Annulatie door de RSZ van de betalingsberichten voor onvoldoende opleidingsinspanningen

Van 
78787

Opleidingsinspanningen: waarover gaat het?

De wetgever voorziet dat alle werkgevers van de privésector opleidingsinspanningen moeten doen die samen 1,9% van de loonmassa bedragen. Het betreft een collectieve verplichting. Als deze doelstelling niet wordt bereikt, moeten de werkgevers die tot een sector behoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseert, een bijkomende bijdrage betalen van 0,05%.

Met "sector die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseert " bedoelt men de sectoren die niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst die:

  • hetzij een toename van 5% van de participatiegraad van de werknemers aan opleiding voorziet;
  • hetzij een inspanning van minstens 0,10 % van de loonmassa voorziet.

Wat zegt het Grondwettelijk Hof hierover?

Het Hof oordeelt dat voornoemde maatregel ongrondwettig en discriminerend is want het is de sector die de verplichting heeft voldoende opleidingsinspanningen te leveren terwijl de sanctie voor niet-naleving van deze verplichting individueel aan de werkgever wordt opgelegd.

De reglementering ter zake werd dan ook aangepast door de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid (BS van 27 april 2015).

De wijzigingen die door de wet werden aangebracht, kunnen in 2 punten worden samengevat:

  • geen bijkomende bijdrage van 0,05% voor onvoldoende opleidingsinspanningen voor de jaren 2012, 2013, 2014, 2015 en 2016;
  • opschorting van de verplichting om een collectieve arbeidsovereenkomst inzake opleiding te voorzien op niveau van de sector voor de jaren 2015 en 2016.

We merken hierbij op dat het percentage van de opleidingsinspanningen dat in 2013-2014 werd bereikt op hetzelfde niveau moet worden behouden in 2015 en 2016 zodat de huidige opleidingsinspanningen niet in het gedrang komen.

Arrest van de Raad van State

Na het arrest van het Grondwettelijk Hof heeft een arrest van de Raad van State van 4 februari 2016 en een arrest van 14 november 2016 het ministerieel besluit van 13 april 2011 nietig verklaard dat de definitieve lijsten voor de jaren 2008 en 2009 bevat van de sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen hebben geleverd.

Voor het jaar 2011 was er een ministerieel besluit van 20 juni 2016 tot opheffing van het ministerieel besluit van 17 april 2013 tot vaststelling van de definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren.

Beslissing van de RSZ en samenvatting van de toestand

  • De RSZ heeft beslist over te gaan tot annulatie van de debetberichten die voor de refertejaren 2008,2009 en 2010 werden opgesteld.
  • Voor het refertejaar 2011 was er een ministerieel besluit van 20 juni 2016 tot opheffing van het ministerieel besluit van 17 april 2013.
  • Vanaf het refertejaar 2012: toepassing van de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid (zie hierboven).