Arbeidskaart en -vergunning: aanpassing van bepaalde vrijstellingen


63136

Buitenlandse onderdanen die in België willen komen werken, moeten in principe in het bezit zijn van een arbeidskaart. De werkgever moet in bepaalde gevallen ook beschikken over een arbeidsvergunning. Nochtans bestaan er in de huidige wetgeving tal van uitzonderingen op die verplichting.

Het koninklijk besluit van 17 juli 2013 heeft nu een aantal wijzigingen aangebracht op het vlak van de vrijstelling van arbeidskaart. De bedoeling was onder andere om bepaalde discrepanties tussen, enerzijds, de criteria voor vrijstellingen in het kader van gezinshereniging en, anderzijds, de criteria inzake toekenning van het verblijf weg te werken. Daarnaast werden ook de overgangsbepalingen voor nieuwe EU-onderdanen wat aangepast en werd de vrijstelling voor studentenstages wat uitgebreid.

We geven hieronder een overzicht van de wijzigingen, die in werking treden vanaf 5 augustus 2013.

1. Vrijstelling voor gezinshereniging met een EER-onderdaan of een Zwitser

Onderdanen van een lidstaat van de EER of van Zwitserland die in België willen komen werken zijn vrijgesteld van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart. Die vrijstelling geldt ook voor bepaalde familieleden van onderdanen van België, Zwitserland en van een lidstaat van de EER.

Tot nu toe moest de precieze familieband altijd worden onderzocht om na te gaan of de voorwaarden voor de vrijstelling op basis van de gezinshereniging voldaan waren. Het bleek echter niet altijd duidelijk voor een controleur om de precieze familieband te bepalen. Zo kan de familiale situatie bijvoorbeeld wijzigen (vb. overlijden, echtscheiding). Daarom wordt de vrijstelling voortaan toegekend op basis van het verblijfsdocument dat door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de buitenlandse onderdaan werd uitgereikt. Dat verblijfsdocument wordt immers ook al toegekend op basis van diens familieband met de onderdaan van een lidstaat van de EER of van Zwitserland. Op die manier zijn de criteria voor het bekomen van de verblijfsvergunning en de arbeidskaart voor deze categorie dus dezelfde geworden.

Voortaan zijn buitenlandse onderdanen die in het bezit zijn van een van volgende documenten vrijgesteld van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart:

  • Elektronische vreemdelingenkaart F: ‘Verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie’, die wordt toegekend ingeval een definitief positieve beslissing werd genomen m.b.t. de verblijfsaanvraag;
  • Elektronische vreemdelingenkaart F+: ‘Duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie’, die wordt toegekend ingeval een definitief positieve beslissing wordt genomen na 5 jaar verblijf als familielid van een EU-onderdaan;
  • Een ‘bijlage 19ter’, met een geldig attest van immatriculatie of een geldige elektronische vreemdelingenkaart A (tijdelijk bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister), gedurende de periode van het onderzoek van de aanvraag tot erkenning van het recht op verblijf;
  • Een ‘bijlage 35’, die wordt afgegeven in het kader van een schorsend beroep voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen tegen een beslissing tot weigering van een verblijfsaanvraag of tegen een beslissing tot uitwijzing uit België;
  • Een ‘bijlage 15’ verstrekt aan de echtgenoot van een Belg die de hoedanigheid heeft van grensarbeider, zo lang die persoon in de staat waar hij verblijft (Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland of Groot-Brittannië) over een recht op of een machtiging tot verblijf beschikt van meer dan drie maanden;Opgelet: de ‘bijlage 15’ kan ook in andere gevallen worden afgeleverd en leiden tot vrijstelling van arbeidskaart (zie punt 2 hieronder).

2. ‘Bijlage 15’

De vrijstelling van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart wordt in bepaalde gevallen dus afhankelijk gesteld van het verblijfsdocument waarover de buitenlandse onderdaan beschikt. In bepaalde gevallen (wanneer er geen vrijstelling is van arbeidskaart) wordt ook de toekenning en de geldigheid van een arbeidskaart C afhankelijk gesteld van de afgifte van een bepaald verblijfsdocument.

De buitenlandse onderdanen die in het bezit zijn van een ‘bijlage 15’ kunnen een vrijstelling of een arbeidskaart worden verleend voor zover ze aan de voorwaarden daartoe voldoen. De ‘bijlage 15’ wordt afgeleverd in afwachting van het eigenlijke verblijfsdocument.

Uit de praktijk is gebleken dat er vaak een lange wachttermijn kan verlopen tussen de positieve beslissing over de verblijfsaanvraag en de afgifte van het verblijfsdocument. Tijdens die wachtperiode wordt er dus een ‘bijlage 15’ (voorlopig verblijfsattest) uitgereikt aan de buitenlandse onderdaan. Als oplossing voor die vaak lange wachtperiodes kunnen buitenlandse onderdanen die in het bezit zijn van zo’n ‘bijlage 15’ voortaan ook genieten van een vrijstelling of op basis daarvan een arbeidskaart C bekomen, tenminste voor zover zij aan de voorwaarden voldoen. Bovendien zal de arbeidskaart C geldig blijven wanneer de buitenlandse onderdaan tijdelijk in het bezit is van een ‘bijlage 15’.

3. Overgangsbepalingen voor nieuwe EU-onderdanen

Zoals in eerdere artikels al werd aangehaald, kunnen Bulgaren, Roemenen en Kroaten de vrijstelling van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart op basis van hun nationaliteit niet inroepen. Hun familieleden kunnen ook hun familieband niet zomaar inroepen als reden. Nochtans zijn er wel vrijstellingen op basis van andere criteria mogelijk.

Die andere mogelijke vrijstellingen worden nu uitgebreid. We bespreken de nieuwe vrijstellingen hieronder apart.

Wij wijzen er nogmaals op dat deze overgangsbepalingen voor de Roemenen en Bulgaren in werking blijven tot 31 december 2013 en voor de Kroaten tot 30 juni 2015.

3.1. Elektronische vreemdelingenkaart E+

Voortaan kunnen Bulgaren, Roemenen en Kroaten die in het bezit zijn van een elektronische vreemdelingenkaart E+ genieten van een vrijstelling van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart.

3.2. Elektronische vreemdelingenkaart F+

Indien bepaalde familieleden van Bulgaren, Roemenen of Kroaten, die zelf geen onderdaan zijn van een lidstaat van de EU, in het bezit zijn van een elektronische vreemdelingenkaart F+, zijn zij eveneens vrijgesteld van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart.

3.3. ‘Bijlage 15’

De Roemeense, Bulgaarse, of Kroatische onderdaan die gehuwd (of wettelijk samenwonend) is met een Belg en die beschikt over een ‘bijlage 15’ op basis van zijn of haar statuut als grensarbeider is eveneens vrijgesteld van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart, op voorwaarde dat die persoon in de staat waar hij verblijft (Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland of Groot-Brittannië) over een recht op of een machtiging tot verblijf beschikt van meer dan drie maanden.

3.4. Gezinshereniging

Bulgaren, Roemenen en Kroaten die zich komen vestigen met een onderdaan van een lidstaat van de EER andere dan een Bulgaarse, Roemeense of een Kroatische onderdaan (tenzij die al vrijgesteld was op een andere basis), zijn vrijgesteld van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart, indien zij in het bezit zijn van:

  • tijdens de periode van onderzoek van de aanvraag om erkenning van het recht op verblijf:

    • ofwel, een ‘bijlage 19’ (Aanvraag van een verklaring van inschrijving);
    • ofwel, een ‘bijlage 19ter’ (onder dezelfde voorwaarden als hierboven reeds vermeld);
  • in geval van een definitief gunstige beslissing:

    • ofwel, een elektronische vreemdelingenkaart E;
    • ofwel, een elektronische vreemdelingenkaart F;
  • in geval van beroep tegen een ongunstige beslissing: een bijlage 35.

4. Vrijstelling voor studentenstages

De vrijstelling voor studenten die stage lopen in België werd verruimd. Voortaan zijn niet alleen studenten die hun studies volgen in België, maar ook zij die hun studies volgen in een lidstaat van de EER of in Zwitserland, vrijgesteld van arbeidskaart wanneer zij hun stage in België lopen.