Aanpassing van de loonbedragen van 1 januari 2014 voorzien in de arbeidsovereenkomstenwet


64731

Elk jaar worden de loongrenzen uit de arbeidsovereenkomstenwet geïndexeerd.  Hieronder volgen de bedragen die zullen gelden vanaf 1 januari 2014. Vanaf die datum zullen ook de wetswijzigingen rond het eenheidsstatuut in werking treden. Sommige van die wijzigingen zullen tevens een invloed hebben op de toepassing van deze loongrenzen.

 

Bedrag uit de wet Bedrag 2013 Bedrag 2014
16.100 EUR 32.254 EUR 32.886 EUR
19.300 EUR 38.665 EUR 39.422 EUR
21.200 EUR 64.508 EUR 65.771 EUR

 

De eerste loongrens is van belang bij het scholingsbeding en het concurrentiebeding.  Ook bij het einde van de arbeidsovereenkomst is deze grens van belang aangezien ze wordt gebruikt bij de berekening van de opzeggingstermijnen, bij de tegenopzeg en bij de toekenning van sollicitatieverlof. Dit sollicitatieverlof wordt in het eenheidsstatuut echter hervormd en zal niet langer afhankelijk zijn van deze jaarloongrens.  Voortaan zal de duur van het sollicitatieverlof in eerste instantie afhangen van de duur van de opzeggingstermijn, en verder van het feit of de werknemer al dan niet recht heeft op outplacement.

De tweede loongrens was van belang om te bepalen hoe lang een proefperiode mag duren tijdens een arbeidsovereenkomst.  Ingevolge de hervormingen bij de invoering van het eenheidsstatuut zal het echter niet meer mogelijk zijn om een proefbeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst vanaf 1 januari 2014. Deze loongrens zal dus zijn betekenis verliezen. In arbeidsovereenkomsten die zijn aangevangen vóór die datum zal de proefperiode wel nog zijn volledige uitwerking behouden.

De derde loongrens tenslotte is relevant voor het concurrentiebeding en het arbitragebeding. Verder was deze loongrens bepalend bij de berekening van de opzeggingstermijn en voor de tegenopzeg.

De belangrijkste wijziging van het eenheidsstatuut is zonder twijfel de invoering van nieuwe uniforme opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden. Die zullen voortaan enkel gebaseerd zijn op het aantal dienstjaren. Ook op dit vlak zullen de loongrenzen dus hun belang verliezen. 

Men zal wel gebruik gaan maken van een kliksysteem dat rekening houdt met de verworven rechten voor lopende overeenkomsten. Voor de berekening van die verworven rechten zal de jaarloongrens van 32.254 EUR (bedrag 2013) dus zijn relevantie behouden en worden vergeleken met het jaarloon dat de werknemer in 2013 verdiende.

De nieuwe geïndexeerde loonbedragen blijven verder wel van belang voor het scholingsbeding, het concurrentiebeding, het arbitragebeding en het bedrag van de borgstelling.

 

Bron :
-Aanpassing op 1 januari 2014 van de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het algemene indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden (artikel 131), BS 25 oktober 2013