klasse 2 => barema L2

Logistiek personeel klasse 1 => barema A1

Administratief personeel klasse 3 => barema A3

Administratief personeel klasse 2 => barema A2

Administratief personeel klasse 1 => barema A1

Diensthoofd in de erkende kinderdagverblijven 0,5 voltijdse eenheid per begonnen schijf van 50 plaatsen => barema B1B

Directie in de erkende kinderdagverblijven => barema K3

Geneesheer-omnipracticus => barema G1

Geneesheer-specialist => barema GS

Werknemers krijgen vanaf 01/01/2013 het loon overeenkomstig hun reële anciënniteit.  Hun anciënniteitsopbouw wordt berekend vanaf hun indiensttreding en wordt niet meer uitgesteld tot ze een bepaalde aanvangsleeftijd hebben bereikt.

Dienstverantwoordelijke in de diensten voor opvanggezinnen van de Vlaamse Gemeenschap => barema MV1B

In uitvoering van een collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2019 heeft de volgende fase (fase 3) in het harmoniseringsproces tussen Trap 2B en Trap 2A uitwerking vanaf 1 december 2018.

Op 11 maart 2019 werd een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot wijziging van de bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014 inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 8 april 2019 onder het nr. 151287/CO/331; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 10 mei 2019.

De nummering van de fases wordt vervangen zodat deze overeenkomt met de fasering zoals opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013, laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 => op 1 december 2018 bevinden we ons in fase 3 van het harmoniseringsproces.

 

Op 1 december 2018 wordt een volgende stap gezet in het groeipad waarbij de subsidie voor kinderdagverblijven op susbsidie trap 2B op termijn zal toegroeien naar de subsidietrap 2A.  Meer concreet wordt de trap 2B-kinderdagverblijven op 1 december 2018 verhoogd tot op het niveau van fase 3 van het groeipad ==> met de invoering van fase 3 wordt het personeel nu ook ingeschaald in de functieclassificatie zoals die geldt voor de kinderopvang subsidietrap 2A en zal men geleidelijk aan hetzelfde loon genieten.

 

De reglementering inzake loonvoorwaarden is, voor de werknemers van de vergunde kinderopvang - trap 2B, tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, terug te vinden in de hiernavermelde CAO's:

- CAO van 28 februari 2001 (KB van 11 november 2002, BS van 6 januari 2003) die gewijzigd werd door een CAO van 3 december 2007 (KB van 12 augustus 2008, BS van 24 september 2008) en door een CAO van 10 februari 2014 (KB van 12 december 2016; BS van 26 januari 2017);

- CAO van 28 februari 2001 betreffende de directiefunctie in de erkende kinderdagverblijven (KB van 10 juli 2003, BS van 21 augustus 2003) en

- CAO van 5 november 2012 inzake de verhoging van het loonbarema voor de dienstverantwoordelijken in de diensten voor opvanggezinnen (KB van 23 mei 2013, BS van 16 juli 2013);

- CAO van 22 december 2014 inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters (KB van 6 november 2016, BS van 6 december 2016);

- CAO van 11 maart 2019 tot wijziging van de bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014 inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters (geregistreerd op 8 april 2019 onder het nr. 151287/CO/331).

Hierna vindt u de bepalingen in verband met de loonvoorwaarden.  Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040203.

1. CAO 11/03/2019

Artikel 1 - Toepassingsgebied

Deze bijzondere collectieve arbeidsoveeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de organisatoren van kinderopvang voor baby's en peuters die vergund zijn door de bevoegde instelling van de Vlaamse Gemeenschap en ressorteren onder het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

Artikel 2

In de bijzondere CAO van 22 december 2014 inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters (registratienummer 127324/CO/331 - KB 06/11/2016 - BS 06/12/2016) worden de bijlage en de artikelen 5 tot en met 9 vervangen als volgt teneinde de nummering van de fases in overeenstemming te brengen met de fasering zoals opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters (Belgisch Staatsblad van 13/01/2014), en laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018:

(...)

Commentaar:

  • voor de bepalingen van de CAO van 22/12/2014, zie hieronder (gerelateerde CAO's);
  • voor de bepalingen van artikelen 5 tot en met 9 zie hieronder (gerelateerde CAO's - CAO 11/03/2019).

Artikel 3

In de bijzondere CAO van 22 december 2014 inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden in de vergunde kinderopvang van baby's en peuters (registratienummer 127324/CO/331 - KB 06/11/2016 - BS 06/12/2016) wordt daarnaast een art. 9bis toegevoegd:

Artikel 9bis

§1. Vanaf fase 3 tot en met fase 7 zoals vermeld in de artikelen 5 tot en met 9 van onderhavige bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst en de bijlage ervan vinden volgende bepalingen uit volgende CAO's toepassing op de werknemers van de organisatoren:

  • gesubsidieerd in toepassing van artikel 8 van het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang voor baby's en peuters (Belgisch Staatsblad van 15/06/2012)
  • en gesubsidieerd in toepassing van artikel 59, §2, tweede lid, 3° fase 3 t.e.m. 7° fase 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters (Belgisch Staatsblad van 13/01/2014), en laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018

* collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het Vlaamse Intersectoraal Akkoord (registratienummer 58037/CO/305.02 -  Koninklijk besluit van 11/11/2002 - Belgisch Staatsblad van 06/01/2003), overgenomen door het paritair comité 331 door de bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 16/10/2007 (registratienummer 85879/CO/331 - koninklijk besluit van 29/06/2008 - Belgisch Staatsblad van 03/09/2008), gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3/12/2007 (registratienummer 86248/CO/331 - koninklijk besluit van 12/08/2008 - Belgisch Staatsblad van 24/09/2008) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 10/02/2014 betreffende de actualisering van de loonvoorwaarden (registratienummer 132068/CO/331 - koninklijk besluit van 12/12/2016 - Belgisch Staatsblad van 26/01/2017):

- artikel 5 (toekenning van loonbarema's)

Commentaar: voor de bepalingen van artikel 5 van de CAO van 28/02/2001, zie hieronder.

(...)

§2. Werknemers die lonen, (...) in uitvoering van de artikelen 5 tot en met 9 van de onderhavige CAO ontvangen, hebben gedurende een overgangsperiode van 6 maanden vanaf ondertekening van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2019 tot wijziging van de bijzondere CAO van 22 december 2014 inzake de loons- en arbeidsvoorwaarden in de vergunde opvang van baby's en peuters de mogelijkheid om hun tewerkstelling en relevante anciënniteit bij eerdere werkgevers aan te tonen.

(...)

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 december 2018 en is gesloten voor onbepaalde tijd.  Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

2. CAO 28/02/2001 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het VIA 2000-2005

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers in de kinderdagverblijven, de diensten voor opvanggezinnen, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de diensten voor teleonthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk, de diensten voor private gezinsplaatsing, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten en de vertrouwenscentra kindermishandeling voorzover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II - Algemeenheden

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.1 van het "Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-profitsector" 2000-2005.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op de voornoemde werkgevers en werknemers.  Zij beogen de minimumlonen te bepalen voor de verschillende functies.

Aan de partijen wordt echter de vrijheid overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening gehouden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten.

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen en de gebruiken die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

HOOFDSTUK III - Minimumweddeschalen voor het werklieden en bediendepersoneel

1. Algemene beginselen

Artikel 4

§1. Met ingang van 1 januari 2001 worden de minimumjaarlonen voor het werklieden- en bediendepersoneel bepaald overeenkomstig de in bijlage 1 bijgevoegde weddeschalen.

§2. Om de overeenstemmende bruto maandlonen te bepalen, moeten de geïndexeerde baremieke bruto jaarlonen gedeeld worden door twaalf.

§3. Voor de verdere berekeningsmodaliteiten van het brutomaand en het bruto uurloon wordt verwezen naar het bepaalde onder artikel 11 aangaande de koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

2. Toekenning van loonbarema's

Artikel 5

§1. De loonbarema's van de werknemers worden per functie vastgesteld overeenkomstig de hierna opgenomen tabellen.

Onder dienstanciënniteit wordt verstaan: de ancienniteit berekend op basis van de werkelijke diensten die zonder vrijwillige onderbreking werden verricht in de sector kinderdagopvang en diensten voor opvanggezinnen.

Zij vermelden eveneens de minimale toegangsvereisten waaraan moet voldaan worden om een bepaalde functie te kunnen uitoefenen.

Functie Barema Minimale toegangsvereisten
Begeleidend personeel klasse 3 B3 (...)
Begeleidend personeel klasse 2B B2B (...)
Begeleidend personeel klasse 2A B2A (...)
Begeleidend personeel klasse 1 B1C (...)
Gebrevetteerde verpleegkundige MV2 (...)
Sociaal, verpleegkundig paramedische en therapeutisch personeel MV1 (...)
Licentiaten L1 (...)
Logistiek personeel klasse 4 L4 (...)
Logistiek personeel klasse 3 L3 (...)
Logistiek personeel klasse 2 L2 (...)
Logistiek personeel klasse 1 A1 (...)
Administratief personeel klasse 3 A3 (...)
Administratief personeel klasse 2 A2 (...)
Administratief personeel klasse 1 A1 (...)

 

Diensthoofd in de erkende kinderdagverblijven

0,5 voltijdse eenheid per begonnen schijf van 50 plaatsen

B1B (...)
Directie in de erkende kinderdagverblijven K3 (...)

 

Geneesheer-omnipracticus G1 (...)
Geneesheer-specialist GS (...)

(...)

Commentaar: Op 18 december 2018 bevestigde de sociale partners in het paritair comité dat de baremieke anciënniteit op dezelfde wijze berekend moet worden als voor de medewerkers van trappen 2A en 3-kinderdagverblijven.  In principe komt alle anciënniteit opgebouwd binnen de zogenaamde VIA-sectoren van de voor de laatste staathervorming in aanmerking. 

De anciënniteit wordt overgenomen ongeacht de aard van de uitgeoefende functie.  Bv: een nieuwe medewerker die voorheen gedurende 5 jaar een logistieke functie heeft uitgeoefend bij een voorziening in de bijzondere jeugdbijstand en wordt aangeworven als kinderbegeleider zal worden ingeschaald met 5 jaar anciënniteit.

Hetzelfde principe geldt bij een functiewijziging in de organisatie.  Bv: een kinderbegeleider met 7 jaar anciënniteit die doorgroeit naar een functie als coördinator zal in de nieuwe functie meteen worden ingeschaald met 7 jaar anciënniteit. 

Zie ook Hfdst. 04010301 van de sectorale documentatie.

HOOFDSTUK VI - Koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

(...)

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040203.

HOOFDSTUK IX - Slotbepalingen

(...)

Artikel 18

(...)

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en mag, geheel of gedeeltelijk, worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

(...)

3. CAO 28/02/2001 betreffende de directiefunctie in de erkende kinderdagverblijven

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de erkende kinderdagverblijven voor zover zij door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd worden en ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk bediendenpersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 2.8 §2 van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de sociaal profit sector 2000-2005.

Artikel 3

Een directiefunctie wordt toegekend aan een organiserend bestuur volgens haar globale capaciteit, met een minimum tewerkstelling van 0,5 FTE, maximum 1 FTE, volgens de volgende norm:

0,5 FTE voor 50 tot en met 99 erkende plaatsen,

1 FTE voor 100 en meer plaatsen.

Het barema K3, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord, zal worden toegekend.

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij zal maar worden toegepast voor zover de Vlaamse regering de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijvan aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

4. CAO 05/11/2012

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten voor opvanggezinnen van de Vlaamse Gemeenschap.

§2. Onder werknemers wordt verstaan: de vrouwelijke en mannelijke werknemers die worden tewerkgesteld als dienstverantwoordelijken in de diensten voor opvanggezinnen.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 5.4.2. van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-/non-profitsectoren van 2 december 2011.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst betreft de valorisatie van het barema voor de dienstverantwoordelijken in de diensten voor opvanggezinnen, meer bepaald een verdere stap in een overbruggingstraject ten aanzien van het barema B1A.

Artikel 3

§1. Het brutoloon voor de werknemers die worden tewerkgesteld  als dienstverantwoordelijken wordt met ingang van 1 juli 2012 verhoogd, ongeacht de baremieke anciënniteit van de werknemer.

Deze baremieke verhoging bedraagt op voltijdse basis, bruto en exclusief patronale lasten, 644,04 EUR op jaarbasis.  Hogergenoemde baremieke verhoging wordt op maandbasis toegepast op het barema MV1bis met ingang van 1 juli 2012.

Onder het barema MV1bis wordt verstaan: het barema MV1bis zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 oktober 2007 in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (registratienummer 85887 van 29 november 2007; koninklijk besluit van 24 juli 2008; Belgisch Staatsblad van 3/9/2008), index 1 maart 2012.

§2. Voor het bepalen van de bruto-maandlonen worden de bruto-jaarlonen gedeeld worden door twaalf.

De brutolonen worden vastgesteld overeenkomstig de berekeningswijze bepaald in dit artikel en als bijlage 1 in deze collectieve arbeidsoveeenkomst opgenomen.

§3. Ingeval de werknemer, voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bij de werkgever reeds een hoger bruto maandloon genoot dan het uitgangsbarema MV1bis voor 1 juli 2012, dan wordt de verhoging zoals bepaald in §1 van dit artikel toegepast op het bruto maandloon dat voor de werknemer van toepassing was voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 4

Het in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld loon, of in voorkomend geval de maandelijkse verhoging als gevolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip geïndexeerd als de lonen die van toepassing zijn in de sector.

Commentaar: voor de evolutie van de bezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 040203.

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

(...)

Commentaar: voor de bijlage 1 zie de integrale tekst onder nr. 112580.

5. Bezoldigingen van toepassing vanaf 1/12/2018 - fase 3

Om de barema's van toepassing vanaf 1 december 2018 te raadplegen en voor de verdere evolutie, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 040203.

Convention collective de travail applicable: (pour lire le texte intégral, cliquez sur le n° d'enregistrement).

Date CCT
11/03/2019
N° d'enregistrement
151287
Début de validité
01/12/2018
Fin validité
-
Date de dépôt
03/04/2019
Date d'enregistrement
08/04/2019
Sujet
conditions de travail et de rémunération dans l'accueil autorisé de bébés et bambins
MB Avis Dépôt
10/05/2019
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
23/06/2019
Publié au Moniteur Belge du
22/07/2019
Mots clés
SALAIRES, PRIME DE FIN D'ANNÉE, TRAVAILLEURS AGÉS-EXCL.PENSIONS COMPL, PRÉPENSION(RCC), CRÉDIT-TEMPS, CCT PARTICULIÈRE EN CAS DE MODIFICATION DE LA COMPÉTENCE D'UNE CP

Date CCT
22/12/2014
N° d'enregistrement
127324
Début de validité
01/01/2014
Fin validité
-
Date de dépôt
13/01/2015
Date d'enregistrement
09/06/2015
Sujet
convention collective du travail particulière relative aux conditionsde travail et de rémunération
MB Avis Dépôt
17/06/2015
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
06/11/2016
Publié au Moniteur Belge du
06/12/2016
Mots clés
SALAIRES, TRAVAIL EN ÉQUIPE ET DE NUIT, TRAVAIL PENDANT LE WEEKEND ET LES JOURS FÉRIÉS, PRIME DE FIN D'ANNÉE, PRIME D'ANCIENNETÉ, PRIME DE DÉPART, PENSIONS COMPÉMENTAIRES ET ASSURANCES GROUPES, INDEMNITÉS POUR FRAIS DE DÉPLACEMENT, CLASSIFICATION DES FONCTIONS, RÉDUCTION DE LA DURÉE DE TRAVAIL, JOUR DE CONGÉ PAYÉ (PAS DE JOUR RTT OU DE COMPENSATION) ET JOUR FERIÉ, MODALITÉS DE LA DURÉE DE TRAVAIL, TRAVAIL À TEMPS PARTIEL, INTERRUPTION DE CARRIÈRE, CRÉDIT-TEMPS/DIMINUTION DE CARRIÈRE, EMPLOI FIN DE CARRIÈRE, CONGÉ POUR RAISONS IMPÉRIEUSES, CONGÉ PARENTAL ET CONGÉ POUR DES RAISONS PERSONNELLES, RECRUTEMENT, FORMATION (EXCL. FORMATION SYNDICALE), TRAVAILLEURS AGÉS-EXCL.PENSIONS COMPL, PRÉPENSION(RCC), CRÉDIT-TEMPS, GROUPES À RISQUE, MARIBEL SOCIAL, MALADIE/ACCIDENT/DÉCÈS, PRÉPENSION, RÉGIME DE CHÔMAGE AVEC COMPLÉMENT D'ENTREPRISE (RCC), PRÉAVIS/LICENCIEMENT, LICENCIEMENT DES TRAVAILLEURS PROTÉGÉS, DÉLÉGATION SYNDICALE, FORMATION SYNDICALE, PRIME SYNDICALE, FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONDS SOCIAUX, AUTRE QUE LES FONDS DE SÉCURITÉ D'EXISTENCE, FONCTIONNEMENT AU SEIN DE L'ENTREPRISE/DES ORGANES DE CONCERTATION, CCT PARTICULIÈRE EN CAS DE MODIFICATION DE LA COMPÉTENCE D'UNE CP

Date CCT
05/11/2012
N° d'enregistrement
112580
Début de validité
01/07/2012
Fin validité
-
Date de dépôt
04/12/2012
Date d'enregistrement
20/12/2012
Sujet
augmentation du barème salarial des responsables de service dans les familles d'accueil
MB Avis Dépôt
22/01/2013
Force obligatoire
-
CCT rendue obligatoire par Arrêté Royal du
23/05/2013
Publié au Moniteur Belge du
16/07/2013
Mots clés
SALAIRES

Historique
01/07/2020 31/12/2999 04010103 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trap 2B
01/10/2019 30/06/2020 04010103 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trap 2B
01/12/2018 30/09/2019 04010103 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trap 2B
01/12/2018 30/11/2018 04010103 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trap 2B
01/04/2014 30/11/2018 04010103 Loonvoorwaarden - Vergunde kinderopvang - Trap 2B