Federale mobiliteitsenquête: de gegevensinzameling is officieel begonnen

Van 

Ondernemingen met gemiddeld meer dan 100 werknemers zijn verplicht om de 3 jaar een mobiliteitsenquête in te vullen. De inzameling van gegevens kan in principe beginnen. Gelet op de gezondheidscrisis raadt de FOD Mobiliteit de werkgevers aan om te wachten tot september met de inzameling van de gegevens.


Om de 3 jaar organiseert de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer een enquête bij ondernemingen in België die gemiddeld meer dan 100 werknemers in dienst hebben. Ze worden hierbij bevraagd over de woon-werkverplaatsingen van hun werknemers.

De meest recente informatie-inzameling vond plaats tussen 30 juni 2017 en 31 januari 2018.

Als gevolg van de gezondheidscrisis werd de federale enquête over de woon-werkverplaatsingen van 2020 met een jaar uitgesteld. De 6de editie van de enquête zal plaatsvinden van 30 juni 2021 tot 31 januari 2022.

Het doel van deze enquête is de bereikbaarheid van de onderneming te verbeteren en een duurzamere mobiliteit aan te moedigen.

1. Welke ondernemingen zijn hierbij betrokken?

1.1. Theoretische berekening: verplichting

Ondernemingen met gemiddeld meer dan 100 werknemers (private of publieke sector) moeten een mobiliteitsenquête opstellen.

Het aantal tewerkgestelde werknemers wordt berekend zoals voor de sociale verkiezingen, namelijk door het gemiddelde te maken van het aantal werknemers dat gewoonlijk tewerkgesteld was tijdens de vier kwartalen die voorafgaan aan 30 juni van het jaar waarin de enquête wordt uitgevoerd (van 1 juli 2020 tot 30 juni 2021).

1.2. Praktische berekening: formulier

Als de onderneming meerdere vestigingen (vestigingseenheden, locaties) heeft, dan moet deze  enquête worden ingevuld voor elke vestiging waar ten minstens 30 personen werkzaam zijn.

Er moet een afzonderlijk formulier worden ingevuld voor elke vestigingseenheid waar in normale omstandigheden (buiten gezondheidscrisis) minstens 30 personen werken (zie punt 2.1. hierna voor het begrip).

2. Wat moet deze mobiliteitsenquête bevatten?

Het formulier voor de werkgever van 2021 komt grotendeels overeen met het formulier van 2017 en houdt rekening met de huidige gezondheidssituatie. Niet alleen de werknemers die zich regelmatig naar de vestigingseenheid verplaatsen worden opgenomen in de enquête, ook degenen die ten gevolge van de gezondheidscrisis van thuis uit werken.

De mobiliteitsenquête bestaat uit vijf delen. 

2.1. Identificatie van de vestigingseenheid en globale indeling van de werknemers

Nieuw 2021: Voor elke vestiging die minstens 30 (interne en externe) personen telt moet een formulier worden ingevuld.

Interne (A): de werknemers die op 30 juni 2021 op grond van een arbeids- of leerovereenkomst of door een statuut tewerkgesteld zijn, en die zich onder normale omstandigheden (d.w.z. afgezien van de gezondheidscrisis) ten minste twee dagen per week (zelfs indien ze dienstverplaatsingen maken vanaf de vestigingseenheid) naar de vestigingseenheid begeven, ook al werken ze omwille van de gezondheidscrisis momenteel van thuis uit. 

Externe (B): de werknemers aanwezig in de bovenvermelde vestigingseenheid, maar tewerkgesteld door een andere werkgever (bv. leerkrachten ter beschikking gesteld door de Gemeenschap, gedetacheerd personeel, interims, consulenten, etc.). Enkel de externen die zich minstens twee dagen per week (onder normale omstandigheden, d.w.z. afgezien van de gezondheidscrisis) naar de vestigingseenheid begeven, moeten worden vermeld. 

Is A + B ≥30, dan is de federalediagnostiek verplicht.

2.2. Organisatie van de arbeidstijd

Aantal werknemers per arbeidsregime: vast uurrooster, glijdend uurrooster, ploegenstelsel, onregelmatig uurrooster.

Nieuw 2021: telewerk (thuiswerk, werken in satellietkantoren of in een coworking space). Vermeld het aantal werknemers op de vestigingseenheid volgens het aantal dagen dat zij gemiddeld per week telewerken.

2.3. Verplaatsingswijze van de werknemers

De hoofdverplaatsingswijze van de werknemers in de woon-werkverplaatsing (voor alle werknemers).

De hoofdverplaatsingswijze van de werknemers in de woon-werkverplaatsing volgens postcode van woonplaats: in te vullen voor minstens voor 40% van de werknemers.

Nieuw 2021: eventuele verplaatsingswijze(n)in het voor-en natraject (facultatief deel). Duid hier de verplaatsingswijzen voor het voortraject en het natraject aan, die eventueel vóór en na de hoofdverplaatsingswijze zijn gebruikt en waarmee de grootste afstand wordt afgelegd van en naar de hoofdverplaatsingswijze.

2.4. Bereikbaarheid van de vestigingseenheid en mobiliteitsproblemen

Parkeerplaatsen, problemen voor het gebruik van de fiets, van het openbaar vervoer en van de wagen door de werknemers.

2.5. Mobiliteitsbeleid van de werkgever

Lijst van maatregelen (maatregel die momenteel in voege is, maatregel momenteel zowel niet in voege als niet gepland is en maatregel die gepland is in de toekomst).

3. Welke procedure moet worden gevolgd?

U gaat ontvangen een bericht met de vraag om deze enquête uit te voeren (per e-mail in juni, per brief in september).

U heeft 7 maanden de tijd (tussen 30 juni 2021 en 31 januari 2022) om de volgende stappen te doorlopen:

  • verzamel de nodige gegevens en vul het formulier online in;
  • vraag aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis hiervan aan de syndicale afvaardiging, vragen een advies te geven binnen de 2 maanden die volgen op de ontvangst van dit rapport. Als er geen ondernemingsraad of syndicale afvaardiging is, dan moeten de werknemers worden geïnformeerd maar zij moeten geen advies geven;
  • bevestig definitief de ingevulde vragenlijst, via een applicatie op het web vóór  31 januari 2022. Inloggen op de applicatie gebeurt via het eGov-rollenbeheersysteem, via de elektronische identiteitskaart, en niet via een wachtwoord.

Het is aangeraden om deze bevraging uit te voeren op een later tijdstip in het jaar (vanaf september) wanneer de gezondheidscrisis de cijfers minder vertekent.

4. En de Brusselse werkgevers?

Ondernemingen die de voorwaarden van de Brusselse enquête vervullen, zijn niet verplicht beide enquêtes in te vullen. Bij het invullen van het Brusselse online formulier kan de onderneming vermelden dat ze wenst dat dit formulier eveneens geldt als antwoord op de federale enquête woon-werkverkeer. In dat geval zal de Brusselse instelling de inhoud van het formulier overmaken aan de FOD Mobiliteit en Vervoer. Zo moet de werkgever alle gegevens hernomen op het BVP-formulier niet opnieuw invoeren in de federale applicatie.

Voor de vestigingen in Brussel die tussen de 30 en 100 werknemers tewerkstellen, en voor de vestigingen in Vlaanderen en in Wallonië met meer dan 30 werknemers, moet  u enkel de federale enquête invullen.

Aantal werknemers per vestiging

Brussel

Wallonië

Vlaanderen

Minder dan 30

Geen verplichting

Tussen 30 en 100

Federale enquête

Meer dan 100

BVP

Federale enquête

Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer (FAQ), enquetewwv@mobilit.fgov.be